Spring naar de content
bron: ANP/Bart Maat

Als Halsema gewetensbezwaren heeft moet ze gewoon opstappen

De Amsterdamse burgemeester Halsema weigert moslimvrouwen met een Boerka ‘uit de tram te trekken’ om het wettelijk verbod op dit kledingstuk te handhaven. Halsema slaat daarmee een democratisch tot stand gekomen verbod in de wind. Kan dat zomaar? Past een burgemeester met ‘gewetensbezwaren’ wel bij onze democratie? Het is immers geen Febowaar je zélf bepaalt wat je uit de muur haalt en wat niet. Dat geldt voor burgers, maar ook voor burgemeesters.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Ton F. van Dijk

Moslimvrouwen met een Boerka plaatsen ons tolerante Nederlanders voor een dilemma. Aan de ene kant kan dit alles verhullende kledingstuk vanuit onze westerse waarden niet anders gezien worden dan als een inktzwart symbool van onderdrukking. In dit geval van orthodoxe moslimvrouwen door hun aartsconservatieve mannen.

Anderzijds zijn wij niet gewend ons te bemoeien met de religieuze symbolen van onze medeburgers. Wie een kruis om z’n nek wil hangen, moet dat vooral doen. En de ultieme consequentie van dat grondrecht is dat we ook de Boerka tolereren en het proberen te zien als een vrije keuze die iedereen in ons land zelf maar moet maken.

Juist omdat er sprake is van twee botsende waarden hebben we in Nederland ook ‘afspraken’ over de omgang met schijnbaar onverenigbare werkelijkheden. De vrijheid van het individu houdt op waar de wet begint.

In het parlement worden ingewikkelde vraagstukken opgelost op basis van een democratisch proces en uiteindelijk vindt dáár de afweging plaats over de regels waar iedereen zich aan dient te houden ongeacht de vrijheden die we elkaar zo graag gunnen.

Geweldsmonopolie

De wet geldt voor iedereen en hoe zwaarwegend dat is, blijkt wel uit het feit dat 17 miljoen Nederlanders de overheid zelfs het geweldsmonopolie hebben gegeven om te zorgen dat democratisch tot stand gekomen regels desnoods kunnen worden afgedwongen.

In het licht van de individuele keuzevrijheid is het overheidsgeweld een paardenmiddel, maar iedereen beseft dat we niet zonder kunnen. Regels zijn er niet voor niets en die burgers die zich niet aan wetten wensen te houden moeten worden gecorrigeerd. Indien nodig hardhandig.

Waar de wetten worden gemaakt in Den Haag, worden ze nageleefd en desnoods afgedwongen in de dorpen en steden. Cruciale coördinerende rol – met name daar waar het de openbare orde betreft – is daarbij weggelegd voor de burgemeester.

Deze functionaris is voor bepaalde tijd benoemd om te zorgen voor law & order in het alledaagse leven op straat en in huis. De burgemeester is van essentieel belang om te zorgen dat democratische regels worden gehandhaafd. De persoonlijke mening van een burgemeester doet er in dat geval niet toe.

Prioriteren mág waar er sprake is van onvoldoende capaciteit is, maar sommige regels wel uitvoeren en andere niet, eenvoudig omdat ze niet stroken met persoonlijke (politieke) opvattingen is er niet bij. Tenminste dat zou je hopen.

Boerkaverbod

De ultieme consequentie van de rol van de burgemeester is dat je dus ook wetten dient uit te voeren waar je het zelf niet mee eens bent. De nogal ‘martiale’ aankondiging van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema om het Boerkaverbod in Amsterdam niet te zullen handhaven is dan ook een vorm van bestuurlijke willekeur, die een burgemeester zich niet kan permitteren.

Onze democratie is geen Febo, waar je als bestuurder zelf bepaalt welke regels je wel en welke je niet besluit na te leven. En als de politica Halsema het Boerkaverbod om háár moverende redenen niet wil handhaven is er maar een keuze: opstappen.