Spring naar de content
bron: ANP

Reinbert de Leeuw: ‘Naar muziek luister ik bijna nooit’

Op 26 november ontving dirigent en componist Reinbert de Leeuw (80) de Reinbert de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor zijn gehele oeuvre. Hoe heeft zijn kijk op kunst zijn muzikale ontwikkeling beïnvloed – en vice versa?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

“Ik denk dat je in je jonge jaren ontvankelijker bent voor kunst dan wanneer je wat ouder bent. Als ik denk aan de boeken die een overweldigende indruk hebben gemaakt, dan kom ik altijd uit op boeken die ik als adolescent heb gelezen. De idioot van Dostojevski heeft in die tijd de meeste indruk gemaakt. Ik weet er eerlijk gezegd niet zoveel meer van, behalve dat ik uit school kwam en thuis meteen naar dat boek greep om erin verder te lezen. Het had iets magisch wat bewerkstelligde dat ik er niet meer los van kon komen. Ik ging er als het ware in wonen – mijn hele lijf werd vervuld van dat boek. Het belangrijkste boek over muziek is voor mij Doctor Faustus van Thomas Mann. Het gaat over de fictieve componist Adrian Leverkühn, die zijn ziel aan de duivel verkoopt om de volmaakte compositie te schrijven. Mann geeft in een van de hoofdstukken een ongelooflijk gedetailleerde beschrijving van dat stuk en doet dat zo goed dat je het meteen wilt horen – maar dat kan dus niet. Er is bij mijn weten nooit zo intens en zo geniaal geschreven over muziek die niet bestaat als in dit boek. Mann werd beïnvloed door de filosofie van Schopenhauer, die muziek als de hoogste kunstvorm zag. Harry Mulisch werd ook beïnvloed door Schopenhauer. Zijn De compositie van de wereld verklaart de historie van de mens en van de wereld aan de hand van octaviteit: de paradox dat twee tonen van het octaaf gelijk aan elkaar zijn en toch ook weer niet. Grote kunstenaars zijn altijd op zoek naar die paradox. Dat is ook de reden waarom je niet kunt uitleggen waarom je een boek, een schilderij of een compositie mooi vindt – een paradox is niet uit te leggen. De wereld is verdeeld in waar, niet waar en tegelijkertijd waar en niet waar. Dat is een fascinerend gegeven dat in dit boek aan de orde wordt gesteld. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik van de laatste honderd pagina’s geen zin heb begrepen. Dat ging mij boven de pet.

“Ik lees veel boeken over muziek. De laatste jaren houd ik me veel bezig met Johann Sebastian Bach, omdat ik de Johannes-Passion en de Matthäus-Passion heb gedirigeerd. Een boek dat mij enorm heeft geholpen om het verschil tussen die twee stukken te begrijpen is J.S. Bach – Johannes-Passion versus Matthäus-Passion van Kees van Houten. Er is namelijk een wereld van verschil tussen die twee evangeliën. De Matthäus-Passion gaat natuurlijk echt over het lijden van Jezus Christus. Hij zegt: ‘Meine Seele ist betrübt bis an den Tod.’ Hij heeft Todesangst. Als hij aan het kruis hangt, schreeuwt hij: ‘Mein Gott, mein Gott, warum hast Du mich verlassen?’ We zijn allemaal getuige van zijn lijden. In de Johannes-Passion lijdt hij helemaal niet. Dat lijden komt er helemaal niet in voor. Hij kent geen angst, hij weet wat er gaat gebeuren en waartoe het dient. ‘Es ist vollbracht,’ zegt hij. Dat is heel wat anders dan ‘Mein Gott, warum hast Du mich verlassen?’ Dat is het kernverschil. De Matthäus gaat over de menselijke kant van Christus. Al onze angsten heeft hij ook. De Johannes gaat over de goddelijke kant van Christus. Hij is vanaf het begin degene die het superieure overzicht heeft en weet wat Hij moet doen om de mensheid te verlossen van haar zonden.”

Lees het hele artikel via Blendle.