Spring naar de content

Zomerlezen: met deze 90 boeken komt u de zomer door

Grote kans dat u deze zomer niet doorbrengt op Bali, in Peru of aan de Middellandse Zee, maar in de eigen achtertuin. Bij ontstentenis van verre vakanties is er meer tijd om te lezen. Hierbij 90 boekentips waarmee u de zomer doorkomt. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thomas van den Bergh
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is dt728x90f.jpg

Na een week of twee begon het te kriebelen. Ik ontsnapte uit mijn vrijwillige zelfisolatie en fietste naar de buurtboekhandel. Een tafeltje op de drempel blokkeerde de doorgang, een strenge juffrouw maakte duidelijk dat ik bij haar mijn bestelling kon plaatsen. Zij zou het boek dan uit een kast trekken en aan mij overhandigen, met inachtneming van de anderhalve meter.

Teleurgesteld fietste ik verder. De vestiging van Athenaeum op het Roeterseiland was potdicht. Bij Boekhandel Schimmel-pennink op de Weteringschans vermeldde een slordig geprint A4’tje op de etalageruit dat de boekhandel definitief gesloten was.

Ik kreeg het akelige gevoel dat Amsterdam, terwijl ik twee weken met een zere keel had thuisgezeten, definitief boekhandelloos was geworden. Gelukkig zag ik bij Pantheon in de Sint Antoniesbreestraat een rijtje voor de deur staan. Een minuut of vijf later mocht ik, met mijn handen in strakke chirurgische handschoentjes gestoken, naar binnen.

Maar het echte boekhandelgevoel wilde niet komen. Het richtingloze neuzen, het hier eens wat oppakken, daar eens wat doorbladeren verdampte in dit nerveuze bewegingstheater, waarbij ik schichtig om de andere uitverkoren klanten heen manoeuvreerde en me steeds schuldiger begon te voelen over de rij wachtenden buiten. Onverrichter zake fietste ik tien minuten later huiswaarts.

Nu Nederland langzaam uit de corona-verdoving ontwaakt, is de vraag: hoe heeft het boekenvak deze crisis doorstaan? De meningen lijken verdeeld. 

Boekblad interviewde Libris-inkoper Jan Peter Prenger, die liet weten dat voor boekhandels ‘min twintig procent het nieuwe normaal is’. Vooral de grotere boekhandels, in winkelstraten in binnensteden die nu uitgestorven zijn, zouden het moeilijk hebben.

Maar Prengers eigen directeur, Caroline Damwijk, meldde begin juni dat de omzet in haar winkels dit jaar met twee procent was gegroeid. Ook enkele uitgevers, zoals Van Oorschot, melden plussen. De online verkoop is overal verveelvoudigd. 

Er is dus hoop. Tijd om te lezen is er in ieder geval genoeg. Deze zomer blijven we massaal thuis, waar de verveling allengs zal toeslaan. Dus voordat u het op een fataal zuipen zet of uw buurman met zijn barbecue de hersens inslaat – pak een boek en laat u meevoeren naar andere tijden, andere werelden. Keuze genoeg.

Voor wie in de glazen bol wil turen: 10 ‘voorspellende’ romans

Er wordt wel gezegd dat er in fictie meer waarheid zit dan in de werkelijkheid om ons heen. Zo bezien kun je misschien beter een paar dystopische romans ter hand nemen, als je de huidige tijd wil doorgronden.

Er verschenen er genoeg, de laatste jaren, dat is op zichzelf al een teken aan de wand. Zo kreeg Margaret Atwoods fameuze roman over het fictieve Gilead, Het verhaal van de dienstmaagd (uit 1985), waar vrouwen worden gedegradeerd tot slaafse broed-machines, dit jaar een fascinerend vervolg met De testamenten. Ook in Jesse Balls Het duikersspel is de mensheid verdeeld in groepen die elkaar bestrijden en onderdrukken. In Aafke Romeijns toekomstroman Concept M zien we hoe die onderdrukte klasse radicaliseert en aanslagen gaat plegen.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Recente romans over pandemieën zijn er ook. Gevalletje gelukkige timing. Zo leverde Lawrence Wright zijn roman The End of October eind vorig jaar bij zijn uitgever in. Het onderwerp: een mysterieus griepvirus uit Azië dat het dagelijks leven platlegt. Of neem Station Elf van Emily St. John Mandel over een groepje musici dat zich staande probeert te houden, twintig jaar nadat een varkensgriep-pandemie de wereldbevolking heeft gedecimeerd. De gelijkenissen zijn huiveringwekkend.

Emily St. John – Station Elf
Aafke Romeijn – Concept M
Margaret Atwood – De testamenten
Cynan Jones – De wetten van water 
Hanna Bervoets – Alles wat er was
Ian McEwan – Machines zoals ik
Jesse Ball – Het duikersspel
Ben Smith – Doggerland
Lawrence Wright – The End of October
Renate Dorrestein – Weerwater

Voor de doemdenkers: 10 sombere boeken over het einde

Het is allemaal vergeefs. Alles gaat teloor. We gaan eraan, is het niet vandaag, dan morgen. Het leven is een tranendal en we rennen met z’n allen op de afgrond af.

Wie volhardt in zijn fatalisme krijgt uiteindelijk, op de drempel van de dood, het finale gelijk. “Het is altijd makkelijker om een cynicus te zijn,” zei de grote denker Barack Obama al.

Voor deze sombermansen zijn er bovendien stapels boeken die hen bevestigen in hun negativisme. Geert Maks eind vorig jaar verschenen Grote verwachtingen bijvoorbeeld, waarin ons nationale geweten een voorschot neemt op het einde van de Europese Unie. Of Greta Thunbergs Ons huis staat in brand, waarin de dwarse klimaatpuber haar alarmistische boodschap er op niet mis te verstane wijze inpepert. Zelfs de liefde loopt op haar laatste benen, als we Eva Illouz moeten geloven.

Een van de grote vijanden van de doemdenkers is de voortschrijdende technologie. In Huib Modderkolks Het is oorlog, maar niemand die het ziet beschrijft de onderzoeksjournalist hoe bedrijven maar ook naties elkaar online proberen te beïnvloeden. Het internet als geopolitiek slagveld. En in The game laat Alessandro Baricco (bekend van De barbaren) zien hoe de digitale revolutie onze medemenselijkheid bedreigt.

Geert Mak – Grote verwachtingen
Huib Modderkolk – Het is oorlog, maar niemand die het ziet
Michel Houellebecq – Serotonine
Steven Stroeykens – Het einde van de wereld
Oswald Spengler – De ondergang van het Avondland
Alessandro Baricco – The game
Greta Thunberg – Ons huis staat in brand
Eva Illouz – Waarom liefde eindigt
Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis – Je hebt wél iets te verbergen 
Yuval Noah Harari – 21 lessen voor de 21ste eeuw

Voor de optimisten: 10 geruststellende boeken

Alles komt goed. De huidige crisis is maar een kleine hobbel op onze doorgaande lijn naar de top. We worden steeds gelukkiger, steeds ouder, steeds gezonder. Er is steeds minder honger, steeds minder criminaliteit, er zijn steeds minder verkeersongelukken.

De optimist laat zich nooit uit het veld slaan. En de weersgesteldheden geven hem gelijk, want inderdaad, het houdt altijd een keertje op met regenen.

Ook dwangmatige positivisten vinden in de boekhandel ruim voldoende erkenning. Een absolute must-read is bijvoorbeeld Steven Pinkers lofzang op de voortbrengselen van de Verlichting. Hij stort een lange lijst van alle werkelijke (en vermeende) verbeteringen van de laatste twee eeuwen over de lezer uit. Ook wetenschapsjournalist Simon Rozendaal maakt overtuigend duidelijk dat we blijvend vooruitgaan, ook al lijkt soms het tegendeel het geval. Genoeg stof om een leger onheilsprofeten mee te bestrijden.

Bijzonder inzichtelijk is Feitenkennis van de Zweedse hoogleraar (en degenslikker) Hans Rosling. Hij legt geduldig uit waarom mensen geneigd zijn situaties verkeerd in te schatten, en bij voorkeur negatiever dan nodig. En de absolute bestseller van het afgelopen boekenjaar is nog altijd Rutger Bregmans De meeste mensen deugen, een toegankelijk betoog over de intrinsieke goedheid van de mens. Overtuigend of niet – het feit dat zoveel mensen erin willen geloven, is op z’n minst opmerkelijk.

Steven Pinker – Verlichting nu
Maarten Boudry – Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat
Claudia de Breij – Lang leve ons
Rutger Bregman – De meeste mensen deugen
Fokke Obbema – De zin van het leven
Simon Rozendaal – Alles wordt beter
Joris Luyendijk – Hoop
Addie Schulte – De strijd om de toekomst
Matt Ridley – De rationele optimist
Hans Rosling – Feitenkennis

Voor wie dagenlang in een andere wereld wil vertoeven: 10 vreselijk dikke pillen

Het literaire equivalent van het bingen van een tv-serie: in één ruk een boek uitlezen. Om vele uren later versuft uit de fictie te ontwaken. De ideale manier om een noodsituatie te vergeten. Vooral als het een beetje een dikke pil betreft.

In de jaren tachtig en negentig kon je van de literaire bakstenen flinke muurtjes metselen. Eco, Tartt, Wolfe, Irving, Palliser (De Quincunx), Le Roy Ladurie (Montaillou) – het ging van mollig tot zwaarlijvig. Bij het begin van het nieuwe millennium – ‘leeslast’ werd een gevreesd begrip – werden de dikke pillen schaarser. Maar de laatste jaren is het XL-boek weer aan een opmars bezig. In eigen land deden Pfeijffer, Buwalda en Oek de Jong flink hun best, maar zij werden schaamteloos overtroefd door de Noor Johan Harstad (1228 pagina’s), de Georgisch-Duitse Nino Haratischwili (1280 pagina’s) en recent de Britse Hilary Mantel, wier magistrale De spiegel & het licht (1234 pagina’s) het sluitstuk is van een trilogie die in totaal 2238 pagina’s telt. Ga kopje onder in zestiende-eeuws Engeland, volg smidszoon Thomas Cromwell op zijn lange, kronkelige weg naar de macht, en alle Covid-ellende glijdt van je af.

Nino Haratischwili – Het achtste leven (voor Brilka)
Oek de Jong – Zwarte schuur
Johan Harstad – Max, Mischa & het Tet-offensief
Haruki Murakami – De moord op Commendatore
Hilary Mantel – De spiegel & het licht
Jonathan Littell – De welwillenden
Peter Buwalda – Otmars zonen
Hanya Yanagihara – Een klein leven
Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa
Nathan Hill – De Nix

Voor wie alles wil weten over epidemieën: 10 boeken over Covid-19 en andere virussen

Je hebt twee soorten mensen: zij die bij het passeren van een verkeersongeluk vertragen en eens uitgebreid gaan staan toekijken, en zij die hun hoofd afwenden en snel doorlopen. De tweede categorie had het zwaar, de laatste maanden. Om de Covid-berichtgeving te ontwijken moest je je oren en ogen zo ongeveer dichtnaaien. De eerste categorie wordt optimaal bediend, in de eerste plaats met een onuitputtelijke stroom corona-nieuws in alle denkbare media. Maar intussen liggen ook de eerste corona-titels in de boekhandel. De Slo-veense denker Slavoj Žižek bijvoorbeeld heeft razendsnel een pamflet getypt, waarin hij aandringt op sterke overheden om deze pandemie te beteugelen. En dan herdrukken snuggere uitgevers inderhaast titels die over aanpalende virussen en historische pandemieën gaan. Zoals David Quammens Zoönose, waarin wordt uitgelegd hoe virussen overspringen van dieren op mensen. Of Richard Prestons angstaanjagende boek over Ebola, de mysterieuze virusziekte die tot op de dag van vandaag slachtoffers maakt in Afrika. Of Laura Spinneys bijzonder interessante studie van die andere griep, die de wereld een eeuw geleden in haar greep hield. Met mogelijk honderd miljoen doden als gevolg. Daarbij vergeleken zijn de – op het moment van schrijven – 360.000 Covid-doden kinderspel.

David Quammen – Zoönose
Laura Spinney – De Spaanse griep
Jaap Goudsmit – De virus-invasie
John Rhodes – The End of Plagues
Richard Preston – Ebola. Het killervirus
Slavoj Zizek – Pandemie
Mark Heirman – De zwarte dood
Roel Coutinho – Epidemieën en pandemieën
Paolo Giordano – In tijden van besmetting
M. Boshart – De pest in Europa 1347-1352

Voor wie wil vluchten in zoete dromen: 10 feelgood-verhalen

De ‘commerciële fictie’ is een categorie die de bestsellerlijsten domineert, maar waar critici en literaire bobo’s vaak op neerkijken. Lucinda Riley’s Zeven zussen-serie is zo’n mierzoet leessnoepje. Het afgelopen jaar werden er honderdduizenden exemplaren van verkocht. Je zou enigszins dramatisch kunnen stellen dat Riley de redding van de boekhandel is. (En wee je gebeente als je daar snobistisch-neerbuigend over doet, dan krijg je de toorn van Eus over je uitgestort, zoals een bekende Veenendaalse boekhandelaar overkwam.) 

Nu veel mensen kampen met neerslachtigheid trekt de verkoop van feelgood-romans nog verder aan. Daarvan profiteren auteurs als Santa Montefiore en Jill Mansell, en van eigen bodem blijft Hendrik Groen in de bestsellerlijsten terugkeren. Maar ook een non-fictietitel als Het dorp van Wim Daniëls, waarin het dorpsleven van weleer door een dikke laag vaseline in beeld wordt gebracht, is populair. Wie niet terug in de tijd wil, neme zijn toevlucht tot de ruige Schotse westkust. Josephine Rombouts woonde daar een paar jaar als huishoudster op een heus kasteel. In haar onderhoudende trilogie over Cliffrock Castle schetst ze een wereld vol jacht-
partijen, kroonluchters en feodale verhoudingen, waarvan je niet wist dat die nog goeddeels intact is.

Lucinda Riley – de Zeven zussen-serie
Hendrik Groen – de reeks Geheime dagboeken
Santa Montefiore – Naar de overkant
Elena Ferrante – De Napolitaanse romans
Kate Mosse – Tijden van vuur
Susan Smit – Tropenbruid
Jill Mansell – Heerlijk duurt het langst
Simone van der Vlugt – Schilderslief
Josephine Rombouts – Terug naar Cliffrock Castle
Wim Daniëls – Het dorp

Voor wie wil uitwijken naar een andere tijd: 10 historische romans en verhalen

Was vroeger dan alles beter? Vast niet. Maar vroeger was er in ieder geval geen anderhalvemetersamenleving, corona-app of Jaap van Dissel.

Historische romans als vlucht uit de lockdown. Om niet gehinderd door quarantainemaatregelen naar Oxford, Parijs of Konstanz te kunnen reizen, al was het maar in de middeleeuwen, zoals in Jan van Akens indrukwekkende De ommegang. In je verbeelding kan je alle kanten op: naar achttiende-eeuws Stockholm (Niklas Natt och Dag), naar naoorlogs Chili (Isabel Allende), naar het oude Rome van keizer Tiberius (Sana Valiulina). Wie dichter bij huis wil blijven, leze Kees ’t Harts vermakelijke roman over een reis per koets van Franeker naar Weimar, aan het begin van de negentiende eeuw.

Het omwerken van klassieke mythen biedt een schrijver zowel houvast als vrijheid. Pat Barker vertelt het verhaal van een bijfiguur uit de strijd om Troje: Briseïs, de geliefde van Achilles. De Ierse schrijver Colm Tóibín kruipt in de huid van de furieuze Klytaimnestra. En Stephen Fry deed het met een hele serie Griekse mythen, die hij met de hem bekende combinatie van eruditie en spitsvondigheid navertelt.

Jan van Aken – De ommegang
Stephen Fry – Mythos
Sana Valiulina – Een wolf bij zijn oren pakken
Isabel Allende – Bloemblad van zee
Colm Tóibín – Het huis van de namen
Sebastian Barry – Duizend manen
Niklas Natt och Dag – 1794
Ta-Nehisi Coates – De waterdanser
Pat Barker – De stilte van de vrouwen
Kees ’t Hart – De ziekte van Weimar

Voor wie alle ellende eruit wil lachen: 10 humoristische boeken

“Wanneer u een beetje eenzaam bent vannacht. En bij uzelf denkt: waartoe leidt alles… waartoe ben ik op aard en wat heeft alles voor zin… juist op zo’n moment kan God u tegemoet komen. Haal niet in, blijf rechts rijden en probeer hem met licht-
signalen te waarschuwen.”

De verzamelde vertelsels van Herman Finkers brengen verlichting in duistere tijden. Dit boek is een moderne klassieker met een bijzonder melige grapdichtheid.

Buitengewoon geestig maar ook pijnlijk openhartig zijn de dagboeknotities van David Sedaris. Of het nu zijn getroebleerde jeugd betreft, zijn tumultueuze relatie, zijn drank- en drugsverslavingen – Sedaris doet er even droogkomisch als onverbloemd verslag van.

Wie graag sterke anekdotes krijgt opgedist, moet de autobiografische verhalen van Maarten Spanjer lezen, die je naar het Amsterdam van de jaren vijftig en zestig katapulteren. Erg Amsterdams zijn tevens de gebundelde Volkskrant-columns van Sylvia Witteman: scherpe observaties van het stadse leven, gekruid met zelfspot en milde ironie.

Absurdisme heeft de boekhandel ook in ruime mate te bieden. De Israëlische schrijver Etgar Keret bijvoorbeeld, wiens verhalen toegang bieden tot een vreemd maar zeer vermakelijk universum. Zo mogelijk nog vreemder is cabaretier Stefano Keizers, wiens hersenspinsels ook op papier voornamelijk tot verwarring leiden. Interessant, maar gaat u verder.

Herman Finkers – De cursus ‘Omgaan met teleurstellingen’ gaat wederom niet door
Paulien Cornelisse – Japan in honderd kleine stukjes
Herman Brusselmans – Bloed spuwen naar de hematoloog
Atte Jongstra – De Aardappelcentrale
Maarten Spanjer – Geluk is een herinnering
Japke-d. Bouma – Gids voor de kantoorjungle
Sylvia Witteman – Boodschappen zonder leesbril
Stefano Keizers – Twee Luitenanten
David Sedaris – Gestolen voorwerpenEtgar Keret – Mijn konijn van vaderskant

Voor wie geen genoeg krijgt van ziekte en dood: 10 boeken over lichamelijk falen

Een effectieve manier om u van uw doodsangst te bevrijden is het lezen van de ziekte-
geschiedenissen van anderen. Dat relativeert het eigen leed aanzienlijk. De schappen puilen uit van gezellig leesvoer over kanker, alzheimer, hartfalen, depressie en aids, onder veel meer.

Een van de beste romans van het afgelopen boekenseizoen was Jeroen Brouwers’ Cliënt E. Busken, één lange, innerlijke monoloog van een dementerende bejaarde, gekluisterd aan zijn rolstoel, niet in staat tot spreken, maar des te meer tot mentaal fulmineren en oreren.

Journalist Henk Blanken lijdt aan parkinson en loopt daardoor een grote kans om dement te worden. In Beginnen over het einde beschrijft hij hoe moeilijk het is voor dementiepatiënten om euthanasie te krijgen. Voor Martine Bijl was euthanasie evenmin weggelegd, na haar hersenbloeding. In het aangrijpende Rinkelkink beschrijft ze de moeizame weg die ze aflegde, inclusief de angsten en depressie die op het infarct volgden. Vorig jaar mei overleed Bijl alsnog.

Er zijn gelukkig ook ziektegeschiedenissen met een happy end. Pieter van den Blink lijdt aan de ziekte van Hodgkin. 

Terwijl hij met ironische distantie zijn eindeloze rondjes in de behandelmolen beschrijft, duikt hij onder in zijn jeugd in een welgesteld maar broeierig zwijgend gezin in Amsterdam-Zuid. Van den Blink herstelt en maakt en passant op liefdevolle wijze de rekening op. Een dubbele wedergeboorte.

Jeroen Brouwers – Cliënt E. Busken
Martine Bijl – Rinkelkink
Margôt Ros – Hersenschorsing
Khalid Kasem – Abdelhak Nouri
Monique van Loon – Je bent jong en je krijgt wat
Henk Blanken – Beginnen over het einde
Rebecca Makkai – Een stralende toekomst
Eva Meijer – De grenzen van mijn taal
Pieter van den Blink – Het allerbeste
Lieke Marsman – De volgende scan duurt vijf minuten

Illustratie: Theo van den Boogaard

Word lid van HP/De Tijd

Onderwerpen