Spring naar de content
bron: Gabriël Kousbroek

Aguardente op de Azoren

Op advies besloot G.H.B. een maaltijd te nuttigen bij Õtaka op het eiland São Miguel. Na een genoeglijk diner kwam hem een merkwaardig verhaal ter ore.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Prezados senhores, caros senhores, u weet uiteraard dat ik vaak de Nederlandse Mark Twain word genoemd. Nu zult u meteen denken dat ik ‘die mij nog goed gekend heeft’ hieraan toevoeg, maar dat is onmogelijk, want Samuel Langhorne Clemens (de echte naam van de Vader van de Amerikaanse Literatuur) werd geboren in 1835, en zo oud ben ik nou ook weer niet. 

Zijn uitspraak ‘De twee belangrijkste momenten in je leven zijn de dag waarop je geboren bent en de dag waarop je ontdekt waarom’ hangt overigens ingelijst boven mijn ledikant, maar dit terzijde. 

Tijdens de lockdown heb ik Twains gehele oeuvre herlezen en ik moest opnieuw schaterlachen om The Innocents Abroad or The New Pilgrim’s Progress, een schitterend verslag van zijn ‘Great Pleasure Excursion’ met stoomschip Quaker City naar Europa en het Heilige Land in 1867.

Met name zijn beschrijving van de Azoren is hilarisch. Sta mij toe uit de losse pols een passage te vertalen: 

“De Açorianos zijn bij uitstek Portugees – dat wil zeggen: traag, arm, zorgeloos, slaperig en lui. Er is geen moderne ploeg op de eilanden of een dorsmachine. Alle pogingen om ze te introduceren zijn mislukt. De goede katholieke Portugees sloeg een kruis en bad God om hem te beschermen tegen alle godslasterlijke verlangens om meer te weten dan zijn vader vóór hem wist. De ezels en de mannen, vrouwen en kinderen van één gezin eten en slapen allemaal in dezelfde kamer en zijn onrein, worden geteisterd door ongedierte en zijn echt gelukkig. De mensen liegen en bedriegen de vreemdeling, zijn wanhopig en onwetend en hebben nauwelijks eerbied voor hun doden. De laatste eigenschap toont hoe weinig beter ze zijn dan de ezels waarmee ze eten en slapen.”

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Ik was benieuwd of er in de afgelopen 150 jaar iets wezenlijks veranderd was op die mysterieuze eilandengroep op 1600 kilometer ten westen van het Portugese vasteland, op de kruising van de Amerikaanse, Afrikaanse en Europese tektonische platen. 

Het eiland Pico, ook wel het Santorini van Portugal genoemd, kende ik uiteraard van wijnmaker Bernardo Cabral en zijn uitmuntende en prijswinnende Arinto dos Açores van de Cooperativa Vitivinícola da Ilha do Pico. Franciscanen zouden de eerste wijnstokken op Pico hebben geplant, hoewel het pittoreske klooster met wijngaard, dat nu het Pico Wijnmuseum herbergt, toebehoorde aan de Karmelietenorde. Met zijn oude distilleerderij en wijnmakerij dateert het uit de gouden eeuw van de verdelho, toen wijnen voornamelijk naar Noord-Europa en zelfs naar Rusland werden geëxporteerd. Na de communistische revolutie van 1917 werden flessen verdelho do Pico zelfs gevonden in de kelders van de tsaar. 

Tijdens de lockdown heb ik Mark Twains gehele oeuvre herlezen

Mijn goede vriend Harold Hamersma had mij ingefluisterd dat ik beslist een vorkje moest gaan prikken bij mestre José Pereira van Õtaka in Ponta Delgada op het eiland São Miguel, een restaurant dat volgens de innemende Amsterdammer minstens twee Michelinsterren verdient. Zo gezegd, zo gedaan en om maar met de deur in huis te vallen, amigos: het was of de engelen op mijn behoorlijk verwende tong plasten bij Õtaka. Jośe en zijn vrouw Anne zijn gespecialiseerd in de Cozinha Nikkei, ‘uma fusão entre o Japão e América do Sul’. Het grote voorbeeld van José is mijn goede vriend Nobuyuki ‘Nobu’ Matsuhisa, wereldberoemd geworden door zijn signatuurgerechten en zijn Nobu- en Matsuhisa-restaurants, die inmiddels verspreid zijn over vijf continenten. 

Terwijl ik natafelde met de notabelen van het eiland, kwam mij onder het genot van een drupje aguardente CRF XO van 125 jaren jong een merkwaardig verhaal ter ore. Normaliter zou ik zulks afdoen als een urban legend, in de volksmond een broodjeaapverhaal genoemd, maar het gezelschap waarin ik mij bevond kwam dermate serieus en ernstig over, dat het wel echt gebeurd moet zijn. Op 6 juni 2001 rond het middaguur zagen de inwoners van Pilar da Bretanha, een gehucht op het noordwestelijke puntje van São Miguel, een wit jacht van ongeveer twaalf meter lang doelloos ronddrijven in de buurt van de steile kliffen. Geen van de inheemsen had ooit zo’n grote boot zo dicht bij dit levensgevaarlijke deel van de kust zien drijven. Ze dachten dat het een verdwaalde amateurzeiler was. Als de havenautoriteiten de boot hadden gecontroleerd, zouden ze voor tientallen miljoenen euro’s aan onversneden cocaïne gevonden hebben, die van Venezuela naar de Balearen moest worden getransporteerd.

Laat ik hier vooropstellen dat ik in gans mijn leven gevrijwaard ben gebleven van die gore troep, al zag ik op de toiletten van De Kring en Arti menigmaal verdachte bewegingen en hoorde ik geluiden die mij deden denken aan varkens die een trog leegvreten. 

De tekst gaat onder de illustratie verder.

bron: Gabriël Kousbroek

Enfin, de golven beuken op het jacht, het net waarin de smokkelwaar zich bevond scheurde open, en al spoedig begonnen de pakketten aan te spoelen. Niet iedereen die de verdovende middelen vond, meldde dit bij de plaatselijke hermandad. Een aantal eilandbewoners werd handelaar en begon cocaïne over het eiland te vervoeren in melkbussen, verfblikken en sokken. Een van de politierapporten suggereerde dat twee vissers de eigenaar van het jacht de cocaïne hadden zien dumpen. Ik hoorde van mestre José dat een van deze mannen zoveel spullen vanuit zijn auto verkocht, dat zijn stoelen permanent wit waren geworden van het ‘Colombiaans marcheerpoeder’. 

Op gegeven moment werd de troep zelfs in bierglazen verkocht. Die bevatten ongeveer 150 gram en kostten 20 euro, hetgeen volgens kenners niet veel is. De resultaten waren rampzalig. Een medicus en lijkschouwer in het ziekenhuis van Ponta Delgada die met mij natafelde bij José, vertelde me dat een ongewoon hoog aantal mensen zijn ziekenhuis binnenkwam met symptomen van een hartaanval, of zelfs bewusteloos. Lokale televisienetwerken begonnen gezondheidswaarschuwingen uit te zenden naar de eilandbewoners, maar voor sommigen was het te laat. Daarom wil ik de jonge lezers van mijn kroniek met de hand op het hart adviseren: blijf toch van die rommel af, want ik heb mijn beste vriendin Mathilde eraan onderdoor zien gaan. Basta dizer não! Drink liever net als ik een glaasje aguardente a day, want dat keeps the doctor away. Saúde!