Vinos de Gran Altura!

Master of Wine Cees van Casteren duikt in de wereld van de Boliviaanse wijnen.

Gepubliceerd op: 25/05 | 2023 Geplaatst in de volgende categorieën:

• Leven

door Cees van Casteren

• E-mail
• Twitter
• Facebook
• LinkedIn

Al is Bolivia een van de armste landen in Zuid-Amerika met een economie in uiterst belabberde staat, viert het dit jaar een belangrijke verjaardag. Het is namelijk op de kop af 450 jaar geleden dat hier de eerste wijnstokken door Augustijner priesters werden aangeplant. Niemand weet precies hoe die eerste Boli-wijnen in 1573 gesmaakt moeten hebben, al ga ik ervan uit dat ze nauwelijks drinkbaar waren. Desondanks was Boliviaanse wijn wél een mijlpaal in de geschiedenis van de Nieuwe Wereld. Immers, alléén Mexico en Peru gingen Bolivia voor. Maar waar in Mexico en Peru de wijn exclusief bestemd was voor de troepen en de Heilige Mis, zouden de Boliviaanse vinos vooral door de elite van Potosí gedronken worden.

Potosí ligt op meer dan vier kilometer hoogte en is in 1545 door de Spanjaarden gesticht in de hoop er goud te vinden omdat de Inca’s er ook gedelft hadden. Goud vonden de conquistadores er niet, maar wel zilver! Meer dan 70.000 ton zou er met lama’s en muilezels naar de Spaanse schepen aan de kust worden getorst. Miljoenen Indio’s zouden de Cerro Ricoberg perforeren als een spons. Het gemijnde zilver financierde niet alleen de Spaanse oorlogen maar maakte Potosí ook de rijkste stad van de wereld. Voor de upper class kolonisten moet Potosí dan ook een ongelooflijk dolce vita zijn geweest. Russische kaviaar, huifkarren met Argentijnse hoeren, champagne en wijn uit Cinti. Potosí was korte tijd de rijkste stad van de wereld en met 200.000 inwoners indertijd groter dan Parijs of Londen. En met de voorspoed van Potosí zou ook de Boliviaanse wijnsector zijn Gouden Eeuw kennen. Met oude Spaanse druivenrassen als Criolla Chica en Moscatel.