Spring naar de content
bron: ANP

Een pantomime van feodale pronkzucht

Kunnen we niet eens ophouden met dat gemopper over de troonrede, vraagt Jan Kuitenbrouwer zich af. 'Over de traditie als geheel hebben we het niet, maar om te bewijzen dat we toch ergens best wel kritisch zijn, gaan we het nu even hebben over de vorm van de troonrede.' Waarom niet gewoon een persconferentie in Nieuwspoort waar geen hond naar kijkt?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Al zo lang ik kranten lees, wordt er geklaagd over de troonrede. Ooit las ik ze met instemming. Ja, de troonrede is ‘ouderwets’, ja, de troonrede is ‘te lang’, ja, de troonrede is ’te moeilijk’, ja, de troonrede is ‘saai’. Maar voor die jaarlijks terugkerende klachten en bezwaren geldt in wezen hetzelfde. Ze zijn déél van de troonrede, net zo saai, voorspelbaar en ritueel van aard. De troonrede is een jaarlijks terugkerende toespraak van het staatshoofd plus het bijbehorende gemopper erover. Deze keer zat de koning te jagen, waardoor hij zich onnodig vaak versprak. Dat zal het Matthijs van Nieuwkerk-effect zijn. Die begon op een gegeven moment zijn spreektempo op te voeren. Omdat zijn programma zo succesvol was, gingen presentatoren hem proberen na te doen, zodat zij ook een miljoen kijkers zouden hebben. Het gevolg is een hele reeks matige televisieprogramma’s waarvan de presentatoren over hun woorden struikelen. En een koning die het ook probeert, maar op karakteristieke wijze onderschat hoeveel training zoiets vergt.

Dit jaar was de beurt aan het NPO-radioprogramma Dit is de Dag, op de derde maandagavond van september. Er waren twee professoren uitgenodigd, ieder deskundig op het gebied van taal. Het onderwerp werd ingeleid met één voorbeeld van een woord uit de troonrede van vorig jaar dat niet iedereen op straat direct begrijpt: polarisatie. Nog een handvol voorbeelden had ik wel interessant gevonden, los van de troonrede, omdat het een indruk geeft van de woordenschat van de gemiddelde voorbijganger − iets waar hoogopgeleide taalgebruikers vaak geen idee van hebben − maar er werd direct overgeschakeld naar de twee professoren. De een was voor radicale vereenvoudiging, het schrappen van woorden als ‘polaristatie’ dus, de andere was hier tegen. Beschaafd-parmantig − ‘mijn geleerde collega’ − vingen zij elkaar vliegen af. Waarom zit de vorst eigenlijk, zei de een, als wij weten dat een spreker die staat meer gezaghebbend is? Het is troonrede, riposteerde de ander, een troon veronderstelt zitten. Waarom dat gedoe met papier, zei de een, waarom niet een autocue? Dat papier is een stukje traditie, stelde de ander daar tegenover. De een had een onderzoek gedaan waaruit bleek dat mensen een vereenvoudigde versie van de troonrede beter waarderen dan het origineel. Maar werd die vereenvoudigde versie dan ook door een koning voorgedragen, wilde zijn geleerde collega weten, nadat die in een gouden koets was binnengereden, begeleid door vlagvertoon en trompetgeschal? Daar moest iedereen in de studio wel even om gniffelen, de spreker incluis.

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap