Spring naar de content

Sven Kramer versus Eric Heiden

Als Sven Kramer, net als Eric Heiden in 1980, straks al zijn afstanden in Vancouver wint, mag hij zich dan de nieuwe ‘beste schaatser aller tijden’ noemen? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen beide helden?’Alles, maar dan ook echt alles lijkt  te kloppen.’ 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

1976. Als twaalfjarig jongetje sta ik met mijn vader en broer op de tribune van Thialf in Heerenveen. Mijn held is Piet Kleine. Hij moet wereldkampioen worden. Elke keer als Kleine langsrijdt, schreeuw ik de longen uit mijn lijf. Hij wórdt wereldkampioen. ‘De postbode uit Hollandscheveld’ vermorzelt op de tien kilometer al zijn tegenstanders, inclusief een zeventienjarige Amerikaan die er 32 seconden langer over doet. Op de terugweg in de auto naar huis genieten we na van Piets zege op de Noren en zingen we hem nog eens toe (‘Pié-tje, Pié-tje’). We realiseren ons geen moment dat we dit weekend – ‘Hoe heet dat jonge gastje uit Amerika? Erik Heiden? – getuige zijn geweest van schaatshistorie: het eerste WK-optreden van de beste schaatser aller tijden.

1986. Op een steenworp afstand van het Thialf-stadion wordt Sven Kramer geboren. Waar Heiden tien jaar eerder – nog volstrekt onwetend van de schaatskoorts in Nederland – met een rugzakje arriveerde in Heerenveen, voelt Sven de hartstocht voor het schaatsen al in de wieg. Bij de familie Kramer komen veel schaatsers over de vloer. Vader Yep is een uitstekende allrounder die in 1980 op de Olympische Spelen in Lake Placid – Eric Heiden veroverde vijf keer goud – meedeed op de vijf en de tien kilometer. Herbert Dijkstra, schaatscommentator van de NOS: “Ik ben nog op kraamvisite geweest. Sven kreeg van mij zijn allereerste rammelaar.” Vader Kramer stapt eind jaren tachtig over naar het marathonschaatsen: “Ik trainde in Inzell en dan nam ik Sven altijd mee. Ik zette hem daar op driejarige leeftijd voor het eerst op de schaats.”

Sven Kramer ontwikkelt zich gestaag, maar valt in eerste instantie niet op. Lieuwe de Boer, bronzen medaillewinnaar op de 500 meter in Lake Placid en trainer van de jonge Sven in gewest Friesland: “Hij was enorm gemotiveerd, maar je kon hem van alles wijsmaken. Als ik zei: voor die 1500 meter moet je eerst twee uur in de sauna zitten en dan tien kilometer rechtsom rijden, dan deed hij dat. Hij geloofde alles en deed alles om beter te worden.” Herbert Dijkstra: “Zijn vader behandelde hem soms Spartaans.” Yep Kramer zelf: “Het gekke is dat Sven als kind niet zo veel op had met het langebaanschaatsen. Ik liet wel eens video’s zien van mezelf op wereldkampioenschappen. Daar keek hij dan wel naar, maar hij vond wedstrijden en beelden van mij op natuurijs veel mooier.”

Lees het hele artikel in de HP/De Tijd van deze week.

Onderwerpen