Spring naar de content

Kantoorknuppels

De gemiddelde wijkagent is vaker achter zijn bureau te vinden dan op straat. Dat moet anders, vindt het nieuwe kabinet. Maar het is de vraag of de beloofde hervorming van de politie veel zal bijdragen aan het terugdringen van de bureaucratie.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Het kabinet-Rutte heeft grootse plannen voor de hervorming van de politie. Het dossier veiligheid is toevertrouwd aan de VVD-zwaargewichten Ivo Opstelten en Fred Teeven. Het ministerie van Veiligheid & Justitie heeft een flinke kluif aan de voorgenomen herstructurering van de 26 politiekorpsen tot tien korpsen met één korpschef aan het hoofd. Met deze ervaren hardliners aan het roer moet dat wel goed komen, zou je denken. Teeven, de oud-officier van justitie die vorige week in HP/De Tijd als een pitbull werd omschreven, durft zijn nek uit te steken en grenzen te verkennen. Op televisie zei hij na zijn benoeming tot staatssecretaris: “Ik had een hoop kritiek, dus er ligt nu ook een hoop werk voor mezelf. Dat is de consequentie.” Conclusie: het tijdperk-Teeven is aangebroken. Het centrumrechtse kabinet belooft zelfs drieduizend extra agenten (inclusief vijfhonderd animal cops).

Intussen ziet de politie de bestrijding van overlast op straat steeds minder als haar taak, dus worden duizenden buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s) ingezet om tegen lastpakken op te treden en om boetes uit te delen, zo schreef de Volkskrant onlangs. Deze trend zal zich met de voorgenomen herstructurering alleen maar voortzetten, denken experts. Langzamerhand verdwijnt de ouderwetse oom agent dus uit het straatbeeld, in ruil voor – in ieder geval in Amsterdam – scooterrijdende BOA’s die continu bonnen schrijven.

Toch is het aanstellen van extra agenten niet de oplossing voor het gebrekkige functioneren van de politie. In het zojuist verschenen boek Operatie blauw van voormalig HP/De Tijd-redacteur Bart de Koning pleit de auteur voor het terugdringen van het grootste probleem bij de politie: de bureaucratie. In 130 pagina’s doet De Koning haarfijn uit de doeken wat er op dat vlak allemaal misgaat bij de Nederlandse politie. De bureaucratie is onvoorstelbaar groot – een wijkagent is gemiddeld 39 procent van zijn tijd bezig met administratie – en de noodzakelijke automatisering is kostbaar en tijdrovend, doordat de 26 politiekorpsen allemaal hun eigen systemen en verouderde programma’s gebruiken. Wat hebben we aan drieduizend nieuwe agenten als die slechts een paar uur per dag op straat kunnen lopen?


Een van de gevolgen van de trage automatisering en de uitdijende bureaucratie is dat de dossiers van het ene korps niet doorzoekbaar zijn door de andere korpsen. Jaarlijks blijven maar liefst 700.000 aangiften liggen omdat de politie er eenvoudig niet aan toe komt. Naar schatting 150.000 van die zaken zouden zó kunnen worden opgelost, als de dienders de tijd hadden om erachteraan te gaan. Niet voor niets is het boek voorzien van de waarschuwing dat het lezen ervan ‘uw vertrouwen in de Nederlandse politie ernstig (kan) schaden’.

De huidige 26 ‘koninkrijkjes’ moeten volgens De Koning worden samengesmeed tot één nationaal korps, wat de schatkist een besparing zou opleveren van honderden miljoenen euro’s per jaar. Het weekblad Elsevier beval Operatie blauw dan ook al aan als verplicht huiswerk voor minister Opstelten.

De hijgerige roep van politici om meer blauw op straat is dus nutteloos als de problemen niet bij de wortel worden aangepakt. En of het kabinet-Rutte de beloofde hervorming ook weet te realiseren, is nog maar de vraag, want in het terugdringen van bureaucratie slagen politici maar zelden.

Behalve aan een slagvaardige organisatie ontbreekt het de politie aan geld, en dat heeft zijn weerslag in de keuzes die moeten worden gemaakt. Vandaar dat er met de aangifte van je gestolen fiets niets wordt gedaan, behalve dan dat het incident in de statistieken wordt verwerkt.

Door datzelfde gebrek aan middelen zullen organisators van grote evenementen in de nabije toekomst wellicht zelf moeten gaan opdraaien voor de beveiligingskosten. Nog niet zo’n gek voorstel, want daardoor kan de politie zich concentreren op ordehandhaving en het oplossen van misdrijven.


Fietsendieven in de kraag grijpen, voetbalrellen voorkomen, misdrijven oplossen – de politie kan het in haar huidige vorm onmogelijk allemaal tegelijk. Tot ergernis van zowel de politiek als de burger, die verlangt dat de overheid alles voor hem oplost en zorgt dat zijn woonomgeving veilig is. De staat heeft immers het monopolie op het gebruik van geweld.

Tenminste, zo is het altijd geweest, maar voor de regering-Rutte is dat principe geen wet van Meden en Perzen meer. Als iemand jouw huis binnendringt om zich jouw bezit toe te eigenen, mag je die van het nieuwe kabinet de deur uit meppen zonder bang te zijn zelf in de boeien te worden geslagen. Toch hoeven tegenstanders van eigenrichting zich geen zorgen te maken. Disproportioneel geweld blijft gewoon strafbaar. Je mag de inbreker dus wel buiten schoppen, maar niet te hard.

Zo concreet als het regeerakkoord is over zelfverdediging, zo vaag is het als het gaat over het terugdringen van de bureaucratie en verspilling bij de politie. De organisatie wordt efficiënter en effectiever, wordt er beloofd, er komt meer ruimte voor het vakmanschap van de politie en dat leidt dan vanzelf tot meer blauw op straat. Maar de enige concrete maatregel ter bestrijding van de bureaucratie die wordt genoemd, is het genoemde voornemen om het aantal korpsen terug te dringen van 26 tot tien.

Daarnaast is er nog de aankondiging dat aangiften voortaan anders zullen worden behandeld. Er moeten richtlijnen komen om burgers ervan te verzekeren dat ze overal ‘snel en eenvoudig’ aangifte kunnen doen, en dat ze vervolgens op de hoogte worden gehouden van wat er met hun aangifte gebeurt. Maar of er dan naar die gestolen fiets zal worden gezocht, blijft de vraag.


Vermoedelijk gaat het nog jaren duren voordat de politie daadwerkelijk effeciënter en effectiever wordt. Daarvoor is het nodig van dat minister Opstelten en zijn staatssecretaris Teeven zich blijven inzetten voor het beleid dat ze hebben aangekondigd. Totdat die bureaucratie is aangepakt en er ooit echt meer blauw op straat zal verschijnen, kun je als burger misschien maar beter naar een buurt verhuizen waar je fiets niet elke maand wordt gestolen en je niet elke maand een inbruiker naar buiten hoeft te werken.