Spring naar de content

Niet links, niet rechts, maar liberaal

Kan een liberale partij wel samenwerken met een omstreden club als de PVV? Twee liberale denkers kruisen de degens. ‘De gedachte dat de PVV ‘fout’ is, vind ik onzindelijk, onzuiver en ongefundeerd.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Volgens de huidige oppositie worden de idealen van het liberalisme – individuele vrijheid op het terrein van economie en levensinvulling – geschonden door deel te nemen aan een gedoogconstructie met de PVV. Maar is dat wel zo? Twee heren die dit kunnen weten, zijn Patrick van Schie en Joris Backer. Van Schie is directeur van de Teldersstichting, de denktank die gelieerd is aan de VVD en prominente partijleden als Frits Bolkestein en Jozias van Aartsen onder haar curatoriumleden telt. Backer is voorzitter van het Kenniscentrum D66, eveneens een liberale denktank. Daarnaast is hij kandidaat voor de Eerste Kamer voor D66 en dus nauw betrokken bij de Provinciale Statenverkiezingen.

U zult beiden wel verheugd zijn: voor het eerst sinds 1918 een liberale premier!

Joris Backer: “Dat zou op zich goed nieuws moeten zijn, maar als ik kijk naar de afspraken, kan ik daar niet blij van worden. Waarom moeten voor dat gedoogakkoord internationale verdragen worden aangepast?”

Patrick van Schie: “Ik ben heel tevreden, al zal de komende jaren nog moeten blijken hoe het gaat.”

Een vaak gehoorde klacht is dat de VVD zichzelf verloochent door deelname aan de gedoogconstructie.

Backer: “Het is eigen aan het liberalisme om te pleiten voor een maatschappij waarin ideeën, mensen en goederen vrij kunnen circuleren. VVD en CDA laten het kabinet afhangen van een partij die groot is geworden in wij-zij-denken en die de veiligheid van de staat koppelt aan een geloof. Daar kun jij het ook niet mee eens zijn, Patrick.”

Van Schie: “Het is een karikatuur om te spreken van een gesloten maatschappij, alsof het kabinet opeens de grenzen dichtgooit! We leven nog steeds in een open samenleving en daar blijven we voor staan. Er is alleen een neiging tot verabsolutering van internationale verdragen. Die staan overal boven, alsof ze de opperste wijsheid in pacht hebben. Het probleem hiermee is dat de ruimte voor de democratie smaller wordt.”


Afspraken tussen landen werken toch juist pacificerend?

Van Schie: “Jawel, maar je kunt die verdragen niet zomaar democratisch veranderen. Wetten wel.”

Backer: “Die verdragen worden juist bekráchtigd door wetten. We zijn er zelf bij wat we aannemen. Er gebeuren nu merkwaardige dingen: iemand die genaturaliseerd is, kan het Nederlanderschap worden afgenomen. Maar dit zijn onderwerpen die niet voor uitruil geschikt zijn. Vanuit humanitair oogpunt zeg ik: gelukkig maar dat die verdragen er zijn.”

Van Schie: “Dat ‘we’ kan vijftig jaar geleden zijn, in een totaal andere context. Ik heb het niet over de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, maar over een heel stelsel van verdragen dat zelfs door juristen en rechters verschillend wordt geïnterpreteerd. Die zaken zouden democratisch moeten worden beslist.”

De massa heeft ook niet altijd de wijsheid in pacht. Als een meerderheid roept om het opknopen van een pedofiel of het invoeren van de sharia, moet er een elite zijn die aan de mensenrechten vasthoudt en op de rem trapt.

Van Schie: “Er moet een evenwicht zijn tussen democratie en rechtsstatelijkheid. Waar die ontbreekt, moet een rechtsstaat gebouwd worden, maar nu is het punt bereikt dat democratie in het nauw komt. Ik vind dat die verdragen uitsluitend per referendum tot stand moeten komen.”

Backer: “Sorry? Een VVD’er die vóór het referendum is?”

Van Schie: “Ach, ik bepleit dat al jaren.”

Backer: “Verdere integratie in de wereld roept natuurlijk spanningen op. Ik vind dat zowel verdragen als nieuwe wetten aan de grondwet moeten kunnen worden getoetst.”


Rob Riemen van het Nexus Instituut ziet een parallel met de jaren dertig. In De eeuwige terugkeer van het fascisme schrijft hij: “De liberalen verdedigden niet langer het vrijheidsbeginsel van het Europees humanisme, maar waren alleen nog geïnteresseerd in de vrijheid van de markt, dat wil zeggen: zolang we geld kunnen verdienen…”

Van Schie: “De gedachte van Riemen is dat de PVV ‘fout’ is, en dat je dus ‘collaboreert’ als je daarmee een akkoord aangaat. Dat vind ik echt niet kunnen. Onzindelijk, onzuiver en ongefundeerd.”

Backer: “Elke historische vergelijking gaat mank. Als je een vergelijking maakt met fascisme, denkt iedereen meteen aan nazisme en de holocaust. Heel ongepast. Een veel interessantere vergelijking is Denemarken, waar al tien jaar een minderheidsregering is. De ‘Deense PVV’ krijgt nooit een meerderheid, maar andere partijen zijn zich wel gaan aanpassen. Wat vroeger radicaal was, wordt nu normaal.”

Geert Wilders wordt wekelijks door de premier geconsulteerd. De achttien miljard bezuinigingen moeten binnen zijn financiële kader passen en elk nieuw initiatief moet eerst aan hem worden voorgelegd. Volgens staatsrechtprofessor Jit Peters van de Universiteit van Amsterdam komt dat neer op vetorecht.

Van Schie: “In hoeverre is achterkamertjespolitiek onvermijdelijk? Uiteindelijk beslist toch het parlement. Hij is niet belangrijker dan André Rouvoet in het vorige kabinet.”

Eh, die was vicepremier.

Backer: “Tja, Alexander Pechtold heeft Wilders niet voor niets de Zonnekoning genoemd…”

Van Schie: “De ene keer zit Wilders aan tafel bij Rutte, de andere keer Jolande Sap. Dat is heel normaal.”


Er worden vergaande concessies gedaan, ook aan de SGP. Bijvoorbeeld een uitstelling van het verbod op godslastering, en van de behandeling van het burger-initiatief Uit Vrije Wil, waarbij ook Frits Bolkestein betrokken was. Dat moet vrijheidslievende mensen toch ter harte gaan.

Van Schie: “Er is een groot verschil tussen wat je vanuit je beginselen wilt en wat je kunt realiseren in één regeerperiode.”

Waar ligt de grens?

Van Schie: “Dat valt niet in algemene termen te vangen. Je hebt altijd plussen en minnen.”

Backer (speelt met een van spijt vertrokken gezicht met zijn BlackBerry): “Mijn rol in D66 is er een van kennis en kunde verzamelen, niet van politiek. Maar ik zeg wel tegen de VVD: je kunt veel beginselen opschrijven, het gaat er uiteindelijk om wat je dóet.”

Over beginselen gesproken: na de verkiezingen weigerde niet alleen de PvdA, maar ook D66 om in gesprek te gaan met Wilders. Niet erg democratisch, voor democraten.

Backer: “Kiezers willen begrijpen waar je staat en naar wat voor samenleving je wilt. Wij zijn open, vernieuwend en internationaal georiënteerd. Dat moet duidelijk zijn.”

Van Schie: “Het is niet goed om een partij bij voorbaat te verketteren. Maar het is normaal dat bepaalde coalities onwaarschijnlijk zijn, zoals PVV-PvdA en SP-VVD. En het is dan wel het beste om dit vóór de verkiezingen aan te geven, niet zoals het CDA pas erná.”

Backer: “We gaan een interessante periode tegemoet. De kans dat een kabinet dat we nog nooit hebben gehad veranderingen zal bewerkstelligen is groot, in tegenstelling tot een gewoon CDA-PvdA-onderonsje. Daarom zijn ook de Provinciale Statenverkiezingen interessant. Wat als het verlies van het CDA doorzet…?”


Van Schie: “Het CDA heeft een aantal structurele ontwikkelingen tegen: individualisering, secularisering. Als het CDA zich op religieuze grondslag blijft beperken, worden ze echt marginaal. Maar het is te vroeg om partijen af te schrijven. Dat is met VVD en D66 ook gebeurd, en kijk waar we nu staan. De binding aan één partij neemt weliswaar af, maar de belangstelling voor de politiek is helemaal niet minder geworden. Dat blijkt uit rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau vanaf de jaren zeventig.”

Denkt u dat we richting een tweepartijenstelsel gaan? Of misschien drie partijen: socialistisch, confessioneel en liberaal?

Van Schie: “Nee. Ik zou ook tegen zijn. Ik ben een warm voorstander van evenredige vertegenwoordiging. Momenteel zie ik ook meer de tendens tot versplintering dan tot de vorming van machtsblokken. Kiezers laten zich niet leiden door een kerk of ander gezag, dus het potentieel van wisselende kiezers is enorm.”

Wat is tegenwoordig de belangrijkste taak voor liberale partijen?

Backer: “Op internationaal niveau het bestrijden van armoede en de oplossing van het duurzaamheidsvraagstuk, vooral het energieprobleem. In Nederland: het onderwijs. Dat maakt dat kinderen vrije mensen worden die zelf hun keuzes kunnen maken.”

Van Schie: “Het herwinnen van individuele beslisruimte voor de burger en het terugdringen van de rol van de staat. Er moet een balans worden gevonden: tussen de massa en wijze mensen, mannen en vrouwen, enzovoorts.”

D66 wordt weleens gemakshalve ingedeeld bij de linkse oppositie. Heeft u daar als liberaal last van?


Backer: “Ik denk niet dat D66 als links gezien wordt. We zijn progressief en open-minded, en dus zeker geen onderdeel van het ouderwetse links-conservatieve blok. Er wordt wel gezien dat er overlap is tussen ons en GroenLinks.”

VVD en D66 voeren nu politiek tegen elkaar, maar in het Europees parlement zitten jullie gewoon in dezelfde fractie.

Backer: “Ons startpunt is hetzelfde: de keuze van de mens om aan het eigen bestaan richting te geven en de overtuiging dat vrijheid altijd meer biedt dan beperkingen vanuit traditie of staat. Maar op welke manier wil je rekening houden met anderen? Wij hebben gekozen voor een sociaal-liberale koers. De fracties in het Europees Parlement hebben een enorme bandbreedte, ook door de nationale verschillen.”

Van Schie: “Bovendien, Europese politiek is een vak apart. Over het algemeen ondersteunen parlementariërs van welke kleur ook het streven dat Europa meer macht naar zich toetrekt. De VVD-Europarlementariërs zijn niet altijd een afspiegeling van de VVD’ers hier, laat staan van het electoraat.”

Pas wanneer liberalen zich afzetten tegen de andere stromingen, zowel links als rechts, wordt duidelijk waar de overeenkomsten liggen. Als je de vrijheid van het individu wilt waarborgen, heb je vooral elkaar nodig.

Backer: “De liberale positie is op ethisch en cultureel vlak progressief. We beginnen allemaal bij de vrijheid en verantwoordelijkheid van het individu. Maar dan gaat het zich vertakken; bij ons leiden als het ware verschillende wegen weg van Rome. Op het vlak van financiële herverdeling zijn voor liberalen zowel ‘rechtse’ als ‘linkse’ posities mogelijk. En ergens heeft de VVD de rechter afslag genomen: de staat is te groot, de staat moet minder doen.”


Van Schie: “Dat klopt. Dat doen we omdat we als liberaal beginnen te denken vanuit het individu: wat kan het zelf, waar heeft het recht op om voor zichzelf te behouden? En pas als laatste aan de staat. We willen de maatschappij naar het vrijheidsbeginsel vormgeven, maar dat kan op verschillende manieren.”

Backer: “De grote verdienste van de VVD in het verleden is juist dat zij de staat een rol heeft gegeven tegen de feodale krachten van de maatschappij in. Tegelijkertijd ben ik het met je eens: als de Kamer massaal staat te vragen wat de minister nu gaat doen, zou het antwoord veel vaker moeten zijn: de minister gaat niets doen. Nu niet – en misschien wel nooit.”

De Teldersstichting is een liberale denktank, gelieerd aan de VVD. De medewerkers doen samen met externe deskundigen onderzoek naar juridische, economische, sociale en staatkundige vraagstukken met de liberale beginselen als uitgangspunt. De stichting is genoemd naar Benjamin Marinus Telders (1903-1945), een jonge hoogleraar volkenrecht die tijdens de Duitse bezetting openlijk kritiek leverde op de ariërverklaringen en bleef schrijven voor het illegaal verklaarde Liberale Weekblad. Hij werd gearresteerd en bezweek in concentratiekamp Bergen-Belsen aan vlektyfus.

Het Kenniscentrum D66 werd in 1972 opgericht en heeft als doel het sociaal-liberale gedachtegoed van D66 te blijven ontwikkelen en D66 inhoudelijk te adviseren. Het verricht zelf geen wetenschappelijk onderzoek, maar verzorgt wel debatten en publicaties met hulp van experts binnen en buiten de partij. Vanaf mei 2011 zal het Kenniscentrum verdergaan onder de naam Mr. Hans van Mierlo Stichting.


“It is not from the benevolence of the butcher, the brewer, or the baker that we expect our dinner, but from their regard to their own interest.” – Adam Smith (1723-1790)

“The world is my country, all mankind are my brethren, and to do good is my religion.” – Thomas Paine (1737-1809)

“Whatever crushes individuality is despotism, by whatever name it may be called and whether it professes to be enforcing the will of God or the injunctions of men.” – J.S. Mill (1806-1873)

“Individual rights are not subject to a public vote; a majority has no right to vote away the rights of a minority (-) and the smallest minority on earth is the individual.” – Ayn Rand (1905-1982)

“Iedereen is vrij om zich te onderwerpen aan God, Jaweh of Allah – maar laat in godsnaam de anderen met rust.” – Dirk Verhofstadt (1955)