Spring naar de content
bron: mai spijkers, 2002

Mai Spijkers: ‘Ik wil de beste zijn’

Mai Spijkers: "Uitgeven — als je daar zoveel uren per dag mee bezig bent als ik moet je er in lol in hebben. Pret." Hij heeft een beroerde reputatie maar het gaat hem goed. Een smooth operator in uitgeversland.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Martin Bril

Amper een jaar geleden vertrok Mai Spijkers als editorial director bij Bert Bakker om voor zichzelf te beginnen en sinds twee weken liggen de eerste veertien boeken van uitgeverij Prometheus (sinds 1990) in de boekwinkel. Voor volgend jaar staan er nog eens vijftig op stapel, waaronder nieuwe romans van de Belgische heren Lanoye en Brusselmans, een boek van Ischa Meijer, een biografie van Wittgenstein, een studie over de middeleeuwse bokkenrijders, een heus boek van VVD-fractieleider Frits Bolkestein, tevens part-time toneelrecensent, en — nog dit jaar te verschijnen — de nieuwe klapper van Jan Kuitenbrouwer. Niet slecht voor een uitgever met de beroerde reputatie van Spijkers.

In het kleine Nederlandse uitgeversland gaat hij door voor onbetrouwbaar, bikkelhard en achterbaks; hij zou auteurs van anderen verleiden met (te) hoge voorschotten, gemene streken uithalen in de eeuwige jacht op (vooral) buitenlandse bestsellers en bij zijn voormalige werkgever Bert Bakker een hele stoet collega's met intriges en machtspolitiek de deur hebben uitgewerkt. Hij zou successen opeisen die anderen toebehoren en collega's achter hun rug om belachelijk maken. Wie haalde nou De naam van de roos naar Nederland? Wie pikte een Amerikaan van de Arbeiderspers af door de agent te vertellen dat die uitgeverij een pornobusiness was? Wie joeg de prijzen op? Mai Spijkers, zeggen ze.

Men noemt hem 'een rat’ of men wil zijn naam nooit meer horen, men ziet hem liever gaan dan komen en men gunt hem een schitterende necrologie. Anderen vinden hem juist uiterst attent en hoffelijk, een goeie uitgever met een warm hart voor zijn auteurs en een gezonde hartstocht gewoon de beste te willen zijn. Spijkers zelf is er laconiek onder. Volgens hem is het helemaal niet waar dat hij een slechte naam heeft en voor zover het waar is, is het allemaal nijd en kinnesinne, om niet te zeggen dat Nederlandse uitgevers niet gewend zijn aan zijn stijl van werken, die koel en snel en zakelijk is, op Amerikaanse leest geschoeid, heel wat anders dan dat gezapige, culturele Amsterdam. Bovendien wordt er veel te veel geroddeld en veel te weinig hard gewerkt.

Spijkers begon zijn loopbaan twaalf jaar geleden toen hij als Brabantse geschiedenisstudent ('het klinkt nogal slap') een bijbaantje had in de magazijnen van De Bezige Bij. Hij vulde er dozen met Emanuelle en verbaasde zich erover dat er op maandagochtend om negen uur nog niemand was. Maar de sfeer beviel hem en van boeken hield hij toch al, dus toen iemand hem vertelde dat studenten ook andere klusjes deden bij De Bij, meldde hij zich bij Oscar Timmers voor correctiewerk en persklaar maken. Het ging niet door. Op een zaterdag ontmoette hij een vage kennis die als redacteur bij de Arbeiderspers werkte en ze doken de kroeg in. De redacteur had geen geld op zak, dus Spijkers betaalde, op maandag moest hij maar langskomen, dan kreeg hij wat boeken. Dat niet alleen, de redacteur gaf hem ook correctiewerk mee naar huis. J.J. Peereboom Ik nog niets veranderd, Arnold Heertje Echte Economie, Maarten 't Hart Som der misverstanden. Ook bij Bert Bakker kon hij correctiewerk komen doen, maar omdat ze minder betaalden dan de Arbeiderspers, ging hij er pas naartoe toen ze hem een vaste baan op de redactie aanboden.

Zijn kantoor is een grote zaal met opvallend weinig boeken en opvallend veel jonge vrouwen achter tekstverwerkers

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap