Spring naar de content

Liever fris

Alcohol is slecht voor jongeren. Verbieden dus.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

Betuttelend of niet, dat de uitspraken van minister Guusje ter Horst over jeugd en alcohol geen enkele verwijzing naar voorlichting bevatten was in ieder geval een verademing. Voorlichting haalt niets uit en kost alleen handenvol geld. De door Ter Horst voorgestelde aanscherping van de regels was natuurlijk niet meer dan een proefballonnetje (waarop diverse Kamerleden zich haastten om tuttut en hoho te roepen), evengoed blijkt volgens een TNS Nipo-onderzoek driekwart van de bevolking het eens te zijn met de minister. Alcohol zou verboden moeten zijn voor jongeren onder de achttien. Zelfs zeventig procent van de jongeren onderschrijft de stelling!

Dit is opmerkelijk, omdat Nederlandse jongeren het meeste drinken van Europa. Nergens wordt zo veel achterovergeslagen als hier, ook door jonge tieners. Ongetwijfeld hoort de dertig procent jongeren die het oneens is met een alcoholverbod tot de groep stevige innemers, maar is dat een reden voor de overheid om achterover te gaan liggen? Alcohol is slechter voor jongeren dan voor volwassenen. Niet als het om een incidenteel glas gaat, maar wel als er sprake is van regelmatig drinken. Dat schaadt de ontwikkeling van de hersenen, die bij tieners nog volop in gang is. Een patroon van regelmatige alcoholconsumptie met af en toe een uitspatting van volslagen laveloosheid is voor tieners schadelijker dan roken, omdat te veel drinken blijvende schade achterlaat, terwijl de kwalijke effecten van het roken op een veel langere termijn spelen (en voor het zover is, kun je ophouden).

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Tegenstanders van Ter Horsts proefballonnetje wijzen op de problemen van wetshandhaving, de onmogelijkheid om tot een cultuuromslag te komen, de verworven rechten van tieners, weerspannige horeca-uitbaters en nog zo wat pragmatische bezwaren, maar het interessante aan haar voorstel is nu juist dat het op zichzelf een cultuuromslag inhoudt. Sommige dingen veranderen spontaan (alles wat met mode te maken heeft), andere dingen veranderen omdat ze van bovenaf worden opgelegd (bijvoorbeeld niet meer roken op het werk). De wet als algemeen aanvaarde standaard heeft wel degelijk invloed.

Het zou een illusie zijn te denken dat tieners zich braaf aan de wet houden als die eenmaal wordt ingesteld. Ondanks de regels frauderen scholieren en studenten er ook lustig op los. Anti-alcoholregels voor minderjarigen zullen jongeren er niet van weerhouden stiekem te experimenteren met drank, privédrankfeestjes te organiseren of identiteitsbewijzen te vervalsen om de horeca binnen te komen. Dat geeft allemaal niet. Het hoort bij tieners om autoriteiten uit te dagen en te omzeilen. Wat verboden is, oefent aantrekkingskracht uit. Maar het kan niet anders of het totale alcoholgebruik neemt af als drank niet langer vanzelfsprekend is en als het relatief veel list en bedrog kost om eraan te komen.

Tieners drinken zich niet ongans uit rebellie, maar omdat hun geen strobreed in de weg wordt gelegd. Het opwerpen van een aantal hindernissen zal z’n effect niet missen, omdat het merendeel van de jongeren uiteindelijk te gezagsgetrouw is om bij voortduring de wet te overtreden. Alcoholgebruik is net als autorijden of stemmen iets waarvoor je de leeftijd des onderscheids nodig hebt.

Onderwerpen