Spring naar de content
bron: anp

Soumaya Sahla en de kring van Hele Belangrijke Mensen

Helaas is het niet verbazend dat juist in de internationale veiligheidssector iemand zonder aantoonbaar cv het voor elkaar krijgt om een handvol gelauwerde veteranen in verlegenheid te brengen, schrijft Dieuwertje Kuijpers, onderzoeksjournalist en gespecialiseerd in (inter)nationale politiek en defensie, naar aanleiding van de zaak-Soumaya Sahla. ‘In de veiligheidsindustrie zie ik helaas regelmatig ‘toegang hebben tot’ verward worden met ‘kennis hebben over’. Alsof borrelen met een NAVO-topman je een betere academicus, scherpere denker of betere analist maakt.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Dieuwertje Kuijpers

Dit artikel is eerder vandaag verschenen op DieuwsNieuws. Schrijf u hier in voor de gratis nieuwsbrief.

Als voormalig inlichtingenofficier of militair – zeker bij Korps Mariniers of Korps Commandotroepen – ga je niet iedereen aan zijn of haar lange neus hangen wat voor werkzaamheden je precies hebt verricht. En terecht. De informatie, kennis en ervaring die je hebt opgedaan raakt aan de nationale veiligheid van het land waarvoor je diende. Ik kan niet zo snel een ander vakgebied bedenken waarbij de vaagheid van een cv geen direct probleem is, maar tegelijkertijd het netwerk zo essentieel.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Niet een LinkedIn-lijstje met wat je precies hebt gedaan spreekt voor je, maar de mensen met wie je hebt gewerkt die bevestigen dat je van wanten weet doen er toe. Je bent meer afhankelijk van contacten die voor je kunnen instaan. Een voormalig commandant, een onderzoeker aan een denktank of universiteit. Misschien zelfs generaals, hoogleraren of politici binnen dat veld.

Omdat niet altijd iedereen precies kan verifiëren waarvoor je met wie wat precies hebt gedaan, bestaat er soms de verleiding om het misschien allemaal wat grootser, belangrijker en spannender te maken. Neem bijvoorbeeld de Leidse hoogleraar Rob de Wijk die jarenlang heeft volgehouden dat hij – als een van de weinige mensen ter wereld – al wist waar Osama Bin Laden precies was voordat hij uiteindelijk werd uitgeschakeld. De Volkskrant reconstrueerde onlangs in een lezenswaardige analyse hoe een – waarschijnlijk ooit uit branie – aangedikte opmerking van De Wijk een eigen leven ging leiden, maar die na een grondige check geen hartslag bleek te hebben.

Artikel in de Volkskrant

Het is volgens mij precies deze voedingsbodem waarop een gederadicaliseerd voormalig lid van de Hofdstadgroep, Soumaya Sahla, zonder peer reviewed wetenschappelijke publicaties op haar naam of openbare referenties van opdrachtgevers – zó lang met de suggestie daarvan in veiligheidskringen heeft kunnen rondlopen. Ze omgaf zich met grote namen, mensen met belangrijke titels en verhulde zo haar professionele persona in de meritus van ánderen waardoor mensen steevast verzaakte basale zaken en beweringen te checken.

Onder de hoede van haar mentor en VVD-coryfee Frits Bolkestein heeft ze gebruik kunnen maken van zijn ingangen en netwerk, en zag zich gesteund door Tweede Kamerleden zoals toenmalig ChristenUnie-voorman Gert Jan Segers, CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt maar ook VVD-bonzen uit de veiligheidssector zoals Arend Jan Boekestijn.

Met zo een telefoonklapper zal het wel goedzitten, toch?

Gerommel door Geert

Het gerommel begon vorig jaar toen ze onderwerp van politiek debat werd: Geert Wilders had een appeltje (of nou ja, een meloen) te schillen met VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans. Hoe kwam Soumaya Sahla, voormalig lid van de Hofstadgroep en veroordeeld voor haar activiteiten, aan een VVD-functie binnen de partij? Toen Hermans in WNL Op Zondag aangaf hier ook een ‘ongemakkelijk gevoel’ bij te hebben en ermee ‘in haar maag te zitten’ was het hek van de dam.

Het was overigens in Haagse kringen allang bekend dat Sahla een actief VVD-lid is en onderdeel uitmaakt van het partijnetwerk Veiligheid en Justitie. Het werd in de media (maar ook niet in de laatste plaats door Sahla zelf) een beetje opgefluft tot een adviescommissie, maar feitelijk organiseren dit soort netwerken bijeenkomsten waar actieve leden met kennis van zaken ideeën uitwisselen over beleid. Soms worden sprekers uitgenodigd en de inzichten (on)gevraagd worden gedeeld met Kamerleden. Dit soort netwerken zijn voor Kamerleden een goede manier om informatie uit ‘het veld’ te halen. Het is voor leden een manier om hun kennis te delen, maar ook de eigen belangen in te brengen. Leden van deze netwerken (voorheen partijcommissies) zijn dus geen medewerkers met een Kamerpas, en hoewel dit soort actieve ledenclubs onmisbaar zijn voor partijen moeten we niet doen alsof ze ook maar enige dagelijkse invloed hebben op fracties. Hoe dan ook, ondanks deze gesneden Haagse koek voelde Geert Wilders zich vorig jaar geroepen de VVD hierop aan te spreken in een debat.

Gelet op de stroom aan opinieartikelen en steunbetuigingen vroeg ik mij af of mensen het nou daadwerkelijk voor Sahla aan het opnemen waren of vooral Geert Wilders bestreden by proxy van Sahla. “Als Soumaya Sahla een dezer dagen moet ‘terugtreden’ dan heeft het extremisme gewonnen en het liberalisme verloren”, schreef bijvoorbeeld voormalig AD-hoofdredacteur Hans Nijenhuis (waarover later meer) dramatisch. Naast politici en denktankers wist Sahla ook haar weg goed te vinden in het journalistieke borrelcircuit en zat ook in een boekenclub met onder andere bekende vrouwelijke journalisten en columnisten. Dit weet ik omdat enkele goede vriendinnen van mij hier onderdeel van uitmaakte, en in deze hoedanigheid heb ik Sahla zelf twee keer ontmoet bij een etentje van diezelfde vrienden. Ze is uitstékend in netwerken: ze wist direct bij de eerste ontmoeting al gemeenschappelijke hobby’s (zoals surfen en Krav Maga) en kennissen te noemen. Daarnaast is ze welbespraakt en vasthoudend, dus wat dat betreft was het ook geen verrassing dat ze opdook in een van de vele powervrouw-clubjes die Amsterdam rijk is.

Toch wordt het opmerkelijk als deze waaier aan contacten op professionele titel een persoonlijke relatie gaan verdedigen en – dit is waar het helemaal mal wordt – in die inhoudelijke verdediging professionele zondes begaan. Zo zaaide Sahla twijfels over haar veroordeling, een narratief dat werd overgenomen door vakgenoten. Journaliste en mede-Amsterdamse-boekclub-lid Elif Isitman twitterde bijvoorbeeld dat haar veroordeling een ‘gevalletje rechterlijke dwaling bleek’.

Misschien ligt het aan mij, maar bij ‘gevalletje rechterlijke dwaling’ in terreurzaken denk ik eerder aan The Guildford Four, Birmingham Six of Maguire Seven. Bij een justitiële dwaling is er namelijk sprake van het langdurig vervolgen of zelfs ten onrechte en onherroepelijk (let op dat onherroepelijke deel) veroordelen van een verdachte. Zoals bij de Puttense moordzaak waarbij de zwagers Wilco Viets en Herman du Bois onterecht voor een gevangenisstraf van tien jaar werden veroordeeld en jarenlang onschuldig vastzaten. Dat is toch even andere koek dan een juridisch verschil van inzicht over de toelaatbaarheid van bewijs, wat vervolgens na een hoger beroep wordt gecorrigeerd én waar de straf op wordt aangepast. Dat lijkt me vooral eerder een voorbeeld van due proces, zoals je die mag verwachten binnen een democratische rechtstaat, dan ‘rechterlijke dwaling’.

Wat ging er dan ‘mis’ in de zaak? Sahla werd in de Piranha-zaak aanvankelijk veroordeeld voor “het deelnemen aan een criminele organisatie (de Hofstadgroep) en het voorhanden hebben van wapens met een terroristisch oogmerk”. Dat terroristische oogmerk zou moeten blijken uit AIVD-tapgesprekken met haar zus die bij een apotheek werkte. In deze gesprekken probeerde ze adressen van bekende politici en islamcritici te ontfutselen (de zogeheten apothekersgesprekken). De AIVD weigerde tijdens het proces andere tape-gesprekken vrij te geven, die volgens de advocaat van Sahla wél nodig waren om haar rol binnen de organisatie op waarde te kunnen schatten. Sahla werd daarom uiteindelijk veroordeeld voor lidmaatschap van terreurorganisatie de Hofstadgroep verboden wapenbezit: een schietklaar machinepistool.

Zelf zei ze – begin dit jaar tegen het Algemeen Dagblad – dat het ontfutselen van de adressen van politici een veel onschuldigere reden had. Het was om ze een brief te sturen om ze ‘uit te nodigen tot het geloof’. Ironisch genoeg geven de tape-gesprekken dan wel weer een interessante context bij deze bewering. Want in de opnames werd toch echt wel aan Ayaan Hirsi Ali – het daadwerkelijke doelwit van Mohammed Bouyeri wat filmmaker Theo van Gogh met de vervangende dood moest bekopen – gerefereerd als ‘die zwarte’, ‘dat kankerwijf’ en ‘die mongool’. Iets wat ik als journalist tijdens zo’n interview toch even zou voorleggen, maar net als Isitman was Hans Nijenhuis van het Algemeen Dagblad dermate druk met op de bres springen dat het voorbereidend journalistieke handwerk er even bij in schoot.

Of wat te denken van advocaat Gerard Spong die Sahla verdedigde in NRC Handelsblad. Ze was weliswaar door het gerechtshof Den Haag veroordeeld wegens verboden wapenbezit en lidmaatschap van een terroristische organisatie, de Hofstadgroep, máár – zo doceert meester Spong ons – het hof overwoog:

“(…) dat zij afstand heeft genomen van de ideeën die zij destijds (negen jaar geleden) had omarmd en is ze in haar leven een radicaal andere richting ingeslagen, waarin zij haar maatschappelijke betrokkenheid actief en constructief laat gelden. Duidelijke taal.”

De rechtbank sprak zeker duidelijke taal, alleen een paar zinnen later in diezelfde uitspraak. Op de een of andere manier haalde deze niet het NRC-artikel van Spong niet, dus bij dezen alsnog:

” (…) de verdachte, met name blijkens haar laatste woord, geheel en al de ogen wenst te sluiten voor de strafrechtelijke relevantie die aan haar gedragingen dien te worden toegekend. De verdachte heeft ervoor gekozen om te volharden in een ontkenning van de evidente betekenis van de inhoud van door haar gevoerde telefoongesprekken.

“In de beleving van de verdachte is zij het slachtoffer van een, de rechtstaat onwaardig handelen van onverantwoordelijk optredende officieren van justitie die slechts door scoringsdrift bewogen werd en een showproces hebben geïnitieerd.

“Dat de verdachte thans een zodanige geestelijke rijpheid zou hebben verworven dat van onvolwassen, puberaal en provocerend gedrag geen sprake meer is, is dan ook geenszins gebleken. Van werkelijk afstand nemen van de door haar begane strafbare feiten is geen sprake.

“Het hof constateert dit met spijt.”

Wat dat betreft moet je de voormalige advocaat van Sahla gelijk geven: context maakt wel degelijk uit.

Het is sympathiek om het op te nemen voor een vriendin of goede kennis als je denkt dat deze onterecht met haar kop in de wind staat, maar het wordt discutabel als je deze persoonlijke handreiking doet op je zakelijke professionele titel – en daarbij de standaarden van diezelfde professie laat varen. En dus als advocaat relevante context weglaat uit gerechtelijke uitspraken, als journalist een hoger beroep neerzet als een ‘rechterlijke dwaling’ of niet doorvraagt hoe het ontfutselen van het adres van ‘die zwarte’, ‘dat kankerwijf’ rijmt met ‘een uitnodiging tot het geloof’.

Interessant uit de uitspraak van het Hof zijn wat mij betreft dan ook de bruuske terminologieën (Showproces! Scoringsdrift! Rechtstaat onwaardig!) die worden gebezigd op basis van… – ja grutjes, waarvan eigenlijk?

Buitenpromovendi kosten niets

Het interessante van de casus Sahla is het steeds terugkerende patroon. Het gaat niet eens om haar als persoon, maar wat haar modus operandi eigenlijk zegt over het vakgebied en de politieke kringen waar zij zich in beweegt.

Precies wat vorig jaar gebeurde, herhaalde zich gisteren nogmaals dunnetjes toen HP/Van Dijk met een nieuwe publicatie kwam. Ton F. van Dijk kwam erachter dat Soumaya Sahla ongevraagd werkzaam is als ‘adviseur’ bij de politieke partij BBB, en via deze weg in nauw contact staat met oud-militairen en houders van de Militaire Willemsorde Roy de Ruiter en Gijs Tuinman (nummer 3 op de lijst).

Screenshot HP/De Tijd

Het nieuws in een notendop: Sahla polste buiten medeweten van de politieke partij BBB psychiater Esther van Fenema (wel eens te gast bij de eerdergenoemde Amsterdamse boekenclub) voor een ministerspost. Op persistente en dringende wijze initieerde zij lobby-contact met VVD-Kamerlid Ulysse Ellian en VVD-bewindspersoon Dilan Yeşilgöz, om een private dienst (trainen van beveiligers door particulier bedrijf op Suriname) te verkopen als politieke oplossing, waarbij De Ruiter zich – toen hij bot ving – beriep op zijn militaire onderscheidingen (hierover later meer).

Daarnaast liet de familie van haar mentor, Frits Bolkestein, weten dat ze 85.000 euro zou hebben ‘ontfutseld’ van de hoogbejaarde en zieke oud-VVD-leider. Volgens Sahla zelf is het bedrag ‘geschonken’ om haar PhD-traject mee te financieren. Een vreemde verklaring – ook de onderschrijving hiervan door hoogleraar Andreas Kinneging – want op de website van de Universiteit Leiden is te lezen wat de kosten zijn van buitenpromovendi: geen. Volgens de universiteit schrijven buitenpromovendi “in hun eigen tijd – vaak naast hun eigen baan – een proefschrift onder begeleiding van een Leidse promotor”. Die eigen baan had Sahla niet, althans niet genoeg om in het levensonderhoud te voorzien, en achter de kassa bij de HEMA was blijkbaar geen optie: “ik moet toch ergens van leven?”, verklaarde ze tegenover HP/De Tijd bij vragen over haar ‘leefgeld’ en de ‘betaalde huur’ door de heer Bolkestein. Wellicht mijn tekortkoming, maar dit is de eerste keer dat ik hoor van een promovendus die zichzelf inkoopt bij een promotor en onderschrijft dat dat geld voor het promotietraject deels naar huur- en leefgeld is gegaan. Of is zij wel degelijk in dienst bij de Universiteit Leiden en werd dit via een donatie gefinancierd door de heer Bolkestein? In welk geval het – los van een hoogst ongebruikelijke financieringsconstructie die op zichzelf vragen opwerpt – weer vreemd maakt dat er ‘huur- en leefgeld’ moest worden betaald. Wat betreft het geld: over de hoogte van het bedrag zijn de betrokkenen het eens, maar onder welke voorwaarde is deels he said, she said. Deels: het VVD-bestuur liet immers in een verklaring weten de juistheid van het bericht over ontfutseld geld zelf te hebben vastgesteld alvorens zij overgingen tot royement. Volgens mij het meest kortstondige integriteitsonderzoek in de geschiedenis van de VVD, maar dat terzijde. Het laatste woord is er in ieder geval niet over gezegd: op het moment van schrijven kwam naar buiten dat Sahla aangifte doet tegen een familielid van Bolkestein – voormalig VVD-kamerlid en neef Martijn Bolkestein – wegens ‘belediging, smaad, en laster‘.

Het interessante is niet zozeer het nieuws, maar wederom de reactie op dit nieuws. Zo gaf Roy de Ruiter een uitgebreide verklaring gegeven aan HP/Van Dijk waarin hij dermate druk is met op de bres springen, dat ook hij vergeet zijn gedane beweringen van inhoudelijk gewicht te voorzien.

Allemaal Hele Belangrijke Mensen

Allereerst benadrukt De Ruiter dat hij juist ‘gezien haar verleden, grondig onderzoek heeft (laten) uitvoeren’, waaruit is gebleken dat zij ‘in het bezit is van een VOG’ en zich heeft ‘ontwikkeld tot een voorbeeldig academicus’.

‘Voorbeeldig academicus’ roept een heel ander beeld op dan iemand die een enkel hoofdstuk in een boek schreef als onderwijsassistent van haar docent antropologie tijdens haar masterscriptie. Verder wil ik de Militaire Spectator niet downplayen, maar we moeten ook niet doen alsof een overzichtsartikel in een vakblad gelijk staat aan een wetenschappelijk peer review bestaande uit conferenties bezoeken, meerdere anonieme commentaarrondes en het verplicht uploaden van ruwe onderzoeksdata ter replicatie van de resultaten. Nu ben ik dol op actieve studenten die zich extra ontplooien, meewerken aan onderzoek en daarvoor beloond worden met een co-auteurschap. Of studenten die een artikel over hun onderzoek insturen bij een vakblad, maar dit wegzetten als een ‘voorbeeldige’ academische carrière is een beetje niveau ‘lid van partijnetwerk’ verkopen als een ‘politieke adviseursrol’.

Maar het gaat De Ruiter ook helemaal niet om haar academische meritus, zo blijkt wel uit zijn uitgebreide reactie. Er wordt vooral gehamerd op haar netwerk en ingangen, en de inhoudelijke autoriteit die daar blijkbaar aan wordt ontleend. In De Ruiters woorden: “sterke vriendschappelijke en professionele relaties die zij onderhoudt met de hoogste politieke autoriteiten van Nederland”.

Cartman Cop Respect My Authority Meme Kiss-cut, 44% OFF

Die relaties moesten – zo laat het HP/Van Dijk-artikel zien – ervoor zorgen dat er klussen worden binnengehaald voor private bedrijven waarin oude dienstmaten zitten. Het is, helemaal na het lezen van de verklaring van De Ruiter, heel erg moeilijk te geloven dat hier een professionele bewondering voor originele, creatieve, baanbrekende inhoudelijke ideeën over internationale veiligheid aan ten grondslag ligt. En terecht, want die leveren niet direct pegels op. Toegang tot de politieke poppetjes, met wat hulp van ‘intellectuelen’, ‘oud-senatoren’ en ‘generaals’ wel, en dus voeren deze de boventoon in zijn verklaring. Bottom line: Sahla kent belangrijke mensen en dat zijn “allen professionals die duidelijk tot dezelfde conclusie zijn gekomen”. Nu mag ik toch hopen dat de heer De Ruiter zijn klanten in de intel-sector wel iets meer body geeft dan ‘als deze Hele Belangrijke Mensen Allemaal tot die conclusie komen, dan heb ik daarmee de mijne en look no further‘ (in Google Scholar, gerechtelijke stukken, krantenbanken, internet archieven, ik noem maar iets geks).

Hoewel De Ruiter is ‘geschrokken’ van de claim vanuit de familie Bolkestein, ziet hij geen kwade intentie bij Sahla. Wel bij de familie Bolkestein: “Ik heb ook geen bevredigend antwoord gekregen waarom juist nu, vlak voor de verkiezingen, de media (zijn) opgezocht en een beeld heeft geschetst van Frits als een oude, kwetsbare man die zich heeft laten manipuleren door een jonge vrouw, in plaats van aangifte te doen bij de politie”. Bolkestein zou ‘in die periode’ helemaal bij de pinken zijn en De Ruiter heeft daar verklaringen over verzameld. Welke periode dat precies is, of die verklaringen allemaal uit diezelfde periode stammen: dat vertelt hij er niet bij.

Wel dat het – uiteraard – niet de minste zijn die deze verklaringen afleggen.

Appeal to je eigen authority

Hopelijk overbodig, maar om misverstanden te voorkomen: ik heb geen enkele twijfel dat ex-militairen en voormalig inlichtingenofficieren in de private sector diensten kunnen aanbieden, die botweg binnen een overheidsorganisatie niet te organiseren of op te zetten zijn. Omdat overheden stroperig zijn, teveel van de stempeltjes en botweg minder snel en adequaat kunnen anticiperen op veranderende behoeftes van diezelfde overheid. Als jij na je diensttijd deze kennis en kunde kunt inzetten en er ook nog een mooi zakcentje aan overhoudt: het is je gegund na jarenlang ambtenaarssalaris (en dito karige arbeidsvoorwaarden). Good for you, lekker bezig, et cetera.

Waar ik wél moeite mee heb is het aanbieden van een privaat product aan een potentiële politieke afnemer, en wanneer deze daar niet direct om staat te springen vervolgens zwaaiend met je militaire onderscheidingen die even de les gaat lezen. Zo wees VVD-Kamerlid Ulysses Ellian verder lobby-contact met Sahla af, om vervolgens een ontstemde De Ruiter in zijn mailbox te krijgen:

“Mijn naam is Roy de Ruiter, ik heb veertien jaar bij Defensie gediend als Apache vlieger en ben zes keer op uitzending in Afghanistan geweest. Voor mijn optreden aldaar heb ik de Militaire Willemsorde uit hande (sic) van de koning ontvangen. Bij defensie leren wij: één team, één taak. Soumaya is een gewaardeerd collega binnen mijn bedrijf en tevens een goede vriendin.

“Omdat jij de woordvoerder ondermijning bent vonden wij het relevant jou op de hoogte te brengen van onze activiteiten in deze sector. Omdat wij veel ervaring hebben en bijvoorbeeld met onze partner Triangular Group (oud-AIVD en oud-MIVD’ers) bezig zijn met programma’s om havenofficieren te trainen, vond zij het prudent om ons met jou in contact te brengen.

“Heb je daar geen zin in dan horen we het ook graag om vervolgens op zoek te gaan naar andere woordvoerders.”

De mail is één grote appeal to authority, alleen heb ik er nog nooit eentje gezien die in zijn geheel is gewijd aan de schrijver zelf als zijnde die autoritah.

En dit is – vrees ik – waar de netwerkers, de regelaars, de ritselaars in de veiligheidssector vaak hun handen aan branden: politiek is een vak. Politieke gevoeligheden aanvoelen des te meer. Want het was immers hetzelfde Kamerlid Ellian die zich eerder al kritisch had uitgelaten over Sahla en het nooit volmondig afstand nemen van haar verleden – in tegenstelling tot eveneens oud-Hofstadgroep-lid Jason Walters. Die overigens – eveneens in tegenstelling tot Sahla – wél open is over zijn werkzaamheden in de deradicalisering en op zijn LinkedIn zijn opdrachtgevers heeft staan. Dat geconfronteerd worden met een terreurorganisatie ingrijpend kan zijn, weet Ellian als geen ander: het is immer zijn vader, rechtsgeleerde Afshin, die nog altijd in een beveiligde vleugel zit op de Universiteit Leiden en permanente beveiliging heeft, mede dankzij diezelfde Hofstadgroep.

Pas publiekelijk afstand nemen als je carrière-hachje dat vraagt – en niet uit eigen beweging maar naar eigen zeggen op advies van premier Mark Rutte – is een keuze. Het vergt naast politiek inzicht ook empathisch vermogen om te concluderen dat de consequentie van deze keuze is, dat Ulysse Ellian wellicht niet het meest geschikte Kamerlid is om te laten belobbyen door Sahla?

Daarnaast is de toevoeging ‘tevens goede vriendin’ in de mail van De Ruiter als kwalificatie over Sahla bijzonder irrelevant in een zakelijke mail, maar wel eentje die wellicht de emotionele grondtoon verklaart – en alleen daarom al vraagtekens oplevert. Wederom: het is ridderlijk (pun intended) om op te komen voor een goede vriendin, maar als dit ervoor zorgt dat je de basisprincipes van je vak uit het oog verliest (zoals diplomatie in politieke lobby) dan gaat er – wederom – iets niet helemaal goed.

Welke belangen?

Waar ik eveneens moeite mee heb is het uitlekken van deze mail neer te zetten als het in gevaar brengen van Nederlandse militairen en de nationale veiligheid. Want, zo reageerde Sahla: “Het gaat hier om de veiligheid van onze militairen. De VVD heeft het leven van militairen in gevaar gebracht. En dat puur en alleen voor partijbelang. En wij zijn de partij van orde en veiligheid. Dat valt niet te rijmen”. Volgens mij worden hier private financiële belangen van een mogelijk mooie klus gone south onterecht op een lijn gezet met publieke veiligheidsbelangen van de Staat der Nederlanden. De grootste bruuske woorden (“militaire levens in gevaar gebracht”) zonder verdere inhoudelijke onderbouwing zijn wat dat betreft onderhand herkenbaar.

En daarom legt deze casus *kijkt streng over de leesbril* vooral een onderliggend probleem in de wereld van internationale veiligheid bloot. Wederom: fijn als je als ex-militair je kennis en kunde inzet en daar wat lekker mee verdient (genoeg om nog oud-collega’s de ogen mee uit te steken), maar de vraag is wel hoeveel van die publiek gefinancierde kennis die je hebt vergaard en titels die je hebt verkregen ingezet kan worden voor persoonlijk financieel gewin (en in hoeverre je in zo een geval jezelf kunt beroepen op publieke waarden).

Want net als bij Soumaya Sahla gaat het in de wereld van lobbyen bij de politiek soms niet eens om wie je bent, maar vooral wie je kent. Zo bleek uit een uitzending van Medialogica (2016) dat wanneer het gaat over veiligheid en het leger op tv, nieuwsrubrieken deze deskundigen altijd aanvoeren als ‘oud-commandant’ en ‘oud-publieke functie’ zonder de huidige broodheer erbij te vermelden. Zo pleitte voormalig Commandant der Strijdkrachten, Dick Berlijn, onder deze titel (en niet van bijvoorbeeld opdrachtgevers zoals Ten Cate en Deloitte) voor de aanschaf van de JSF en de noodzaak van meer publiek geld naar cyber. “Ik ben geen lobbyist, ik heb wel eens bepaalde systemen onder de aandacht gebracht van oud-defensie-collega’s”, zei hij zelf hierover.

Het is een zekere vorm van schaamteloosheid waar ik enerzijds smakelijk om kan lachen. En ook letterlijk doe ik dat als ik die epische uitspraak van Berlijn (her)lees of in een artikel zie hoe Sahla en De Ruiter ongevraagd, zonder overleg en buiten alle partijstructuren om, wel eventjes ministerposten voor BBB gingen cheffen.

Anderzijds legt het een zorgelijk cultuurtje bloot. Want als bijvoorbeeld de legertop Dick Berlijn over de vloer krijgt zonder dat duidelijk wordt gemaakt wat hij daar nou precies komt doen en namens wie – dan is er onduidelijkheid over waar privaat belang begint en publiek ophoudt. Of als mensen namens partijen op eigen initiatief politiek gevoelige zaken zoals ministersposten op zich gaan nemen, dan zijn die belangen niet meer te overzien. En overal waar belangen onduidelijk zijn, loert de schijn van verstrengeling. In Nederland zijn er geen strikte regels omtrent lobbyen voor voormalig ambtenaren. Er is niet – zoals bij politici – een ‘afkoelperiode’. Want lobbyregelgeving, dat is voor Zuid-Europese landjes zoals Italië en Portugal. In het calvinistische Nederland werken natuurlijk Alleen Maar Nette Mensen die je op de blauwe ogen kunt vertrouwen, en niet hoeft te controleren op integriteit of mogelijke belangenverstrengeling. Laat staan dat je hooggeplaatste of gedecoreerde ambtenaren na hun diensttijd gaat lastigvallen met dingen zoals een ‘lobby-register’ of ‘openheid geven over betalende opdrachtgevers in contact met oud collega’s’. Ben je gek. Nergens staat dat het niet mag.

Terwijl je juist van oud-militairen mag verwachten dat zij zicht hebben op die scheidslijn tussen publieke en private belangen. En al helemaal als je een private toekomst gaat bouwen met de door het publiek meegefinancierde bouwstenen. Juist militairen zijn doordrongen dat in ultimo de politiek de opdrachtgever is, zelfs als jij in dienst bent van een ander (of jezelf). Politiek gaat over de afweging van belangen, en om politici die afweging goed te laten maken moet je dus transparant over die belangen zijn. Ben je dat niet, dan frustreer je dat politieke proces (uit eigenbelang) en bent daarmee dus niet de aangewezen persoon om kritiek te leveren op diezelfde politiek (en haar defensiebeleid).

Daarnaast zou het vakgebied – zeker waar het niet altijd mogelijk is om open te zijn over je voormalige werkzaamheden of cv’s – wel eens mogen dimmen met de borrelpraatjes. Het ophangen van verhalen kan bijvoorbeeld actief dienende militairen in verlegenheid brengen (zoals hoogleraar Rob de Wijk presteerde met zijn Bin Laden-verhaal), maar ook andere collega’s die ongevraagd door namedropping worden geassocieerd met een belang waarvan ze niet eens wisten dat ze daarvoor werden ingezet. In de veiligheidsindustrie zie ik helaas regelmatig ‘toegang hebben tot’ verward worden met ‘kennis hebben over’. Alsof borrelen met een NAVO-topman je een betere academicus, scherpere denker of betere analist maakt. De hyperfocus op ‘toegang hebben tot’ zorg er ook voor dat netwerkrelaties soms zo belangrijk (of innig) worden, dat het soms lastig wordt om elkaar inhoudelijk (of professioneel) te bekritiseren. Eveneens niet heel bevorderlijk.

Natuurijk is het goed als militairen en ambtenaren elkaar scherp houden op LinkedIn, maar zodra dit onderdeel wordt van een race om gezien te worden (al dan niet in een talkshow) vergeet men vaak de bescheidenheid.

Professionele bescheidenheid opent wellicht minder snel deuren, maar bespaart in ieder geval de gênante situatie van mensen die fluitend in de lucht kijken om aan elkaar niet toe te hoeven geven dat er een wind met evident gebakken lucht waait.

Meer van dit? Schrijf u in voor de nieuwsbrief van DieuwsNieuws.