Juffen en meesters
Kinderen zijn gebaat bij meer mannen voor de klas.
Jonge kinderen van nul tot een jaar of zes hebben vooral met vrouwen te maken: moeders, oma’s, tantes, moeders van andere jonge kinderen, kinderoppassen, crèchewerkers en kleuterjuffen. Mannen zijn in dat panorama grotendeels passanten. Natuurlijk houden sommige vaders er papa-dagen op na en doen de meeste vaders hun best na werktijd en in het weekend aandacht aan hun nageslacht te besteden, maar over het geheel genomen wordt tachtig à negentig procent van het dagelijkse leven van baby’s en kleuters door vrouwen beheerst. Voeden, lichamelijke verzorging, toezicht houden, helpen, troosten, scheidsrechteren, de weg wijzen – typisch vrouwenbesognes. Niet alleen nu in de 21ste eeuw in de westerse cultuur, maar ook in alle niet-westerse culturen en bovendien gedurende de hele wereldgeschiedenis. Mannen kunnen het wel, maar ze vinden het niet leuk.
Als tot nu toe de hele mensheid de eerste zes levensjaren in een door vrouwen gedomineerde ambiance heeft doorgebracht, dan kan het niet zo slecht zijn, zou je denken. Het gebrek aan mannelijke inbreng lijkt in ieder geval niet bepaald een misstand die dringend moet worden geredresseerd. Toch vindt hoogleraar kinderopvang Louis Tavecchio dat crèchewerksters en basisschooljuffen zich ‘mannelijker’ en ‘jongensvriendelijker’ zouden moeten gedragen, omdat jongens op school minder gemotiveerd zijn om te leren en minder presteren dan meisjes. Kennelijk raken jongens van slag door te veel vrouwelijke autoriteiten.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap
