Spring naar de content

De wortel van het kwaad

We liggen voor anker in de Saronische Golf, die Athene scheidt van Peloponnesus. De lucht ruikt naar stuifmeel en dennehars, kruidig zoet. Ineens begrijp je retsina. Waren wij niet op dit bijbelse niets afgekomen, dan zou het hier nog leger zijn. De steiger, het barretje – wat hier gebeurt, gebeurt alleen omdat er niets gebeurt. Beheerders van de leegte. Waar de anderen bleven? In Athene waarschijnlijk. Op het eilandje waarvan wij de baai benutten, krijst een pauw; we zien hem niet, net zomin als de haan die hier kraait, de hele dag, als om aan te geven dat de normale tijd hier gestopt is. Een enkele visser vaart nog uit, met de Griekse koppigheid die reders groot maakte. De laatste vissen van de Middellandse Zee verstoppen zich, met ingehouden adem. Aan dek, in het donker, kijken we naar Gomorra, docudrama over de georganiseerde misdaad in Napels. Terwijl de gevestigde criminelen hun dagelijkse criminele werk doen, illegaal chemisch afval, afpersing, handel in wapens en drugs, proberen twee lefgozertjes hun eigen start in de branche te maken. Ripdealtje hier, berovinkje daar, en tussendoor veel coke.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

“We moeten kalmeren, laten we wat snuiven.”

Kleuters die met hun plastic hamertje de timmerman nadoen.

De straat als school.

Je ziet het in The Sopranos, in The Wire, in Slumdog Millionaire, in Amores perros – het is een moderne fascinatie: dat ene moment, de ontsporing, Waar Het Mis Ging.

Ook criminologen zoeken naar de wortel van het kwaad. Een nieuw zoemwoord in die branche is ‘criminogeen’, misdaadopwekkend. Belwinkels bijvoorbeeld, zijn ‘criminogeen’. Hasjcafés uiteraard ook (kwestie van welke deur je neemt). Het is een rare term. Misdaad wordt door bepaalde omstandigheden misschien wel gestimuleerd, maar nooit opgewekt; tenslotte wordt in gelijke omstandigheden de een wel en de ander niet crimineel. Uiteindelijk is het overtreden van de wet een keuze.

Kijkend naar The Wire, een serie die in dit blad terecht hogelijk werd geprezen, vraag je je wel af of bepaalde milieus misschien criminogeen zijn, al was het maar omdat kinderen de wet überhaupt niet leren kennen als iets relevants. Waar paps in de bak zit en mams de kinderen bestraffend toespreekt omdat ze naar school willen in plaats van wat bij te verdienen als drugsrunner.

Jaren geleden maakte ik samen met een fotograaf een reportage over de twee gezichten van de stad Miami: enerzijds de glamour van South Beach, met z’n designhotels en modellenbureaus, anderzijds de zwarte projects met uit de hand lopende crimerates. We wilden natuurlijk in contact komen met een echte ‘gang’, en na wat omtrekkende bewegingen en aanwijzingen van de politie troffen we een stel jongens, onder een volledig vol-gegraffitiet viaduct. Ze maakten meteen hun gang-sign en vertelden honderduit over hun avonturen als outlaws, zonder ooit echt specifiek te worden trouwens, maar dat was natuurlijk logisch, want, zoals ze niet ophielden op te merken, wij konden evengoed undercover agenten zijn. Toen het ijs gebroken was, mochten we mee naar het huis van de bendeleider. Het was een keurige woning, met beige bankstellen, een keukenbarretje en een groot tv-toestel. We begrepen het niet helemaal, maar kregen al gauw duidelijkheid. Een auto kwam de oprit op, de voordeur ging open en daar was de hoofdbewoner van deze crib, de vader van onze bendeleider. Hij wilde weten wie wij waren, en toen wij dat in enigszins omfloerste termen hadden uitgelegd, keek hij verbluft om zich heen, greep zijn zoon bij zijn oor en zei: “Wat? Heb jij die lui wijsgemaakt dat je in een bende zit? Een bende? Ben je gek geworden? Aan je huiswerk jij!” Tegen de anderen: “Wegwezen, schiet op naar huis, of ik bel je moeder!” Hoofdschuddend keek hij ons aan, terwijl wij beschaamd naar de grond keken. “En jullie?” zei hij. “Jullie moesten je schamen. Die kids zo op ideeën te brengen.”


‘Crimino-stimulant’ zou misschien een beter begrip zijn dan ‘criminogeen’. Het is tenslotte niet de winkel die de wet overtreedt, maar de eigenaar. Precies het denken dat Theodore Dalrymple ontmaskert in Leven aan de onderkant: het zijn altijd de omstandigheden die het gedaan hebben.

Zo kun je dit vredige visserseiland in de Saronische Golf evengoed ‘criminogeen’ noemen. Jongelui hebben geen toekomst hier, trekken naar de grote stad en voor je het weet, staan ze coked up in hun onderbroek een mitrailleur leeg te schieten, zoals die twee apenekken in Gomorra.

Onderwerpen