Spring naar de content

Sterven in het harnas

Zeg je Pinkpop, dan zeg je Jan Smeets. De Pinkpop-opa startte het festival in 1970 samen met een handvol andere jeugdwerkers in Geleen. ‘Soms vraag ik mij weleens af waar ik het allemaal voor doe.’ door Jochem Geerdink, foto Elsbeth Tijssen

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Op een steenworp afstand van waar in 1970 de eerste editie van Pinkpop plaatsvond, wijst alleen een voor de deur geparkeerde bestelwagen op het kantoor van Buro Pinkpop. Vanuit het onopvallende pand in Geleen organiseert directeur Jan Smeets met een kleine groep vertrouwelingen sinds jaar en dag het oudste, jaarlijks terugkerende openluchtfestival ter wereld. De ‘Pinkpop-opa’ was een van de initiatiefnemers van het festival dat op 18 mei 1970 werd gehouden op het Burgemeester Damensportpark in Geleen. Geheel in de traditie van de mijnindustrie had Smeets destijds steenkoolzwart krullend haar en een volle baard. Met het vertrek van de staatsmijnen verdween ook de kleur uit haar en baard van de 64-jarige Limburger.

Is het na veertig jaar nog steeds leuk?

“Natuurlijk, anders zou ik het niet doen. Al maakt de regelgeving het af en toe wel heel moeilijk.”

Je hebt regelmatig problemen gehad met vergunningen en omwonenden. Niet zelden werden dergelijke conflicten voor de rechter uitgevochten.

“Blijkbaar is niet iedereen gecharmeerd van wat ik doe.”

Maar al die regeltjes nemen toch veel plezier weg?

“Op sommige vlakken is het niet leuk, nee.’

Heb je nooit overwogen ermee te kappen?

“Die momenten zijn er zeker geweest. Bijvoorbeeld toen ik een jaar of tien geleden voor de Raad van State stond. Een groepje zogenaamde wijze mannen moest beslissen of wij een vergunning kregen. De voorzitter van de Raad van State zei dat hij gedacht had dat een kleine gemeenschap als Landgraaf op een heel andere manier Pinksteren zou vieren. Terwijl wij dus bijna dertig jaar bezig waren! Tja, dan vraag je jezelf wel even af waar je het allemaal voor doet.”


Op Rock Werchter lijkt alles toegestaan. Dat festival gaat zelfs tot diep in de nacht door. Kijk je met een jaloerse blik naar collega Herman Schueremans?

“Daar noem je iets. Ik vind dat er Europese regelgeving moet komen dat iedereen om 23 uur stopt. Nu is er sprake van oneerlijke concurrentie.”

Hoe bedoel je?

“Neem een band als The Cure. Die willen per se in het donker spelen. Dat wordt bij ons heel moeilijk; eigenlijk spelen alleen de slotacts in het donker. Daar komt The Cure in principe niet voor in aanmerking. Op Rock Werchter kunnen iedere dag vier bands in het donker spelen.”

De oplossing is simpel: ook Pinkpop moet langer doorgaan.

“Ik zou dat niet eens willen, de nacht is de nacht.”

Je bezoekers denken daar heel anders over…

“Dat kan wel zijn, ik ben daarin heel behoudend. De natuur heeft dit zo geschapen; er is een dag en er is een nacht. Ga toch lekker naar bed om te slapen. Vergeet ook niet dat er heel veel mensen werken op een festival. Je hebt daardoor te maken met regelgeving en arbeidsinspectie. Vroeger gingen mensen bij wijze van spreken dag en nacht door.”

Je hebt ook te maken gehad met dramatische jaren qua bezoekersaantallen. In 1985 was Pinkpop eigenlijk failliet.

“Er was een enorm verlies, het toenmalige bestuur wilde de stekker eruit trekken. Ze zeiden: Jan, wij hebben geen zin om dadelijk onze families in gevaar te brengen. Vervolgens heb ik het festival voor 1 gulden gekocht en het volledig gesaneerd.”

Nooit spijt van gehad?

“Nee, daar heb ik nooit spijt van gehad. Of het andersom ook zo is, weet ik niet, haha.”

De opzet van het festival veranderde direct. Was dat nodig?


“Dat was op advies van Leon Ramakers van Mojo. Hij wilde mij helpen, maar dan moest er wel een podium bij komen en de eindtijd opgerekt. Tot 1986 was Pinkpop namelijk om acht uur ‘s avonds afgelopen.”

Volgens critici ben je door de bemoeienis van Mojo inmiddels niet meer dan een mascotte.

“Dat zien ze verkeerd. Ik deed en doe nog steeds alles zelf, Pinkpop is honderd procent mijn eigendom. Wel ben ik een samenwerking aangegaan met Mojo Concerts met betrekking tot de acts.”

Heb je daarmee niet je ziel verkocht?

“Ik heb niets verkocht, officieel is er niet eens een contract. Zoals Leon altijd zegt: wij hebben een overeenkomst op de blauwe ogen. Officieel vanaf 1986, maar daarvoor was Leon eigenlijk al hofleverancier. Mojo maakt onder bepaalde voorwaarden een programma; daar betaal ik ze voor. De programmacommissie weet wat ik wil en uiteindelijk beslis ík nog steeds welke acts wel en niet op Pinkpop komen. Daarnaast draag ik ook zelf namen aan. Zoals ieder jaar een beginnende band uit Limburg. Die wordt door middel van een regionale bandcompetitie bepaald.”

Ik snap dat jij als Limburger vindt dat talent uit de regio ook een plekje moet hebben op Pinkpop. Maar geen van de ‘Nu of Nooit’ bands, slaagde erin door te breken.

“Daar moet ik je helaas gelijk in geven. Aan de andere kant heb ik zeer tegen de zin van de programmacommissie Limburgse artiesten als De Heideroosjes, Rowwen Hèze en Gé Reinders op het affiche gekregen. Die kennen we wél allemaal.”

Dat je koppig bent, hebben we in 2005 kunnen zien.

“Ik weet waar je op doelt. Iedereen raadde mij aan van Pinksteren af te stappen, maar ik hield vast aan dat weekend. Met als gevolg dat er maar twintigduizend bezoekers op Pinkpop afkwamen. Achteraf een verkeerde beslissing, al was het wel een van de gezelligste edities uit de geschiedenis.”


Van gezelligheid kun je niet eten. Je hebt sindsdien veel principes losgelaten. Voorheen moest een act bijvoorbeeld net een nieuwe plaat uit hebben. Daarnaast hield jij de komst van stadionacts altijd tegen:

“Vorig jaar stapten wij zelfs voor het eerst in de geschiedenis af van het pinksterweekend. Maar we moesten wel om de wedstrijd niet te verliezen. Overigens moet er nog steeds ‘iets’ aan de hand zijn met een act die op Pinkpop speelt. Al telt uiteindelijk wél het resultaat, het belang om te winnen staat voorop.”

Wanneer heeft Jan Smeets gewonnen?

“Als het festival uitverkocht is. Daarmee bedoel ik dat op maandag, voor ons nog steeds de main day, zestigduizend mensen de kassa gepasseerd zijn.”

In januari word je 65. Ben je niet bang dat je van je publiek gaat vervreemden?

“Ab-so-luut niet. Wel moet ik opletten dat de programmacommissie bij de tijd blijft. Tachtig procent van de bezoekers van Pinkpop is jonger dan dertig. Vijftig procent van de bezoekers komt voor het eerst. Daar programmeer je op. Dus de programmacommissie moet goed weten wat er onder die doelgroep leeft.”

Een veelgehoorde klacht dit jaar is dat het festival te popgericht is. Hardere bands ontbreken, terwijl je headliners vooral een ouder publiek aanspreken.

“Wanneer je Bruce Springsteen met zijn E Street Band kunt krijgen, dan zegt geen enkele festivaldirecteur ‘nee’. Programmering van festivals wereldwijd is steeds breder geworden. Alleen festivals als Graspop Metal Meeting hebben nog een uitgesproken harde line-up. Het ene jaar ligt de nadruk wat meer op rock, het andere jaar op pop. Daar kom je niet onderuit. Het is lastig het iedereen naar de zin te maken.”


Je wordt een dagje ouder. Gaat het niet allemaal te snel voor je?

“Dat niet, maar veel dingen zijn wel veranderd. Vroeger reed ik in twee uur van Geleen naar Amsterdam. Nu moet ik daar drie uur voor uittrekken.”

Ik bedoelde meer de ontwikkeling op muziekgebied.

“Nee, daar groei je in mee. Ik houd de popmuziek goed bij, lees muziekbladen en ga ieder jaar naar showcasefestival EuroSonic Noorderslag in Groningen. Daarnaast let ik goed op wat in België speelt. En laten we niet vergeten dat het nu veel makkelijker is een band te bekijken. Vroeger moest je daarvoor reizen, nu kijk je even op YouTube naar wat clips. Ook volg ik 3FM voor de laatste ontwikkelingen. Eigenlijk is het juist gemakkelijker geworden.”

Een wat ondergeschoven kindje op Pinkpop is hiphop. Enige jaren geleden zei je dat ‘die muziek niet op Pinkpop past’.

“Als het binnen de rest van het programma past, wil ik best kijken of het lukt. Gebleken is dat hiphopliefhebbers over het algemeen niet zoveel hebben met popfestivals als Pinkpop of Lowlands. Er komen helaas ook nauwelijks gekleurde mensen naar Pinkpop. Uiteindelijk is het daardoor een festival van de gitaren.”

Dat maakt je festival niet uniek. Wat maakt Pinkpop dat wel?

“Pinkpop is niet uniek. Wel proberen wij ons te onderscheiden door vast te houden aan een traditionele opzet. Ik noem het zelf de drie p’s: podia, popgroep en publiek. Meer moet dat niet zijn.”

Hoe ziet Pinkpop er over tien jaar uit?

“Daar ben ik nog helemaal niet mee bezig, ik ben eerst bezig met volgend jaar. Als je weet wat mij nú al is aangeboden: Mits dat allemaal doorgaat, breken we weer records. Nee, ik noem geen namen, haha.”

Zie je de opzet van Pinkpop de komende tien jaar drastisch wijzigen?


“Nee, in Nederland zijn wij heel erg van de traditie. Vasthouden aan het bekende.”

Hoort Pinkpop net zo bij Nederland als Sinterklaas en Koninginnedag?

“Dat hoop ik. Laatst bij een quiz op televisie werd aan een vrouwelijke kandidaat gevraagd wanneer Pinksteren is. Waarop de kandidate zonder blikken of blozen zegt: ‘Met Pinkpop’. Dat is toch fantastisch?”

Kan Pinkpop zonder Jan Smeets?

“Dat denk ik wel. Ik dacht altijd dat ik het eeuwige leven had. Tot ik in 2003 werd getroffen door een virus en een openhartoperatie moest ondergaan. Ik kreeg een kunstklep. Korte tijd balanceerde ik op het randje van de dood. Vervolgens mocht ik zeven weken lang in het ziekenhuis blijven. Lag ik naar het plafond te staren en dacht: hoe moet dat nu verder? Toen bleek dat ik daar eigenlijk nooit goed over had nagedacht.”

Kan Jan Smeets zonder Pinkpop?

“Nee, dat denk ik niet. Leon Ramakers zei onlangs in een interview dat hij verwacht dat ik in het harnas sterf.”

Dus: ‘Tot de dood ons scheidt’?

“Als we wisten hoe we dood konden gaan… Momenteel ben ik in overleg met de gemeente Landgraaf over een contract tot 2020. Dan ben ik pas 75.”

Onderwerpen