Spring naar de content

War of neglect

Met Barack Obama zijn ook de Clinton-diplomaten weer terug. Dat kan moeilijk anders, met Hillary Clinton als minister van Buitenlandse Zaken en echtgenoot Bill die als oud-president overal toegang heeft. Het zou dom zijn om daar geen gebruik van te maken en de wereld haalt opgelucht adem dat Amerika zich weer op internationale samenwerking richt (alsof dat onder Colin Powell en Condoleezza Rice niet gebeurde). Nederland verheugt zich bovendien in de terugkeer van Ivo Daalder, een oud-landgenoot die al voor Clinton in het Witte Huis werkte en nu door Obama tot Amerikaans ambassadeur bij de NAVO in Brussel is benoemd. Hij was vorige week in Den Haag en de Atlantische gemeenschap straalde van oor tot oor. De ideale schoonzoon (en ook nog zoon van Drees-biograaf en politicoloog Hans Daalder).

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Dat zit dus helemaal goed. Ivo is een rasdiplomaat, was als medewerker van Brookings Institution, een progressieve denktank, en auteur van opiniestukken in The New York Times al kritisch over het optreden van George W. Bush, en zat wat Irak betreft (anders dan Hillary Clinton, die de inval steunde) vanaf het begin op de lijn van zijn president. Voor de Obama-mensen was Irak een war of choice, en nog de verkeerde ook, want Saddam had niets met Al-Qaida te maken en bleek geen massavernietigingswapens te hebben. Daarentegen vloeide de inval in Afghanistan direct voort uit 9/11 want het waren de Taliban, toen aan de macht in Kaboel, die Osama bin Laden onderdak boden. De latere inval in Irak zou de aandacht van de echte strijd tegen het terrorisme hebben afgeleid, en die verwaarlozing maakt Afghanistan ook nu nog tot een war of necessity.

Daalder herhaalde deze mantra in Den Haag weer eens. Niet alleen is Afghanistan in zijn nieuwe functie zijn eerste, tweede en derde prioriteit, maar hij zei ook dat Washington zich na de mislukte strategie van de laatste jaren voortaan laat inspireren door de drie ‘D’s’ (defence, development, diplomacy) die de Nederlandse aanpak in Uruzgan zo voorbeeldig maken. Daar keek ik van op, al heb ik Victoria Nuland, een voorganger van Daalder bij de NAVO, onze militairen drie jaar terug ook al eens als ‘leidend’ horen prijzen. Diplomatiek stroopsmeren hoort erbij, maar het gaat ver om de Nederlandse aanpak nu nog als model te zien, aangezien er bij ons steeds meer twijfels over de ‘opbouwmissie’ in Afghanistan bestaan. Maar ik wil niet op alle slakken zout leggen, en het is mooi dat we nog steeds gidsland zijn.


Ik zit meer met de vermeende tegenstelling tussen war of choice en war of necessity, die Irak tot ‘foute’ en Afghanistan tot ‘goede’ oorlog zouden maken. Volgens mij heeft Obama door Afghanistan strategisch op te waarderen voor zijn eigen war of choice gezorgd, en wordt elke oorlog (goed of fout) die Amerika is aangegaan vanzelf een war of necessity die niet verloren mag worden. Dat geldt zeker voor Irak, dat door Bush beter is achtergelaten dan gedacht. Daar komt bij dat Obama meer troepen naar Afghanistan wil sturen, het soort surge waar hij in Irak tegen was, maar waarmee Bush het tij alsnog wist te keren. Een wending ten goede, die makkelijk weer een wending ten kwade kan worden zie de aanslag in Bagdad op 19 augustus, exact zes jaar nadat terreurgroepen het VN-hoofdkwartier in Irak opbliezen.

Het zal best dat Bush van alle goede redenen om Saddam te verdrijven de slechtste koos (de massavernietigingswapens), maar dat wil niet zeggen dat Irak strategisch ineens van minder gewicht is dan Afghanistan. Integendeel: Irak blijft van belang, met of zonder Amerikaanse presentie. Obama zal het enorm voor zijn kiezen krijgen als het in Irak na Amerikaans vertrek weer slechter gaat, terwijl snelle verbetering in Afghanistan (dat ook vanuit Pakistan wordt gedestabiliseerd) praktisch is uitgesloten. Dan keert het verwijt dat Afghanistan als gevolg van de invasie in Irak is verwaarloosd zich als een boemerang tegen Obama, en wordt Irak (opnieuw) een war of neglect.

Dat is niet zomaar speculatie. De ‘slappe diplomatie’ van de regering-Clinton, die zich in 1993 meteen terugtrok uit Somalië (waar Bin Laden ook een tijdje bivakkeerde), werd door critici als hoofdoorzaak gezien voor de erosie van het sanctieregiem tegen Irak, ingesteld na de eerste Golfoorlog. En in 1996 kwamen in Kaboel de Taliban aan de macht, zonder dat hun een strobreed in de weg was gelegd. De Clinton-diplomatie heeft een verleden van wars of neglect, van conflicten op hun beloop laten en de andere kant op kijken, en dat is straks vrees ik niet anders. In Den Haag hield Ivo Daalder ‘Irak’ (niet zijn verantwoordelijkheid) heel diplomatiek buiten beschouwing. Met zijn toon zat het wel goed, maar inhoudelijk dook hij weg voor alle lastige kwesties.

Onderwerpen