Spring naar de content

Het Waterloo van Dion Bartels

De ondergang van Dion Bartels is een feit. In de publieke opinie verwerd de kleurrijke schade-advocaat razendsnel tot een oplichter. Een opmerkelijk portret aan de hand van gesprekken met mensen om hem heen. En met Bartels zelf, die na dit interview in de luwte zegt te verdwijnen. De bravoure is weg. ‘Ik heb de afgelopen jaren te weinig aan zelfreflectie gedaan.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Aan het begin van het gesprek zitten we elkaar een minuut lang zwijgend te taxeren. “Wat wíl je, Peter?” heeft Bartels gevraagd, waarop ik hem keurig heb uitgelegd dat ik een afgewogen portret van hem wil schrijven. Wanneer dat dan gepubliceerd zou worden. December? Nee, dat is te vroeg, heeft Bartels gezegd, volledig voorbijgaand aan het feit dat die keuze niet aan hem, en zelfs niet aan mij is. Nu zit ik daar zwijgend te wachten of we in gesprek gaan, met mijn map Google-resultaten en een vragenlijst. Bartels heeft ook een mapje voor zich, met alle informatie die Google hem over Peter Smolders heeft gegeven. (“Dit ben jij niet hè,” wijzend op een papier met contactinformatie van dr. Peter Smolders, klassiek homeopaat te Leuven.) De tijd dat hij geheel open een interview in stapte, is duidelijk voorbij.

Hij doorbreekt de stilte. “Laat me je vragenlijst eens zien.” Ik aarzel, maar zo komen we ook niet verder, dus ik geef hem mijn richtlijstje. Bartels pakt een pen. “Goede vragen,” zegt hij, “maar een paar gaan we niet doen.” Hij streept twee dingen door. “Geen vragen over mijn privésituatie, dat heb ik thuis zo afgesproken.” Een tweede streep gaat door ‘Overweegt hij wel eens een psychiater te bezoeken?’ “Onzin,” oordeelt Bartels. “Maar verder is het oké. Laten we het maar proberen.”

Dénis André Napoléon Bartels (51), roepnaam Dion, was niet van de tv te slaan in 2009. Hij zat bij Pauw & Witteman, NOVA, EenVandaag en Editie NL om uitleg te geven over malafide beleggingsfondsen en wat Bartels Advocaten daartegen ondernam. Steeds werd hij aangesproken als de deskundige – de advocaat die weliswaar onorthodoxe methoden hanteerde, maar wel wist waar hij mee bezig was en het lef had grote partijen aan te pakken.


‘Onorthodox’ is een van die weinige termen die vriend én vijand wel op hem willen plakken. Bartels pakt de zaken anders aan dan zijn collega’s in deze tamelijk traditionele beroepsgroep. “Normaal wacht je tot je cliënt naar je toe komt. Ik werk anders. Ik constateer fraude, maak dat bekend en werf cliënten.” De twee belangrijkste wapens van Bartels zijn de publiciteit en internet. Op de drukbezochte site van zijn kantoor staat een lijst met beleggingsfondsen waarmee iets mis zou kunnen zijn. Mensen die hebben geïnvesteerd en hun geld dreigen kwijt te raken, kunnen zich tot Bartels wenden voor een massaclaim: iedereen betaalt inschrijfgeld, het kantoor treedt op namens de hele groep gedupeerden en probeert voor iedereen zo veel mogelijk geld terug te krijgen. De publiciteit is van belang om de aandacht op de mogelijk malafide fondsen te vestigen – en natuurlijk op Bartels zelf, zodat het sitebezoek wordt aangewakkerd.

Het gaat steeds over indrukwekkende cijfers. Bartels zegt voor zesduizend betalende klanten te spreken, die samen honderden miljoenen hebben belegd. Mensen weten zijn site massaal te vinden. “In oktober hadden we 1,6 miljoen pageviews en meer dan 300.000 unieke bezoekers, die gemiddeld twee minuten bleven. Dat zegt me dat we in een bepaalde behoefte aan informatie voorzien.” In 2009 is Bartels Advocaten in Zeist, opgericht in 2006, uitgegroeid tot een bedrijf met twintig medewerkers. Een heel groot team is niet nodig, omdat het om grote groepen klanten in een zeer beperkt aantal zaken gaat. Gedupeerden kunnen zich aanmelden via een kant-en-klaar formulier op de site, zo simpel is het.

Maar in diezelfde oktobermaand slaat de sfeer in het publieke domein om. Consumenten- en actualiteitenrubrieken krijgen blijkbaar te veel klachten. Misschien overspeelt Bartels zijn hand door zijn diensten ongevraagd aan te bieden aan klanten van de DSB Bank die niet gecompenseerd worden. Een akkefietje met Quote in de zomer, waarbij Bartels gezegd zou hebben dat zijn lucratieve business hem binnen vijf jaar in de Quote 500 zou brengen, suddert nog door. Hoe het ook zij: de media worden kritischer. Het mondt uit in wat lijkt op een nationale Bartels-bashing dag, vrijdag 31 oktober. Achtereenvolgens EenVandaag en Kassa fileren de advocaat tot op het bot. Zijn werkwijze zou schandalig zijn. Voor de fees die hij rekent, per cliënt iets tussen enkele honderden en 1750 euro, zouden zijn cliënten niets of nagenoeg niets krijgen. Bartels zou alleen uit zijn op zelfverrijking.


In Kassa doet een investeerder op overtuigende wijze zijn beklag. Bartels zou hem en vele anderen ruim duizend euro afhandig hebben gemaakt zonder daar iets voor te doen. Presentator Felix Meurders herhaalt eindeloos die ene vraag: hoeveel geld is er via Bartels teruggevloeid naar beleggers? Niets, moet Bartels bekennen. Zijn verweer dat juridische molens nu eenmaal traag draaien, valt weg in het verbale geweld van Meurders. Die rekent de kijkers ook nog voor dat het advocatenkantoor zelf zo’n acht ton verdient aan een groot malafide beleggingsfonds, aan inschrijfgelden en een succes-fee van 7,5 procent. De gedupeerde klant op de tribune sist af en toe ‘leugenaar!’ als Bartels aan het woord is.

Het beeld is duidelijk. Op vrijdag 31 oktober 2009, om tien voor half acht ‘s avonds, is mr. Dion Bartels nationaal bekend geworden als meesteroplichter.

Tweeënhalf miljoen mensen hebben het met eigen ogen gezien. Op 3 november wordt zijn lot helemaal bezegeld als de Raad van Discipline hem voor onbepaalde tijd schorst, op verzoek van de Utrechtse deken van de Orde van Advocaten. Bartels wordt ‘onbehoorlijke bedrijfsvoering’ verweten, een wankele financiële basis en een te agressieve wijze van klantenwerving. Een bewindvoerder neemt de leiding van zijn bedrijf van hem over.

Het is niet moeilijk leuke feiten te verzamelen voor een portret van Bartels, een man die even mediabewust als uitgesproken is. Hij werd geboren op Tweede Kerstdag 1958 in Breda en groeide op in Waalwijk. Hij woont met vrouw en vier kinderen in Utrecht. Hij was op zijn 23ste al advocaat en zat van 1982 tot 1990 in de gemeenteraad in Utrecht, als lid van de VVD. In ieder interview komt naar voren dat hij gefascineerd is door Napoleon, omdat zijn opa, geschiedenisleraar van beroep, vaak boeiend over hem vertelde. Zijn werkkamer is gesierd met grote wandschilderingen van de Franse generaal, waarnaast hij zich graag laat fotograferen. Door iemand die hem goed kent wordt hij omschreven als ‘een ADHD’er die alle energie uit je zuigt’. Hij houdt van golf, lekker eten, kunst en FC Utrecht. En hij organiseerde het etentje met zakenmensen waar Rita Verdonk de speech hield die haar haar plaats in de VVD zou kosten. Bartels was daarna te zien bij de oprichtingsbijeenkomst van Verdonks beweging Trots op Nederland, en mocht dat in alle actualiteitenrubrieken komen uitleggen. Zijn pr-machine heeft altijd gewerkt.


Dat is het leuke, persoonlijke portret dat al zo vaak is geschreven. Het is veel vermakelijker dan het zakelijke. Hij ging in 1978 rechten studeren, en was dus van 1982 tot 1990 raadslid in Utrecht en advocaat bij onder meer Wijn & Stael in diezelfde stad. In de jaren negentig specialiseerde hij zich in vastgoed en haalde hij via de Universiteit van Amsterdam het diploma van de Royal Institution of Chartered Surveyors, een Britse titel voor vastgoedspecialisten. In het begin van de 21ste eeuw had hij een kantoor met twee andere advocaten, Boerman en Sanders, maar dat viel na ruzie uit elkaar. Sinds 2006 begeeft hij zich met Bartels Advocaten agressief op de markt van de malafide, niet beursgenoteerde beleggingsfondsen. Hij doet dat met een unieke aanpak en zo veel kabaal, dat hij er een bekende Nederlander mee is geworden.

Van dat kabaal is op deze novemberochtend niet veel over. Dit keer geen ferme uitspraken over fondsen, andere advocaten of het leven in het algemeen. Het is het enige interview dat hij de komende maanden zal geven, bezweert Bartels. “Ik moet me nu een tijdje volledig stil houden in de media. Ik werk hier nog aan mee om het voor mezelf op een rijtje te krijgen. En ik wil jou niet in de kou laten staan.”

Hij is nog steeds wel die charmante prater, die graag stuurt. Zijn antwoorden zijn doorspekt met zinnetjes als ‘dat mag je gerust opschrijven’ en ‘ik herhaal…’. Midden in het gesprek komt hij ineens met volkomen verrassende persoonlijke vragen aan de interviewer. “Zie je je dochter vaak?” “Hoe oud is je vriendin?”

Volgens Bartels is de schorsing een rechtstreeks gevolg van een mail die de Orde van Advocaten recentelijk ontving. Hij kwam van advocaat Jerry Hoff, die de bekende vastgoedmagnaat Richard Homburg vertegenwoordigt. Hoff nam een gewaagde stap: hij dreigde de Orde aansprakelijk te stellen voor alle schade die Bartels zijn cliënt nog zou toebrengen als Bartels niet op korte termijn geschorst zou worden. Powerplay, maar wel succesvol. Hoff ontkent niet dat zijn actie een belangrijke rol heeft gespeeld bij de schorsing, maar verder wil hij er niet veel over kwijt. “Het is net rustig allemaal.”


De strijd tussen Homburg en Bartels begon toen Bartels Homburg op zijn site van ‘financiële malversaties’ betichtte. Daar was geen enkel bewijs voor en een flink juridisch steekspel was het gevolg. Maar liefst vier keer kruisten Hoff en Bartels de degens in kort geding, vier keer kwam Hoff als winnaar uit de bus. Toen Bartels de cliënt van Hoff ook nog omschreef als ‘de Nederlandse Madoff’ (naar de Amerikaanse superfraudeur Bernie Madoff, die eerder dit jaar 150 jaar cel kreeg), had Hoff er genoeg van. Hij kreeg de rechter eind oktober zo ver dat het Bartels werd verboden zich nog publiekelijk negatief uit te laten over Homburg, op straffe van een dwangsom van 100.000 euro per overtreding. Ook dat was powerplay, want zo’n spreekverbod wordt zelden toegepast. Maar in een strijd met Bartels zijn onconventionele en zware wapens blijkbaar wat makkelijker toegestaan.

Voor het grote publiek viel Bartels misschien pas op 31 oktober van zijn voetstuk; in de advocatuur en de wereld van het vastgoed had hij al lang nauwelijks vrienden meer. Wie even gaat graven, vindt een lange reeks van rechtszaken, ruzies, klachten, aangiften en rectificaties. Naast Homburg en Hoff hebben ook makelaar en tv-presentator Harry Mens, advocaat Oscar Hammerstein, zakenman Dick Terlingen en Jos Lemmens, directeur van beleggingsbedrijf De Lemmens Groep, een abonnement (gehad) op bonje met Bartels.

Jos Lemmens omschrijft Bartels als ‘pyromaan en brandweerman tegelijk’. Lemmens’ redenering: Bartels maakt eerst zelf een fonds kapot door negatieve publiciteit, en vangt vervolgens de gedupeerden op. Maar dat zijn dus slachtoffers die hij zelf heeft gecreëerd.

De Lemmens Groep (DLG) haalde bij 1500 beleggers in totaal zo’n 115 miljoen op om dat in Duits vastgoed te steken. In de zomer van 2009 werd DLG failliet verklaard. Daar ging een jaar aan vooraf waarin Bartels zich meer dan eens negatief uitliet over het bedrijf. Ook Lemmens ging naar de rechter en won. “Maar dat hield Bartels niet tegen,” zegt DLG-woordvoerder Martin van Putten. “Hij heeft zelfs bij de deken een verklaring getekend waarin hij beloofde nooit meer een kwaad woord te zeggen over Lemmens. Een paar weken later deed hij het gewoon weer. Die man is zo narcistisch. En een grote oplichter. Hij heeft er eigenhandig voor gezorgd dat De Lemmens Groep failliet ging, terwijl dat totaal niet nodig was. Er is 115 miljoen verdampt. En vervolgens laat hij beleggers ook nog eens betalen om hen zogenaamd te helpen.”


Voor Bartels is het onderwerp Lemmens passé: “De strijdbijl met Lemmens is begraven, in die zin dat al zijn bedrijven failliet zijn verklaard.” Lemmens en Van Putten denken daar anders over. Van Putten: “Voor Lemmens is het niet genoeg dat Bartels failliet gaat. Hij voelt zich heel erg schuldig tegenover de obligatiehouders. Die staan met lege handen.”

Er zijn meer gevallen die erop wijzen dat Bartels er geen moeite mee heeft op te treden als god-in-vastgoedland. Mike Welter, directeur van beleggingsfonds WSM, kreeg een paar jaar geleden ook onverwacht met hem te maken. “Toen hij naar zijn idee niet genoeg informatie kreeg, werden we op de zwarte lijst gezet. Na een telefoontje en een brief van onze advocaten werden we daar weer van verwijderd. Maar een paar weken later stonden we er ineens weer op, zonder aanleiding. Toen hebben we gedreigd hem te dagvaarden.Daarop bracht hij een persbericht naar buiten waarin stond dat WSM transparant en betrouwbaar was. En dat zonder enige nieuwe informatie te hebben gekregen.”

Welter onderschrijft de visie van Lemmens. Bij een faillissement is de staat altijd de eerste die wordt uitbetaald, en komen particuliere schuldeisers achteraan in de rij. Welter: “Hoe kan hij gedupeerden geld beloven als het Bureau Ontnemingswetgeving OM al beslag op het vermogen heeft liggen? De historie wijst uit dat er nooit iets wordt uitgekeerd, en dat weet Bartels donders goed. Hij liegt zijn klanten keihard voor.” Bartels zelf bevestigt in algemene zin dat een faillissement niet de ideale uitkomst voor zijn klanten is. “We proberen altijd een faillissement te vermijden, maar dan moet er aan de andere kant een partij zijn die wil dat het geregeld wordt en dat er wordt terugbetaald. Er zijn nu eenmaal boeven.”


In de verslagen van één faillissement komt zijn naam erg vaak voor: dat van advocatenkantoor Bakker Boerman Sanders (BBS), dat in maart 2007 definitief ten onder ging. Tot 1 januari 2006 stond BBS voor Bartels Boerman Sanders. Dion Bartels was een van de partners. In 2004/2005 ging hij er een jaartje tussenuit: “Niet zo gek hoor, na 25 jaar werken. Wat ik heb gedaan? Veel gesport.” Na zijn terugkeer was er onenigheid met partners Ruud Boerman en Simon Sanders, onder meer over zijn kostenvergoeding. Vervolgens, zo staat te lezen in het rapport van de curator, ontspon zich een bizarre strijd, waarbij Bartels zijn partners midden in de nacht bestookte met in hun ogen onzinnige berichten, waardoor ze niet meer aan hun werk toekwamen. Op 16 september 2005 werd afgesproken dat Bartels per 1 januari 2006 zou vertrekken. Daarna zou hij vreemde sprongen hebben gemaakt. Een camera legde vast hoe hij papieren viste uit de afvalcontainer van zijn oude kantoor, hij zou de domeinnamen en het logo daarvan hebben gekaapt, klanten benaderd hebben met het aanbod hetzelfde werk te doen voor de helft van de kosten, en zelfs meerdere blanco condoleancekaarten naar zijn voormalige partners hebben gestuurd. De eerste kaarten waren nog zo anoniem dat niet was na te gaan waar ze vandaan kwamen, maar toen latere kaarten voorzien waren van speciale Bartels-postzegels rees er een donkerbruin vermoeden.

Volgens een insider ging het kantoor uiteindelijk ten onder aan ‘een combinatie van hoge lasten en het continue getreiter waar sommige mensen aan kapotgingen’. Met die hoge lasten wordt dan gedoeld op een veel te duur kantoorpand dat in 2004 door BBS werd betrokken, een verplichting die Bartels was aangegaan.


Bartels zelf is er tamelijk laconiek over. “Op 28 maart 2007 ging BBS failliet, helaas helaas. Ik was toen al drie jaar weg. De curator oordeelde dat mijn vertrek een van de oorzaken was. Ik vind het vervelend voor de heren. Maar in feite draaide dat kantoor ook al om mij.”

Het valt niet mee om de Zeister advocaat te vangen in quotes van anderen. Mensen die zich eerder positief over hem hebben uitgelaten, reageren niet meer als ze nu worden benaderd. Veel tegenstanders kunnen uren vertellen over Bartels, maar liever niet meer on the record. Ze hebben waar ze op uit waren – de ondergang van Bartels – en nu nog iets zeggen zou kunnen worden gezien als een ordinaire trap na. Op de site www.zwartboekbartels.nl, naar verluidt opgezet door een geïrriteerde Belgische belegger, staan 120 pagina’s vol klachten, afgewisseld met een zeer sporadische opmerking ten faveure van Bartels en een enkele regelrechte doodsbedreiging aan zijn adres. Melders hebben doorgaans namen als ‘Bert’ en ‘Tot het gaatje’ en hun meningen zijn meestal weinig subtiel.

De mensen die off the record over hun ervaringen met Bartels vertellen, gebruiken ook zware termen. Een aantal van hen heeft stevige kritiek op de Orde van Advocaten, die eerder had kunnen ingrijpen. “De Orde heeft dit monster mede gecreëerd,” zegt een van hen. Verder omschrijven ze Bartels opvallend genoeg niet alleen als een oplichter, maar ook als een ongeleid projectiel en een man met een onbeperkte geldingsdrang. De term ‘manisch’ valt meer dan eens. En als Simon Sanders, die als voormalig partner in BBS een lange en zeer vergaande strijd met Bartels achter de rug heeft, wordt gevraagd hem te omschrijven, komt hij na een lange denkpauze tot: “Het is iemand die iets zoekt wat hij nooit kan vinden.” Dat komt dicht bij de visie van Harry Mens. Op die gedenkwaardige 31ste oktober noemde die Bartels in EenVandaag niet alleen een ‘schande voor de advocatuur’, maar ook ‘een man met een plaat voor zijn hoofd, een patiënt.’


Op basis van al deze verklaringen zou het beeld van Bartels – dat van de slimme oplichter die vele miljoenen heeft verdiend over de ruggen van anderen – ook weleens incompleet kunnen blijken. Er zijn ook feiten die tegenspreken dat hij een zeer succesvol bedrieger zou zijn. Uit de gepubliceerde jaaromzet van ongeveer een miljoen euro in 2007 blijkt bijvoorbeeld dat Bartels, zeker toen, nog helemaal niet zo veel betalende klanten had. Volgens Van Putten zegt dat weinig. “De echte kruistocht tegen de fondsen is pas begin 2008 gaan lopen. Toen werd het druk. Bartels heeft twintig panden in zijn bezit en er is ongetwijfeld geld weggesluisd naar bv’tjes. Dat moet de curator maar uitzoeken.”

Maar ook hij ziet wel gekte bij Bartels. “Op de avond van zijn schorsing stond hij stomdronken in café De Bastille met ontbloot bovenlijf smartlappen te zingen.”

De critici schetsen een andere kant van Bartels: die van de onberekenbare fantast, die een ziekelijke hang naar aandacht heeft en per se iemand van betekenis wil zijn. Een van hen begint over pseudologia phantastica, een psychische ziekte die eerder naar voren kwam in de zaak van Tara Singh Varma, het GroenLinks-Kamerlid dat in 2001 kanker veinsde. Wie aan die geestesziekte lijdt, leeft zo sterk in zijn eigen wereld dat hij zijn leugens op den duur zelf gaat geloven. Overigens betekent dat niet dat iemand niet meer wéét dat hij liegt en dus niet aansprakelijk is voor zijn gedrag.

Dat vinden zijn tegenstanders uiteraard ook. De strijd van DLG gaat door. Een eerdere schadeclaim van het bedrijf verviel toen DLG failliet ging, maar Lemmens onderzoekt nu mogelijkheden om de claim persoonlijk over te nemen. Op 3 november deed hij aangifte tegen Bartels wegens onder meer smaad en laster, oplichting en verzekeringsfraude. Homburg deed eerder ook al aangifte en bij de Raad van Discipline loopt los van de schorsing nog een procedure, waarin half december uitspraak wordt gedaan. Of hij nog veldheer wil zijn of niet, Bartels zal nog wel even moeten strijden. Hij gaat zelf ook nog in beroep tegen zijn schorsing.


Oplichter, fantast, veldheer, Robin Hood, monster of patiënt: iedereen kan zijn eigen etiket kiezen. Maar Dion Bartels heeft aan het begin van het gesprek duidelijk gemaakt het helemaal niet over psychiatrie te willen hebben. Hoewel het gesprek enkele dagen eerder plaatsheeft, is al bekend dat het faillissement van Bartels Advocaten op 24 november voor de rechter komt. Het eigen personeel heeft het aangevraagd, volgens Bartels daartoe aangezet door de lokale Orde van Advocaten. “Als ze dat niet zouden doen, zouden ze – net als ik – stante pede worden geschorst.” Het verzoekschrift waarmee hij zal proberen surséance te krijgen en zo wat tijd te winnen, ligt al klaar.

Bartels zegt dat het nu niet primair over hem gaat. “Het is nu een erezaak dat mijn mensen en mijn klanten een goed onderdak vinden.” Hij weet nog niet wat de toekomst hem zal brengen, maar het wordt vast weer iets waarbij hij als ‘belangenbehartiger’ optreedt. Op dit moment wil hij even in de luwte verdwijnen en goed nadenken. “Dit gesprek is een oefening in zelfreflectie. Daar heb ik iets te weinig aan gedaan de afgelopen jaren. Mijn beste critici, mijn vrienden en vriendinnen, hebben steeds twee woorden tegen me gebruikt: dimmen en doseren. Ik heb daar volstrekt onvoldoende naar geluisterd. Maar ze zeiden er wel altijd bij: je hebt gelijk, Dion. Dat wel.”

Onderwerpen