Spring naar de content

‘Het gedrag van Ter Horst is echt schandalig’

Haar schitterende primeur (‘AIVD faalde rond Irak’) leverde Telegraaf- journaliste Jolande van der Graaf zeven maanden ellende op. Ze kreeg een intimiderende huiszoeking en een strafrechtelijk onderzoek aan haar broek. ‘ Er horen geen inbrekers in je huis, ook geen staatsinbrekers.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Jolande van der G. heet, sinds vorige week bekend werd dat de strafzaak tegen u is geseponeerd, weer gewoon Jolande van der Graaf…

“Van der G., dat zou het Openbaar Ministerie wel gewild hebben. Nou, ik zag mezelf geen moment als een crimineel. Ik had gewoon mijn werk gedaan. Een verhaal geschreven waaruit bleek dat de AIVD er, in de aanloop naar de oorlog tegen Irak, een potje van had gemaakt. En daar hing opeens zes tot vijftien jaar celstraf boven mijn hoofd. Zes tot vijftien jaar! Voor een stukkie! Alsof ik een soort Holleeder ben.”

De verdenking tegen u was dat u staatsgeheimen in uw bezit had en publiceerde.

“Het is nog veel gekker. Toen mijn advocaat Victor Koppe bij de Raadkamer bezwaar had aangetekend, hield officier van justitie Evert Harderwijk een betoog waarin hij me beschuldigde van het ronselen en runnen van AIVD-agenten, hahaha.”

Moet u daar om lachen?

“Ja, natuurlijk, dat is toch krankzinnig? Echt belachelijk. Ik zou dat niet eens kunnen, ik ben gewoon journalist. Maar het OM creëerde het beeld dat ik als een soort Mata Hari geheim agenten had binnengehaald, die ik vervolgens allerlei opdrachten gaf. Compleet idioot. Op zo’n moment lach je, maar van binnen ben je natuurlijk razend. Wóest was ik.”

Dat kwam dan bovenop de agressie die toch al in uw lijf zat, want op 18 juni 2009 kreeg u te maken met een huiszoeking.

“Bozer dan toen ben ik mijn hele leven niet geweest. Op 28 maart brachten mijn collega Joost de Haas en ik in De Telegraaf het Irak-verhaal, en pas tweeënhalve maand later was die inval. Ergens had ik er wel rekening mee gehouden dat het zou kunnen gebeuren, maar aan de andere kant kwam die inval ook wel laat.”


Als u er rekening mee hield dat er huiszoeking bij u kon worden gedaan, wist u ook dat dat voor de recherche niets zou opleveren. En het OM wist dat ook.

“Precies, je zou, als je staatsgeheimen in je bezit had, wat bij mij dus niet het geval was, wel helemaal gestoord als je die thuis zou bewaren. Dus het ging die dag maar om één ding: intimidatie.”

Kunt u die dag terughalen?

“Elke seconde. Het gebeurde ‘s ochtends om half tien. Mijn zoontje was naar school. Ik had even gebeld met een collega, van Aktueel Man. Ik had gedoucht, wilde me net gaan aankleden en toen ging de bel. Ik dacht dat het de glazenwasser was, of iemand die een boek of een pakje kwam brengen, dus ik schoot even snel iets aan. Een spijkerbroek en een T-shirt, niet eens ondergoed eronder, en ik rende naar beneden en zag dat hoofd.”

Dat hoofd?

“Van die politieman. Ik heb een smal raampje in mijn voordeur, en hij stond heel impertinent naar binnen te gluren. Toen ik dat hoofd zag, wist genoeg. Hij was in burger, maar je ziet aan die blik dat het niet de glazenwasser is. Ik schrok me kapot. Maar dat was vrij snel weg, en toen heb ik een hele tijd door een dichte deur staan onderhandelen. Wie ben je? Wat kom je doen? En toen werd me verteld dat ik verdacht werd van het schenden en openbaren van staatsgeheimen, en dat ze die terug kwamen halen en dat ze naar binnen wilden. Ik vroeg of ze papieren hadden. Toen kwam de officier van justitie erbij en de rechter-commissaris, en toen was het: we hebben alle papieren en je kunt maar beter meewerken, anders wordt het heel vervelend.”


En dat heeft u gedaan?

“Ja, wat moest ik? Het flitst door je hoofd om te roepen: ‘Bekijk het maar,’ maar dan hadden ze er een koevoet tussen gezet. Bovendien hield ik er rekening mee dat ze me zouden meenemen, en dan zouden mijn partner en zoon met die kapotte voordeur zitten. Dat is ook niet echt praktisch. Dus ik heb opengedaan en voor ik het wist stond er negen man binnen. De rechter-commissaris dreunde vervolgens op wat er volgens hem bij mij in huis lag. Dat waren allemaal staatsgeheime documenten én andere AIVD-documenten. Dat laatste is ook wel listig, want ze trekken het meteen breed. Of ik dat maar even voor ze wilde ophalen. Ik zei: ‘Ik heb je niks te zeggen en ik werk nergens aan mee.’ ‘Nou,’ zeiden ze, ‘dan wordt het wel vervelend en wordt het een langdurige geschiedenis.’ ‘Nou, dat wordt het dan maar.’ Ik mocht vervolgens mijn woonkamer niet meer uit en er bleef een vrouwelijke agent bij me. Om daar te zoeken en in de gaten te houden wat ik deed. De rest rende meteen naar boven. Twee trappen op naar mijn werkkamer, ik hoorde ze gaan.”

Wat doe je dan?

“Ongelooflijk kwaad worden. Maar je kunt niks. Ik kookte inwendig, ik was echt razend. En dan zeiden ze ook nog: ‘Je hoeft niks te proberen en je hoeft je ook niet te verzetten, want je wordt meteen gearresteerd en meegenomen.’ Dus wat kun je? De gordijnen werden naar beneden gedaan en daar zat ik. Ik ben maar koffie gaan zetten…”

Had u genoeg kopjes voor iedereen?

“Ja, dahag! Ze hebben geen druppel gehad. Helemaal niks. Ze gingen wel naar het toilet, dat kon ik helaas niet tegenhouden, maar verder heb ik ze zesenhalf uur helemaal niks gegeven, terwijl het bloedheet was. Dat zou je bij genode gasten niet doen.”


U dacht niet: die mensen doen ook maar gewoon hun werk?

“Nee, ik wilde niet aardig zijn. Ze hebben overal in gezeten, mijn hele huis. Alles! De was is uit de machine geweest, de wasmanden zijn leeggehaald, alle boeken zijn uit de kast geweest, de Donald Duckjes van mijn zoon, al zijn speelgoed, overal hebben ze met hun handen aangezeten.”

En u wist ondertussen: ze vinden niks.

“Ik wist dat er geen staatsgeheimen bij me in huis waren, Ze hebben mijn pc meegenomen, mijn laptop, mijn TomTom, mijn agenda. Plus 72 notitieblokken. Het heeft wel een paar maanden geduurd voor ik dat allemaal terug had.”

Op uw pc draait nu een programmaatje mee dat precies kan zien wat u allemaal doet, neem ik aan?

“Dat denk ik wel, ja. Die gebruik ik dan ook niet meer.”

U praat vol walging over de huiszoeking.

“Iemand bij wie is ingebroken, heeft me eens gezegd dat dat leek op een verkrachting. Eerst vond ik dat toch echt iets heel anders. Maar later realiseerde ik me dat ik na die inval mijn hele huis heb geboend, van onder tot boven. En dat was niet omdat het een puinhoop was, want ze hebben er geen zootje van gemaakt. Alles stond anders, maar wel netjes. En toch ben ik met een emmertje sop het hele huis door gegaan. Ik heb weleens gehoord dat vrouwen die verkracht zijn, uren en dagen onder de douche gaan staan. Dus daar is het wel mee vergelijkbaar. Want het is de ergste vorm van inbreuk op je privacy. Je huis! Dat is toch de plek waar je leeft en woont, dat is jouw domein. Daar horen geen inbrekers in en daar horen ook geen staatsinbrekers in.”


Bent u een harde vrouw?

“Helemaal niet. Maar deze zaak heeft me wel harder gemaakt. Dit is allemaal pure intimidatie geweest, en ik had vanaf het begin één heilig voornemen: jullie gaan mij niet klein krijgen.”

Wie ‘runde’ de intimidatieactie tegen u?

“De AIVD. De Staat. Het OM. Minister Ter Horst. Wij brachten in De Telegraaf nieuws over het falen van hun organisatie. Dat moest gewroken worden. Andere motieven? Voorkomen dat het nog eens zou gebeuren? Een afschrikwekkend voorbeeld stellen voor andere journalisten? Zorgen dat mijn bronnen als misdaadjournalist opdrogen? Ik weet het niet. Dat zou dan een aardige bijvangst voor ze zijn.”

Wat was volgens u de rol van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken?

“Zij wist van meet af aan overal van. Ze heeft haar handtekening gezet voor het afluisteren van mij en mijn collega’s. Ze wist dat het een schandalige schending was van het journalistieke brongeheim. Ze zegt telkens dat politiek en opsporing volkomen onafhankelijk van elkaar werken, maar dat is absoluut niet waar. Begin november heeft ze nog geprobeerd te beïnvloeden en te sturen. Toen stond de Tweede Kamer redelijk op haar achterste benen. En toen heeft ze een brief naar de Kamer gestuurd waarin ze zich verantwoordde. Daar staat een passage in over mij. Het beeld, zo beweerde de minister, was ontstaan dat ik me weloverwogen en bewust bezighield met het verwerven van een informatie- positie binnen de AIVD en het bemachtigen van staatsgeheimen. Moet je nagaan: op dat moment was ik verdachte, liep er een strafrechtelijk onderzoek tegen mij en dan roept een minister zulke dingen over me. Dat kan helemaal niet! Daar heeft ze zich helemaal niet mee te bemoeien, maar ze doet het wel. Ik vind dat echt ongehoord. Schandalig.”


Ze komt ermee weg.

“Ze komt overal mee weg. Minister Ter Horst wil ook niet vertellen hoeveel mensen door de AIVD worden afgeluisterd. Dan zegt ze: ‘Dat geeft inzicht in de werkwijze van de AIVD.’ Wat een bullshit! Het aantal taps geeft helemaal nergens inzicht in. Tenzij het er veertien miljoen zijn, dan zegt het dat wij een politiestaat zijn. Weet je wat ook zo stuitend is? Ze ontkent alles. Als een commissie zegt dat het illegaal was om ons af te luisteren, nadat de rechter dat ook al heeft gezegd, dan hoor ik haar op Radio 1 met een stalen gezicht zeggen dat het absoluut legaal was om ons af te luisteren. Zo’n mevrouw gaat de PvdA veel stemmen kosten.”

U heeft toch niet ooit een man van haar afgepakt?

“Hahahaha, niet dat ik weet.”

De zaak tegen u is vorige week geseponeerd. Dat is dan uw derde overwinning, want eerder moest het OM al toegeven dat u geen staatsgeheimen in huis had en oordeelde de rechter dat uw telefoon ten onrechte was getapt. Heeft u excuses van het OM mogen ontvangen? Of bloemen?

“Wat denk je nou zelf? Het is héél leuk zoals het OM wéér bakzeil moest halen. Héél plezierig, als dat gebeurt. Daar heb ik natuurlijk een fles wijn op opengetrokken. En nog een tweede ook. Maar ook dan merk je de kleinheid van die mensen. Ze hadden om kwart over zes een brief naar mijn advocaat gestuurd. Dan is er natuurlijk niemand meer op kantoor. En om zeven uur stond het op het ANP. Zelf heb ik niets van ze gehoord. Ach, laat maar.”

Kijkt u weleens over uw schouder?

“Natuurlijk. Sinds die inbraak in mijn huis nog meer. Als je eenmaal over jezelf gelezen hebt ‘B32 ziet om 18.37 uur Subject 2’ – dat was ik – ‘uit haar huis komen en in een groene Ford Focus stappen’, weet je toch genoeg? Kom op, ik ben misdaadverslaggever. Ik kijk weleens over mijn schouder, maar je ziet ze niet. Het zijn professionals. Ik denk ook zeker te weten dat er iets onder mijn auto heeft gezeten.”


Was uw AIVD-primeur, met de kennis van nu, het allemaal waard?

“Dat is een heel lastige vraag. Voor mezelf interesseert het me niet wat me is overkomen, want ik kan er wel tegen. Wat we onthulden, was van belang. Er was allerlei gesteggel over protocollen waarmee de commissie-Davids zou gaan werken. Toen ons verhaal gepubliceerd was, heeft de commissie een ruimer protocol gekregen. En het was ook iets wat iedereen altijd al dacht, waar of niet? In de VS en Engeland was allang bekend dat materiaal waarop Nederland besloot steun te verlenen aan de oorlog in Irak niet deugde. Iedereen had het idee: onze premier heeft gedanst naar de pijpen van de Amerikanen en de Britten. En wij konden het op dat moment gewoon hard maken. Dus het verhaal had een enorm maatschappelijk belang.”

De andere kant is: uw zaak is geseponeerd, een AIVD-medewerkster en haar partner mogen daar voorlopig alleen nog maar op hopen.

“Mensen zijn opgepakt. Maanden vastgezet. Compleet gebrandmerkt door de buitenwereld. Misschien is hun hele leven naar de knoppen. Is dat het waard? Nee, dat denk ik niet.”

U moet zelfs getuigen in hun strafzaak.

“Ik kan heel goed zwijgen.”

Onderwerpen