Spring naar de content

Moeder Janis

Janis is 48. Ze heeft een latrelatie, werkt in een bakkerij en woont in een bescheiden flatje in Zaandijk, deels samen met dochter Kim. Op de vensterbank staat een foto van Romy en Daniël. Janis oogt fragiel en praat rustig. De band met haar dochter is alleen maar sterker geworden door wat er is gebeurd, zegt ze.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Heb je weleens getwijfeld aan Kims onschuld?

Eerst, resoluut: “Nee.” Dan wat bedachtzamer: “Niet echt, maar toen die familierechercheur belde… We moesten allemaal bij elkaar komen, zei ze, want ze had groot nieuws. Wij allemaal naar de flat van mijn dochter. Ze zei meteen dat ze goed nieuws had. Kim had het gedaan, hoor! Ze had bekend. Ik wilde opspringen en haar een klap geven, maar ik ben naar de keuken gelopen. Wij dachten dat goed nieuws betekende dat ze een dader hadden gevonden. Nou ja, volgens hen was dat natuurlijk ook zo. Op dat moment zei ik: ‘Ik geloof niet dat ze het gedaan heeft. Maar mocht het zo zijn, mócht het zo zijn, dan was ze er zelf niet bij.’ Snap je?

Er waren altijd genoeg andere mensen die het niet geloofden. De portier van het huis van Bewaring, Wim, dat was een superaardige man. Die zei: kop op, geloof er in, ze komt vrij. Hij vond het wel jammer dat hij ons niet meer zou zien. We namen soms een gevulde koek voor hem mee.”

Maar er zijn ook altijd mensen geweest die anders oordelen. Op sites, op straat. Zelfs Peter R. de Vries schrijft op zijn site: “Mijn conclusie is dat moeder Kim wel degelijk de dader is. En als zij het onverhoopt niet heeft gedaan, dan heeft ze er in mijn ogen in ieder geval bijgestaan toen iemand anders de kinderen vermoordde en houdt zij deze persoon om één of andere reden uit de wind.”

“Met de vrijspraak was nog niets opgelost. We dachten: als iemand het kan oplossen, is het Peter R. de Vries. Daarom hebben we meegewerkt aan die uitzending.

Achteraf heb ik er spijt van. Hij deed het alleen maar voor zichzelf, niet voor ons. Hij heeft niet gedaan wat ik in andere zaken wel van hem heb gezien. Dat is me tegengevallen.


En anderen? Ze weten allemaal hoe we ons voelen. Wildvreemde mensen vragen hoe ik toch zomaar kan doorgaan, met zo’n dochter. Of ze zeggen dat ze het gek vinden dat ik kan werken. Ze willen het liefst dat je alleen nog maar kapot bent. Maar wat moet je dan? Ze kunnen niet in me kijken. In het begin was ik ook weleens verbaasd dat Kim zo kon doorgaan. Dan zei ik: ‘Hoe doe je dat? Ik voel me helemaal verrot van binnen.’ Dan keek ze me geschrokken aan: ‘Ja maar, mam, dat heb ik ook. Maar als ik nu ga huilen, kun je me wegbrengen. Dan hoeft het allemaal niet meer.’ Ik wil niet huilen waar zij bij is, en andersom. Als het voorbij is, kunnen we dat misschien wel. Omdat we er dan niet meer steeds voor de ander hoeven te zijn.” ‘Op dinsdag 13 juni 2006 zat ik in Australië. Ik reisde rond met familie. Een paar dagen later pakte ik de laptop, voor het eerst, eigenlijk om de uitslagen van het WK voetbal te bekijken. Op de site van De Telegraaf zag ik het bericht over Kim en haar kinderen. Ik weet nog dat ik het hardop aan de anderen voorlas.”

Onderwerpen