Spring naar de content

Klinkklaar

Piet Hein Donner lijkt niet te popelen om de eerste man bij het CDA te worden als Jan Peter Balkenende op 9 juni verliest en Den Haag verlaat. Aan tussenpausen doen de christen-democraten niet, zij schuiven meteen een nieuwe eerste man naar voren. Maar wie?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

We konden de demissionnaire minister van Sociale Zaken gewoon op de man af vragen wat hij vond van dit scenario, want we zaten in het Politiek Café in Den Haag, waar hij een lezing zou geven. Op iemand als Piet Hein Donner, met zijn eeuwige donkergrijze pak en zwarte schoenen, stap je weliswaar niet zomaar af, en al helemaal niet met het type vragen waaraan inhoudelijk georiënteerde mensen als hij een hekel hebben, maar de entourage in het Café is gemoedelijk, zoals altijd, en we waagden een poging. Donner benadrukte dat hij zich niet verkiesbaar heeft gesteld voor de Tweede Kamer en dat, indien er opnieuw een beroep op hem wordt gedaan om minister te worden, er toch aarzelingen zijn. “Ik ben al acht jaar minister en behoor inmiddels tot de oudgedienden.”

We drongen nog wat aan, en Donner begon lichtelijk spottend te grinniken. Ik zag een glimp van zijn gebit, en de bijbehorende gezichtsuitdrukking deed hem een beetje lijken op Gerard Reve. Toen kapte hij met een soeverein gebaar alle nadere pogingen af en liep weg. Het zou ook niets opleveren, realiseerde ik me, en ik nestelde me aan de bar in de hoop dat Donner wel in staat was te vertellen hoe bijvoorbeeld de verzorgingsstaat er in pakweg 2040 bij ligt. Helaas, Donner toonde zich een standwerker die vooral het succes van de deeltijd-WW onder de aandacht probeerde te brengen.

Misschien werd er nog iets losgemaakt bij de zaaldiscussie. Het was ijdele hoop, want, zoals ik eerder heb vastgesteld, vragenstellers stellen nooit vragen. Men neemt de gelegenheid te baat om de microfoon zowat af te pakken van de gespreksleidster – in dit geval Politiek Café-initiatiefneemster Laetitia Smits van Oyen, die dat nijdig verhindert – en een verhandeling te beginnen die zich ontwikkelt als een gyroscoop. Al na enkele seconden is er geen touw meer aan vast te knopen, begint de zaal te zuchten, probeert de vragensteller ieder gerucht in de kiem te smoren door zijn curriculum vitae op te lezen – niet zelden noemt men zich econoom of grote jongen bij een nog groter consortium. Ten slotte bijt de gespreksleidster hem fijntjes toe ‘wat nu precies de vraag is voor meneer Donner’. Na zo’n aanloop verwacht je iets substantieels, maar vaak zijn het heel open, nietszeggende vragen van het kaliber ‘Hoe staat u daarin?’ of ‘Kunt u daar iets over zeggen?’ Donner toonde zich een correcte man en ging er gedurig op in.


Vlug naar Binnenhof-watcher en CDA-senator Hans Hillen, die ons hartelijk ontvangt op zijn kantoor in Amsterdam, dat rijkelijk is voorzien van beelden met ledemaatloze figuren en Aziatische mannetjes.

Donner, tussenpaus? Mwah. Volgt een antwoord waaraan een schets voorafgaat – Hillen is per slot van rekening socioloog – die begint bij de ontzuiling, het emotioneel radicalisme van het progressieve denken, het overschatten van de overheid en de verwording van de burger tot een louter verwend, consumerend, onverschillig wezen. En vandaar eindigen we bij de huidige tijd, waarin het volk weer snakt naar fatsoen, veiligheid, gemeenschapszin, naar waarden kortom die ooit toebehoorden aan die truttige jaren vijftig.

Als oud-Journaal-correspondent heeft Hillen gelukkig ook zijn journalistenhart behouden, en daartoe genood doet hij vrolijk mee aan het nationale gezelschapsspel Wie Met Wie? Als Jan Peter Balkenende de Haagse arena verlaat, dan wordt Ab Klink meteen de nieuwe man. Voor Hans Hillen is dat een serieuze optie. Afgelopen zaterdag op het CDA-congres blijkt Klink op de Kamerlijst te zijn gestegen van een vijfde naar een vierde plek, een actie die vanuit de talrijke afdelingen in het land was opgezet. Dat komt niet vaak voor, weet Hillen, en het zegt iets over Klinks snel groeiende populariteit.

Maar maakt Klink enige kans tegen de belangrijkste tegenstrever, Job Cohen? O ja, weet Hillen, hij kan de PvdA-lijsttrekker ‘nog wel met zijn linkerpink’ aan. Cohen. Kijk naar Klink bij Pauw & Witteman, doceert Hillen, kijk naar zijn vriendelijke uitstraling, zijn vermogen om te luisteren en om duidelijk te zijn. De man is directeur geweest van het Wetenschappelijk Instituut, runde een zwaar ministerie, is bovendien in de kracht van zijn leven.


Hillen meent dat de PvdA zichzelf erg kwetsbaar heeft gemaakt met Cohen, die immers ‘een reservespeler is die al acht jaar op de bank zit’.

Klink dus, maar met wie? Een combinatie CDA, VVD en D66 ligt voor de hand, ook al hebben zij met 71 zetels op dit moment geen meerderheid. Die resterende zetels zullen moeten worden verdiend in de campagne, en dat zal de afzonderlijke partijen wellicht nog iets gemakkelijker afgaan als de namen bekend worden van mogelijke premierskandidaten. Pechtold wil in de Kamer blijven, en dus richt de focus zich op Alexander Rinnooy Kan en Hans Wijers. Hillen betwijfelt of Mark Rutte zich uiteindelijk daadwerkelijk aandient als premier en vermoedt dat de voorkeur van de partijbonzen toch uitgaat naar Ivo Opstelten of misschien nog Neelie Kroes, voor wie intussen in De Telegraaf een veelzeggende lobby is gestart.

Klink, Opstelten, Rinnooy Kan – wie de eerste onder zijns gelijken ook wordt, het kan een supertrio zijn dat, en daar gaat het Hillen om, heel wel past in de tijdgeest waarin de overheid steeds kleiner zal worden, en niet per se vanwege de bureaucratie en de bijbehorende kosten, maar vooral omdat haar bemoeienis een fatale invloed heeft gehad op de eigen kracht van burgers om zaakjes zelf en vrijwillig te regelen met elkaar.

En Balkenende V, is dat nog realistisch? Hillen wil er zijn salaris niet om verwedden, maar het zou ‘zomaar kunnen’, want Klink en JPB zijn two of a kind, en daarbij is JPB is een comeback-kid die kan ‘knokken, vechten’, maar die de komende weken ‘even niet de grote staatsman moet uithangen’.

Begrijpen we Hillen goed, dan heeft het CDA met zijn gedachtengoed en kandidaten dus eigenlijk een luxe-probleem. Het is een gewaagde opstelling, maar een die wel strijdlust verraadt. JPB komt eraan, zoveel is zeker, en misschien komt hij er nog wat harder aan nu Ab Klink in zijn nek hijgt.