Spring naar de content

Het wild erotische leven van Tel Aviv. Omdat het nooit veilig is

Iran dreigt Tel Aviv op te blazen, alweer. Dat doet Iran natuurlijk al jaren en vice versa, maar goed, het blijft nieuws. De hoogste Iraanse leider Ayatollah Ali Khamenei dreigde donderdag de op een na grootste stad te van Israël te verwoesten – terwijl Iran beweert dat hun atoomprogramma slechts ‘vreedzame doeleinden kent’.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Iris Hannema

Ook ik lees zo’n nieuwsbericht met een diepe zucht: heb je die twee heethoofden weer met hun gedreig elkaar te pletten met nucleaire confetti. Maar wat als je in Teheran woont, of in Tel Aviv, en de nieuwslezer je vertelt dat er weer eens een boos land, jouw stad met de grond gelijk zou willen maken? Met jou erbij natuurlijk. Hoe voelt dat? Wat doet dat met je?

Heftig, opwindend, erotisch
Ik heb een tijdje in Tel Aviv gewoond omdat het de vetste stad van de wereld is met een ongelooflijk nachtleven, mooie mensen, de beste koffie en ontbijtjes, een warm tot snikheet klimaat en witte stranden. Het zou Rio de Janeiro kunnen zijn, mits je Hebreeuws en Braziliaans-Portugees niet van elkaar kunt onderscheiden. Maar er is iets anders met die stad, de energie is iets wat ik nooit eerder gevoeld heb (tot ik in de nachtclubs van Beiroet’s Libanon aankwam): heftig, opwindend, spannend, erotisch, altijd in beweging.

Dit is die andere kant van de dreiging dat het zomaar eens afgelopen kan zijn. Ik heb er altijd het gevoel gehad dat Israëli’s er onbewust op anticiperen dat iedere dag de laatste zou kunnen zijn. Mannen en vrouwen zitten vanaf hun tienerjaren verplicht respectievelijk drie en twee jaar in het leger, dus iedereen wordt er al van jongs af aan mee geconfronteerd. Toen ik ’s nachts ronddoolde in underground club met namen als The Breakfast Club en Elf Olifanten, besloot ik voor mijzelf dat hier, in die clubs waar iedereen danst en blij is, het er even niet toe doet wie het nu eigenlijk allemaal gedaan heeft. Het waren gewoon jonge, mooie mensen, die helemaal niet ongelooflijk fantastisch genieten van een land dat altijd balanceert op het randje van oorlog. Nee, besloot ik voor mijzelf, zo wil niemand leven. Natuurlijk niet.

Tongzoenende mannen 
Tel Aviv’s s bijnaam is the city that never sleeps, en niet omdat iedereen wakker ligt van alle buren die hen uit de weg zouden willen ruimen. De stad slaapt nooit omdat er altijd wel ergens feestjes aan de gang zijn. En omdat je op ieder uur van de dag kunt ontbijten, dineren, zuipen, koffie drinken, neuken, exposities kunt bekijken.

De straten zijn in het weekend rond vijf uur ‘s ochtend net zo druk als om drie uur ’s middags. Jongens spreken meisjes gewoon aan in koffiebars, op het strand, aan de dinertafel met de familie: ‘Ik vind je leuk, zullen we wat drinken straks?’ Een date wacht dus geen drie dagen met het versturen van zijn eerste smsje; dezelfde avond nodigt hij je uit. Kleed je maf, schreeuw lekker over straat, ga romantisch met je vriendinnetje lunchen met je mitrailleur op je schoot, tongzoenende mannen op de markt, it’s all possible.

Iedere maand worden er weer ontelbaar veel nieuwe bars en clubs geopend. Eten dat niet precies naar wens is, of een slecht gemaakte cappuccino, gaat zonder klagen terug naar de keuken: enkel de wens van de klant is goed genoeg en natúúrlijk moet het perfect zijn. Zie je hier een orthodox geklede Jood, dan is hij hoogstwaarschijnlijk verdwaald of anders zeer zeker niet blij met Tel Aviv, de stad  vol ‘goi’, het Jiddische scheldwoord voor ongelovigen.

Beiroet versus Tel Aviv
Ik beloof dat ik in een volgende column eens vertel over ‘de overkant’, Teheran en Beiroet in Libanon, en hoe het daar aan toe gaat, maar nu is Tel Aviv aan de beurt. Ik heb in ieder geval al reizende geleerd dat een oordeel vellen onmogelijk moeilijk is.

Toen ik erachter kwam dat een nachtclub in Tel Aviv of Beiroet om vier uur ‘s nachts niet van elkaar te onderscheiden is, dezelfde energie en bizar gelijkende mooie jonge mensen, heb ik besloten mijn respect voor iedereen met zorg te koesteren en mijn Nederlandse paspoort op waarde te schatten.

Reisjournalist Iris Hannema (1985) reist sinds 2008 schrijvend en fotograferend, in haar eentje, de wereld over. Als u wilt weten waar zij zich nu bevindt, kunt u haar volgen op Twitter.