Spring naar de content

Giorgio Chinaglia, spits voor de maffia

Het is de zomer van 1975. Op de kantoren van voetbalclub New York Cosmos wandelt een grote Italiaan naar de receptie en richt zich in vlekkeloos Engels tot het meisje achter de balie: ‘Mijn naam is Giorgio Chinaglia, ik wil hier wel komen voetballen.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Een jaar later was de transfer een feit. Op het moment van zijn vertrek speelde Giorgio Chinaglia bij Lazio Roma. Hij was een van de beste spelers van de Serie A, en in elk geval verreweg de populairste. “Long John” emigreerde op het hoogtepunt van zijn Romeinse roem, Chinaglia was dankzij het door hem hoogstpersoonlijk binnengesleepte kampioenschap van Lazio een club op zichzelf geworden. Een club met een tienduizendenkoppige fanschare, met fanclubs in alle grote steden van het land – de grootste, in Rome, heeft op een gegeven moment 21.000 Chinagliani in zijn ledenbestand. Giorgio is een superster. Een superster zonder succes in de Squadra Azzura, want na het mislukken van het mislukte Italiaanse WK in 1974 werd het nooit meer wat tussen Long John en de nationale ploeg.

Connie
Het vertrek naar New York was een keus voor de dollars, maar meer nog was het een zoektocht naar geluk. Geluk voor zijn Amerikaanse vrouw Connie, die hij een jaar eerder had zien opbloeien tijdens een Lazio-tripje door de States. Het was voor Connie dat hij die hete zomerdag in ’75 bij de New York Cosmos naar binnen stapte.
In New York werd Chinaglia een nog grotere ster dan hij ooit in Rome was geweest. Hij speelde 213 wedstrijden voor de Cosmos. In die wedstrijden scoorde hij maar liefst 193 keer.

Daar, aan de andere kant van de oceaan, beperkte Chinaglia zich niet alleen tot het scoren van doelpunten. Hij werd zakenman, een handige jongen die miljoenen verdiende met investeringen in onroerend goed. Chinaglia – de man die als jongen met zijn zus en ouders lange tijd in een nietig eenkamerappartementje in Cardiff woonde – werd miljonair. Bovendien stond hij onder New Yorkse taxichauffeurs bekend als gul, maar vooral als de vreselijkste ‘backseat driver’ van de stad.
Giorgio Chinaglia wilde gewoon overal met zijn neus bovenop zitten.

Gederailleerd
Na terugkeer naar zijn vaderland werd hij in 1983 gekozen tot president van Lazio Roma, zijn oude liefde. Het werd een debacle: twee jaar later stond Chinaglia al voor een rechter zijn omvangrijke fraude recht te praten.
Langzaam maar zeker begon het leven van Giorgio Chinaglia te derailleren. Hij zou nog vaak trachten zich met Lazio Roma te bemoeien, maar de magische gloed die zo lang om hem heen gehangen had, was vervlogen. Steeds minder mensen namen hem serieus: om de zoveel tijd kwam Chinaglia weer met een nieuw bedrijf op de proppen dat de op omvallen staande club zou willen redden. De koersen van de Lazio-aandelen schoten steeds weer de hoogte in, maar tot een verkennend gesprek kwam het geen enkele keer.
In 2006 werd hij voor de zoveelste keer officieel in staat van beschuldiging gesteld:  ditmaal zou hij Lazio-president Claudio Lotito hebben willen chanteren. Chinaglia had daarbij hulp gezocht van Lazio’s hardcore supporters: fascisten, racisten, maffiosi. Zij waren hem altijd blijven steunen, ook toen de stroom doelpunten voorgoed was opgedroogd.
Langzamerhand zakte Giorgio Chinaglia weg in het drijfzand van de georganiseerde misdaad. De maffia deed in 2008 een voorlopig laatste poging Lazio Roma over te nemen. De coup mislukte en er werden tien mensen opgepakt. Onder hen: Mister Giorgio Chinaglia.
In 2011 stierf hij aan een hartaanval. Van de honderdduizenden Chinagliani uit midden jaren zeventig was nog slechts een handjevol hardnekkige believers over.