Spring naar de content

Dope doet leven: de wanhoop van Mauro Santambrogio

Vrijdag 11 oktober 2013 was nog maar een paar minuten oud toen Mauro Santambrogio zijn iPhone greep, zijn vingers over de toetsen liet stuiteren en ‘Addio mondo’ schreef. Vaarwel wereld.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Tien minuten later las ik het bericht, en zijn antwoord op een bezorgde reactie van een vriend: ‘Non c’e la faccio piu.’
Ik kan het niet meer.
Ik zat op de bank. Mijn vriendin zat naast me. Misschien zuchtte ik, of was er een andere aanleiding voor haar om te vragen wat er was.
‘Iemand heeft op Twitter net aangekondigd dat hij zelfmoord gaat plegen.’

Follow the messenger
Ik keek nog eens naar de berichtjes, de eerste die Santambrogio in vier maanden tijd had verzonden. Ze waren onmogelijk anders te interpreteren dan als een openbaar afscheidsepistel. De briefjes op de keukentafel zijn voorgoed vervangen door berichten van maximaal 140 tekens, instant-nieuwtjes die je naar gelang kunt ‘favoriten’ of ‘retweeten’ – iets wat talloze wielerliefhebbers over de hele wereld dan ook hadden gedaan. Als Twitter iets wezenlijk heeft veranderd, dan is het dat we niet langer bang zijn de brenger van het slechte nieuws te zijn. Don’t shoot the messenger, but follow and retweet him.

Ik staarde naar de berichten van iemand die misschien op ditzelfde moment… Nee. Toch?
Mijn vriendin zei: ‘Ik word altijd een beetje boos van dat soort dingen.’
Ja, boos… Boosheid volgt op suïcide als een natte broek op een beregend zadel: het gebeurt nu eenmaal, je kunt er niks aan doen. Maar: wat heb je aan boos? Boosheid is slechts een gangbare vertaling van onmacht.

Aangekoekte kaaskorst
Santambrogio was een paar maanden geleden nog de schande van het peloton. De manier waarop hij op doping werd betrapt was zo klassiek dat je er haast melancholiek van zou worden: kleine Italiaan in kleine Italiaanse ploeg rijdt na jaren zonder succes plots met de allerbesten mee naar boven, zij aan zij met een kopman, Di Luca, die zowel in verleden (3x betrapt) als heden (kort daarna 4e keer betrapt) volkomen onbetrouwbaar was gebleken.

Laatste stuiptrekkingen van een voorbij tijdperk, concludeerde men. Of, zoals dat tegenwoordig in het wielrennen heet: ‘Sommigen begrijpen het nog steeds niet.’
Een zin waar ook Lance Armstrong zich ook graag van bediende, maar in zijn geval snapte de wereld pas veel later wat hij daar mee bedoelde.

Santambrogio was als de hardnekkige kaasrest in een verder smetteloos tosti-ijzer. Nu werd ook die aangekoekte donkergele korst met Jif en Vim verwijderd. Voorgoed.
Wat gebeurt er eigenlijk met wielrenners die op doping betrapt worden? Waar blijven zij die geen vanzelfsprekend sociaal vangnet bezitten, of een onwankelbare onverstoorbaarheid? Topwielrenners doen niet veel anders dan wielrennen, en over wielrennen nadenken – anders waren ze geen topwielrenners. Ze hebben een doel, ze zijn ergens op weg naartoe. En wie stopt, blijft in de sport en gaat op zoek naar nieuwe doelen.

Wanneer zo’n renner van het ene op het andere moment uit het nest geduwd wordt, moeten talloze klippen worden omzeild: verslavingen, depressies, sociaal isolement en wie weet wat nog meer. Het is zo makkelijk om te zeggen: iemand die het voor zichzelf vergalt, iemand die ons en iedereen die in ons gelooft heeft bedrogen, zo iemand zoekt het verder zelf maar uit. Kennelijk ontslaat bedrog – of wat dan ook – de omgeving van iedere verdere zorgplicht.
Niet iedereen is in staat het ‘zelf maar uit te zoeken’. Mensen die in hun sop gaar koken, lopen het risico vroeg of laat kopje onder te gaan. Mensen die alleen nog vergezeld worden door hun eigen eenzaamheid, stellen hun hart vroeg of laat open voor de wanhoop. Daar kun je boos om worden, omdat sommige woorden en daden je begripsvermogen te boven gaan. Je kunt je kwaad maken om wat niet meer lijkt dan een ordinaire schreeuw om aandacht, jazeker. Maar wat als je denkt dat niemand nog aandacht voor je heeft?

Totaal gebrek aan nazorg
Dat gebeurde bij Mauro Santambrogio. Als hij had gedaan wat hij dreigde te doen, zou hij niet eens het eerste slachtoffer van het totale gebrek aan nazorg voor gestraften in de wielerwereld zijn geweest. Bij lange na niet.
Op vrijdagochtend twitterde Santambrogio weer. Hij was niet dood.
‘Ik moet en zal deze koers winnen.’
Iedereen die iets van wielrennen snapt, weet dat er geen wedstrijd ter wereld is die je helemaal op je eigen houtje kunt winnen.