Spring naar de content
bron: Screenshot De verloren kinderen van het kalifaat/BNNVARA

Nederland moet zijn kalifaatkoters repatriëren

De Nederlandse regering zet zich niet actief in om de kinderen van jihadstrijders terug te halen uit het kalifaat. Dat is in strijd met de internationale verdragen, onmenselijk en – vooral – hardvochtig.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Jan Smit
De verloren kinderen van het kalifaat
Beeld:

Een opa die voor het eerst van zijn leven zijn twee kleindochters ziet en hen eindelijk kan omhelsen. Twee koddige meisjes met vlechtjes en pijpenkrulletjes van nog geen twee turven hoog.

Ergens in Verweggistan in een kille, non-descripte ruimte. Die vervolgens in huilen uitbarst en vraagt: “Weet je wel wie ik ben? Ik ben je opa!” En de peuters een paar uur later weer moet laten gaan. Niet wetend of hij hen ooit zal terugzien.

Hartverscheurende scenes uit De verloren kinderen van het kalifaat, de documentaire van filmmaker Sinan Can, afgelopen maandag uitgezonden door BNNVARA, waarin Houssein, een Nederlandse vader van twee IS-kinderen, in Syrië tussen de puinhopen van het kalifaat op zoek gaat naar zijn vrouw, dochter en kleinkinderen.

Houssein vindt ze – zijn dochter en kleinkinderen althans. Hij mag van geluk spreken. Volgens de AIVD zijn er de afgelopen jaren ongeveer 300 Nederlanders uitgereisd naar Syrië en Irak, waaronder 100 vrouwen. En er zitten inmiddels zo’n 175 Nederlandse kalifaatkinderen. De meeste ouders en grootouders van deze kinderen weten niet eens of die überhaupt nog leven.

De meeste ouders en grootouders van kalifaatkinderen weten niet eens of die überhaupt nog leven.

Op de bonnefooi naar het voormalige IS-gebied afreizen heeft geen zin. Dat is zoeken naar een speld in een hooiberg. Er zijn alleen al in noordoost-Syrië, het door de Koerden op IS heroverde gebied, acht gevangeniskampen met duizenden voormalige jihadisten en hun gezinnen.

Alles voor de kijkcijfers

Houssein wist waar zijn dochter en kleinkinderen zaten. Iets wat overigens niet blijkt uit de documentaire; het moet wel spannend blijven uiteraard – alles voor de kijkcijfers! Bovendien is reizen in het gebied nog steeds erg moeilijk en gevaarlijk. Explosieven en boobytraps all over the place.

De Nederlandse regering zou deze wanhopige ouders en grootouders bij hun zoektocht kunnen helpen. Maar Nederland geeft niet thuis. IS-kinderen worden niet teruggehaald, luidt het officiële kabinetsbeleid. Of, in de woorden van Ferdinand Grapperhaus, de verantwoordelijke minister van Justitie en Veiligheid: “Wij begeven ons niet in dit strijdgebied. Dat is gevaarlijk en onverantwoord.” Melden de kinderen zich bij een Nederlands consulaat, dan kunnen ze volgens hem wel hulp verwachten.

Dat laatste is een illusie. Nederland heeft al sinds 2012 geen ambassade meer in Syrië. Was die er wel geweest, dan hadden de kinderen die nooit op eigen houtje kunnen bereiken. De dichtstbijzijnde ambassade zit in Ankara, maar naar Turkije afreizen is onmogelijk. Daarvoor beschikt het IS-kroost niet over paspoorten of andere reisdocumenten.

De dichtstbijzijnde ambassade zit in Ankara. Maar het IS-kroost beschikt niet over paspoorten of andere reisdocumenten.

Pepernoten en speculaas

Officieus lijkt er overigens wel sprake van enige beweging. Verscheidene bronnen, onder wie de dochter van Houssein, en Koerdische overheidsfunctionarissen melden los van elkaar dat de Nederlandse vrouwen in de Koerdische gevangeniskampen bezoek hebben gehad van de MIVD en/of AIVD.

Functionarissen van deze inlichtingendienst(en) zouden, gewapend met pepernoten en speculaas, in december hebben geïnventariseerd hoeveel Nederlanders daar nu echt gevangen zitten. Iets waarvan Grapperhaus afgelopen zaterdag in het NOS Journaal desgevraagd zei niets te weten. Opvallend in dit kader: de AIVD heeft de schattingen van aantallen Nederlandse jihadisten een paar weken geleden in haar jaarverslag stevig opgeschroefd.

Beeld:

Snijdt de passieve houding van het kabinet hout? Op zich is het begrijpelijk dat de regeringspartijen Nederlandse jihaddisten en hun kinderen liever kwijt dan rijk zijn. Deradicaliseren is een lastig proces. Iemand kan wel zeggen dat hij tot inkeer is gekomen en geweld afzweert, wie garandeert dat hij dit ook werkelijk doet?

Te jong

Kalifaatkinderen vormen eveneens een gevaar. Ze zijn veelal gehard en zwaar geïndoctrineerd. Het is lastig om hen weer als normale kinderen te laten functioneren, weten deskundigen.

Maar dat geldt niet voor de meesten van de 175 Nederlandse kalifaatkinderen. Volgens de AIVD  is de helft van deze groep jonger dan vier jaar en slechts tien procent ouder dan negen. ‘Pas’ vanaf die leeftijd werden IS-kinderen klaargestoomd voor zelfmoordaanslagen en andere terreurdaden.

Voor sommige kinderen is intensieve hulp nodig, voor andere is ‘een stabiele opvoedsituatie terug in Nederland’ voldoende.

Ook deze peuters moeten worden begeleid, ze kunnen niet zomaar terugkeren in de Nederlandse samenleving. De Raad voor de Kinderbescherming heeft daarvoor al een terugkeerplan klaarliggen. Voor sommige kinderen is intensieve hulp nodig, denkt de Raad, voor anderen is ‘een stabiele opvoedsituatie terug in Nederland’ voldoende. Opvang in pleeggezinnen, als het even kan bij familie, staat in dit plan centraal.

Inhumaan

Kalifaatkoters in Nederland een nieuwe kans bieden: het kan dus wel. En dat niet alleen: het moet. Deze peuters treft, anders dan hun ouders, geen enkele blaam. Hen in de gevangenkampen laten zitten is inhumaan. De omstandigheden in die kampen zijn erbarmelijk. Er is nauwelijks voldoende voedsel, de medische voorzieningen zijn ondermaats. Zo kregen de kleinkinderen van Houssein er allebei tbc.

Bovendien: Nederland is het aan zijn stand verplicht. Aan welke gruweldaden ze zich ook schuldig mogen hebben gemaakt: Nederlandse IS-strijders blijven Nederlanders. Door Syrië of de Koerden op te laten draaien voor hun opvang en/of berechtiging duikt Nederland voor zijn verantwoordelijkheid.

Voor het plan van de PVV om alle Nederlandse jihadisten en hun kinderen de Nederlandse nationaliteit af te pakken, geldt hetzelfde. De kalifaatkoters aan hun lot overlaten is in strijd met het VN-Kinderrechtenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Aan welke gruweldaden ze zich ook mogen hebben schuldig gemaakt: Nederlandse IS-strijders blijven Nederlanders.

Waarom het kabinet dan toch volhardt? Mogelijk is het de onderlinge verdeeldheid tussen de regeringspartijen. Initiatieven  van CU en D66 begin dit jaar om kalifaatkinderen in levensbedreigende situaties te hulp te komen, werden door de VVD snel de kop ingedrukt. VVD-Kamerlid Arno Rutte: “Voor je het weet komen de ouders er achteraan.” Met de gemeenteraadsverkiezingen in het vizier wilde de VVD de PVV en FvD kennelijk niet in de kaart spelen.

Maar die verkiezingen liggen achter ons. En de kalifaatkinderen kunnen nog steeds geen kant op. Zij verdienen hulp. De verloren kinderen van het kalifaat levert het bewijs.