Spring naar de content
bron: ANP/Remko de Waal

En volgend jaar blijven we allemáál gewoon lekker thuis

Hoe kunnen we de ‘toeristenplaag’ het beste bestrijden? Volksstammen deskundigen breken zich momenteel het hoofd over deze vraag. Columnist Jan Smit weet raad.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Jan Smit

Ooit, in een donkergrijs verleden, vlogen de aanstaande en ik naar Caïro. In een vlaag van verstandsverbijstering. We gingen op expeditie: de Nijl afzakken; in de voetsporen van dr. Livingstone.

Het begon al direct goed. In Caïro kreeg de aanstaande plots zo’n last van haar maag dat er niets anders op zat dan uitzieken in de hotelkamer en bidden om kracht.

Kikkererwt

De eerste dag trok ik er nog enthousiast alleen op uit. Maar na twee dagen kon ik geen piramide, kikkererwt of local meer zien. Vooral het voortdurend geclaxonneerd en agressieve gebedel maakten me gek.

Bonding with the locals: wie wilde dat nu niet!

De derde dag was de gratis klysmakuur gelukkig uitgewerkt. De aanstaande kreeg weer trek. En praatjes. Tijd om de biezen te pakken en verder te reizen.

You wan see my house other side river? I bring you with boat, for free.” Aswan, in het zuiden van Egypte, twee dagen later. Een vriendelijke, potige, zwarte man klampte ons aan – een Nubiër begrepen we later. We zeiden ja. Of beter gezegd: de aanstaande zei ja. Bonding with the locals: wie wilde dat nu niet!

Eenmaal aangekomen bij zijn huis legde de man zich onmiddellijk te ruste. Wij kregen thee van zijn vrouw, die geen woord Engels sprak. Gelukkig hadden ze twee dochtertjes: schattige, engelachtige nimfen, met wie we wat dolden.

Na een uur zat het middagdutje van de man erop. We liepen terug naar de Nijl.
I want money,” baste de man vlakbij de boot. Zijn glimlach was ineens verdwenen. “Twenty dollar.”

For free

But… you told us it was for free,” sputterde ik. Natuurlijk had hij geld van ons gekregen, maar er nu al om vragen, vond ik vrij cru.
De man was duidelijk niet onder de indruk.
We don’t pay,” blufte ik.
Than I’ll get my friends,” reageerde hij stoïcijns. Dat varkentje had hij vaker gewassen.

De aanstaande, sissend – qua sociale en emotionele intelligentie is ze net iets verder dan ik: “Betaal nou maar!”
Ik betaalde. Een ‘rondetafelgesprek’ met tien uit de kluiten gewassen Nubiërs was misschien toch niet zo’n goed idee, maar van binnen kookte ik. Die rat!

Als ik geen nagel had om mijn kont te krabben, zou ik waarschijnlijk ook alles uit de kast halen om rijke toeristen een poot uit te draaien

Voor mij was het een goede les. Een keerpunt. Arme landen als Egypte: ik zou ze in vervolg zo veel mogelijk proberen te mijden. Niet omdat ik de locals iets verwijt; als ik geen nagel had om mijn kont te krabben, zou ik, net als onze Nubische vriend, waarschijnlijk ook alles uit de kast halen om die rijke toeristen een poot uit te draaien. Wie zich, zoals ik, daaraan ergert, kan deze landen beter links laten liggen.

Chersonissos

Dit voorval, ik moest eraan terugdenken toen ik afgelopen zaterdag de weekendbijlages van de kranten las. Die bulkten van de verhalen over de keerzijden van het toenemende toerisme. Amsterdammers jeremiëren wat over Britse jongeren die zich misdragen en ineens zetten alle media het probleem prominent op de kaart.

Dat wonen in Chersonissos, Albufeira en op Mallorca godsonmogelijk is, mede omdat ónze Sannes, Lisa’s, Kevins en Jeffreys daar al jaren helemaal los gaan: daar hoorden we nooit iemand over. Kattenkwaad. We waren toch zelf ook jong geweest…

Feit is wel dat het toerisme de laatste decennia explosief is gegroeid. Wereldwijd turfde de World Tourism Organization in 2016 1,2 miljard toeristen (UNWTO), in 1980 waren dat er nog maar 278 miljoen. Vooral Azië, Oceanië en Afrika zijn momenteel hot.

Dat laatste verbaast mij niets. Hang gliding boven de Sahara, nose diving in Polynesië, brain crunching in Nagorno-Karabach: het moet steeds verder en gekker; vooral de millennials. Toen ik achttien jaar was, ragden we met zijn vieren in een oude Datsun 120Y in drie dagen naar de Azurenkust.

Hang gliding boven de Sahara, nose diving in Polynesië, brain crunching in Nagorno-Karabach: het moet steeds verder en gekker; vooral de millennials.

Hoe het ‘veelkoppige monster dat massatoerisme is’ te stoppen, luidde het intro boven een van de achtergrondverhalen. Een batterij deskundigen wist raad. Mogelijke remedies: onder meer een Fairbnb, een idealistisch alternatief voor Airbnb, ‘minder vliegen’ en – eureka! – ‘geef de toerist niet overal de schuld van’.

Eigen boezem

Eén oplossing ontbrak echter: blijf thuis. Net als ik. Steek de hand voor de verandering eens in eigen boezem. De toerist, dat is niet alleen de ander, dat zijn we allemaal. Kampeer desnoods een paar weken in eigen land buiten de Randstad, waar op veel plaatsen vol verbazing wordt gekeken naar de ‘problemen’ in de hoofdstad. Onder het motto: Ihre Probleme möchten wir haben!

Vakantie vieren in eigen land. Hittegolfje verzekerd. Met dank aan de klimaatverandering.