Spring naar de content
bron: ANP

Voerde Dijsselbloem het juiste beleid tijdens de Griekse crisis?

Na jaren van hervormings- en bezuinigingsbeleid zou de Griekse economie weer gestaag groeien, aldus ex-minister Jeroen Dijsselbloem in gesprek met Follow The Money vorig jaar. Deze uitspraak staat haaks op recente uitlatingen van zijn Griekse collega: de spraakmakende ex-minister Yanis Varoufakis. Na afloop van het derde hulppakket vorige maand zou de Griekse economie volgens hem nog steeds een ‘zwart gat’ zijn. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Nico Hofstra

Dat de twee oud-collega’s het nooit eens zijn geweest, is geen nieuws. Dijsselbloem, sinds 2013 voorzitter van de Eurogroep, kreeg sinds het aantreden van Varoufakis in 2015 veel kritiek te verduren. Varoufakis verzette zich tegen de snoeiharde en impopulaire hervormings- en bezuinigingsbeleid en noemt het werk van de Eurogroep ‘wanbeleid’. Nog geen zeven maanden later trad de Griekse minister af.

Achteraf heeft Varoufakis de plank misgeslagen. Zijn ideeën bleken irreëel, stelt FD-journalist Jule Hinrichs, schrijver van het boek ‘De Griekse Crisis’. “Hij vond bijvoorbeeld dat de Europese Centrale Bank (ECB) maar gratis geld beschikbaar moest stellen voor Griekenland. Zo’n uitzondering kon Europa nou eenmaal niet maken voor een land. Varoufakis had met zijn voorstellen dus geen schijn van kans,” aldus Hinrichs.

Wanbeleid

De vraag blijft of Dijsselbloem en zijn Eurogroep ‘wanbeleid’ voerden om de Griekse economie terug in het zadel te helpen. Interessant, omdat Dijsselbloem deze week zijn kant van het verhaal vertelt in een gloednieuwe memoires. Het verhaal is duidelijk: Griekenland heeft zonder meer geleden onder het zware bezuinigingsbeleid, maar zonder hulp had Griekenland het niet gered.

Eens, vindt econome Barbara Baarsma, hoogleraar en directeur Kennisontwikkeling Rabobank. “Zonder hulp had Griekenland de euro moeten verlaten. Dan waren de Grieken nog veel verder van huis geweest: hun binnenlandse vermogen zou nagenoeg niets meer waard zijn.” Nee, dan Varoufakis die, volgens Baarsma, “door zijn confronterende en compromisloze opstelling alle politieke goodwill verspilde die Griekenland nog had.”

De recente uitlatingen van Varoufakis – die van de huidige economie als zwart gat – komen volgens Baarsma niet als een verassing. “Hij lag al op ramkoers met de Eurogroep bij zijn aanstelling als minister van Financiën. De motorrijdende professor economische speltheorie uit Texas zou Brussel wel even uitleggen hoe het zit. Die frisse blik van buiten was ten dele welkom, en hij had inhoudelijk echt een punt als het gaat om de noodzaak om een deel van Griekse schulden kwijt te schelden. Maar Varoufakis onderschatte de politieke steun voor een bezuinigingsbeleid in de eurozone,” aldus Baarsma.

Succesverhaal

Zijn eigen aandeel in de schuldencrisis ziet Dijsselbloem zelf niet als een succesverhaal, zo vertelde hij Nieuwsuur tijdens een recent bezoek aan Griekenland. “Het dal waar Griekenland doorheen is gegaan is zo diep en lang geweest dat je het geen succes kan noemen,” zegt de Nederlandse ex-minister van Financiën. Toch moeten we zijn invloed als voorzitter van de Eurogroep niet onderschatten. “Hij heeft het efficiënt en goed gedaan,” zegt Hinrichs. “Maar uiteindelijk was hij voorzitter van een vergadering bestaande uit alle andere Europese ministers van Financiën. Zij hebben toch vooral als groep beslissingen genomen.”

De ervaring en houding van Dijsselbloem bleken in die groep echter van grote waarde. “Hij heeft met diplomatiek kunst- en vliegwerk de Eurogroep op een lijn weten te houden in turbulente tijden,” zegt Baarsma. “De nuchtere Hollandse landbouweconoom uit Wageningen kon als geen ander de gemoederen sussen en landen als Duitsland en Italië tot overeenstemming laten komen. Vergeet ook niet dat de bezuinigingen niet altijd uit zijn koker kwamen: dat was een sterke wens van onder meer Duitsland.”

Na de recente afloop van het laatste hulppakket aan Griekenland is het land niet meer afhankelijk van Europese steun. Dat wil echter niet zeggen dat daarmee de problemen zijn opgelost – en in die zin heeft Varoufakis een punt: “De staatsschuld is nog immens hoog, evenals de werkloosheid,” stelt Baarsma. “Het kan dan ook zijn dat bij nieuwe tegenwind de Grieken weer hulp nodig hebben en wederom bij de EU aankloppen. In die zin heeft het beleid van de eurogroep geen blijvende oplossing geboden voor de Griekse problemen. Maar het alternatief, waarbij Griekenland de euro verlaat, zou nog desastreuzer hebben uitgepakt.”

Nasleep

Ook Hinrichs zegt dat de nasleep van de schuldencrisis nog niet in zicht is. Dat ligt voor een groot deel aan de Grieken zelf. Een overheid, zo legt hij uit, kan kiezen om belastingen te verhogen. Dit had de Grieken in 2010 al enorm kunnen helpen. Slecht voor de koopkracht, goed voor de staatskas. Maar in Griekenland is dat nagenoeg onmogelijk: “Omdat het land kampt met ontzettend veel belastingontduiking, erger nog dan in veel andere Europese landen. Door dergelijke structurele problemen zijn er onvoldoende middelen om die economie in goed tempo op orde te brengen. Dat maakt Griekenland een apart geval.”

Volgens Baarsma is het daarom met name belangrijk dat de aandacht voor het economisch herstel van Griekenland niet verslapt. De bezuinigen hadden volgens Baarsma nare gevolgen voor het land, maar door de hervormingen laten naast Griekenland ook landen als Spanje en Portugal sinds een aantal jaar weer groei zien. Baarsma: “Nu de crisis geluwd is zien we wel dat veel landen de hervormingsambities naar beneden bijstellen. Wat dat betreft lijkt er soms weinig geleerd.”