Spring naar de content
bron: ANP

Wie had de beste oneliners in het slotdebat?

Het slotdebat van NOS was er een van voorspelbare clinches en politici die het eens waren. Ook was het een avond van enkele spektakelstukken (Kuzu-Van der Staaij, Jetten-Wilders) en spraakmakende momenten (“Caroliene! Help!”). HP/De Tijd recenseerde de oneliners.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Jeroen Konings

Drie lijsttrekkers hebben de top 10 niet gehaald, te weten Tunahan Kuzu (DENK), Rob Jetten (D66) en Jesse Klaver (GroenLinks). Daar waar zowel Jetten als Klaver niet op de proppen kwam met een geldige oneliner, was de beste zin die Kuzu ten tonele bracht niet door hemzelf of zijn campagneteam geschreven. De zin “Huichelaar, haal eerst de balk uit uw eigen oog voordat u de splinter in het oog van uw broeder weghaalt”, waarmee hij Van der Staaij het vuur aan de schenen poogde te leggen, kwam rechtstreeks uit de Bijbel (Matthëus 7:5). Dit werd door de heer Kuzu overigens vermeld. Wel jammer, want Van der Staaij met eigen lectuur om de oren slaan is op zichzelf veelbelovend.

Tijd voor de definitieve lijst:

  1. Mark Rutte, VVD: “Ze moeten een Mark-conform salaris hebben, geen marktconform salaris.”

In een poging de marktwerking in de zorg tegenover SP-leider Marijnissen te verdedigen kwam Rutte met deze kwinkslag over zorgdirecteuren. Leuk gevonden, maar de premier speelde hiermee juist Marijnissen in de kaart. Rutte wordt hier dus hard bestraft op zijn tactische keuze. De Menzis slogan “de zorg is mensen” maakte het er bepaald niet beter op. Het was niet de avond van Rutte, die nog wel op zijn premiers een moment inruimde om Baudet en Wilders bij de lurven te grijpen.

  1. Thierry Baudet, FvD: “Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.”

Baudet straalde aanvankelijk desinteresse uit, waarna hij het kabinet hard aanviel. Die toon maakte in de debatten plaats voor een opvallend constructieve FvD-leider. Dat gold ook voor zijn enige oneliner. Ten dele loofde hij Henk Krol (50Plus) voor zijn kritiek op het klimaatakkoord. Tegelijkertijd bekritiseerde hij Krol’s rol in de totstandkoming ervan. Ja, relatief constructief, maar in een lijstje als deze teleurstellend. Zeker omdat de heer Baudet voorheen met klassiekers (van kartel – of cartellum – tot carroussel) de Tweede Kamer wist te verrassen.

  1. Sybrand Buma, CDA: “Je kan een euro pas uitgeven als je hem verdiend hebt.”

Een waarheid als een koe, die in dit geval toch weinig hout sneed. De discussie ging namelijk over waar die reeds verdiende staatseuro in te investeren: onderwijs of ondernemers? Over de vraag of Buma’s kinderen financieel gezien gedegen worden opgevoed is gelukkig de laatste twijfel weggenomen.

  1. Lodewijk Asscher, PvdA: “Als de buurman geen belasting betaalt, wordt de buurman bestraft in plaats van beloond, bij het CDA is dat andersom.”

Dat dit over grote bedrijven en hun belastingvoordelen gaat is duidelijk, maar wie is toch die buurman waar Asscher het over heeft? Heeft Buma er één die belasting ontwijkt? We komen er wellicht nooit achter.

  1. Marianne Thieme, Partij voor de Dieren: “Op het platteland is sprake van een MEGA-morfose.”

Thieme doelt op de megastallen die in aantal toenemen. Op zich geen slechte oneliner, en evenmin slecht getimed. Toch schreeuwt de zin middenmoot, want MEGA-goed is die zeker niet.

  1. Geert Wilders, PVV: “Er zijn gematigde moslims, maar er is geen gematigde islam.”

Toegegeven, ook voor Wilders geen slechte slagzin, en een stuk genuanceerder dan we van hem gewend zijn. Toch pleit ik er ook voor om streng te zijn op Wilders. Hij hoort in een competitie als deze hogere ogen te gooien. De verwachting een uittreksel van gepeperde Wilders’ uitspraken aan een strenge selectieprocedure te moeten onderwerpen bleek onterecht. Slechts een zin was sterk genoeg om in dit lijstje mee te kunnen dingen. Teleurstellend.

  1. Gert-Jan Segers, ChristenUnie: “We halen olie uit Saudi-Arabië; een subsidie voor het salafisme.”

Jammer voor Segers. In potentie zat de top drie er zeker in. Want: met deze zin betichtte hij Wilders van het subsidiëren van salafisme, en dat in stijl met een mooie alliteratie, niet niks. Helaas sneeuwde de zin onder in het debat. Even in de leer bij Krol wat betreft timing, dan zit er voor de volgende keer een beduidend hogere notering in.

  1. Lilian Marijnissen, SP: “Langs de zijlijn staan doe ik graag, in de Kuip, in Rotterdam.”

Tja, veel mooiere voorzetjes krijg je niet. Buma zette deze Feyenoord-metafoor over een gebrek aan meeregeren feilloos voor op een insprintende Marijnissen: “Waarom staat u langs de zijlijn? Doe mee. Geen woorden maar daden.” Marijnissen sprong hoog en knikte binnen. Het was voldoende om Buma in een minuten durende herhaling te laten vallen, hetgeen het debat dan weer niet ten goede kwam. Begeef je nooit op andermans terrein, heer Buma, zeker niet als dat de kolkende Kuip is. Een terechte top drie notering, maar voor de winst is een op zichzelf staande oneliner geboden.

  1. Henk Krol, 50Plus: “Wij zijn geen klimaatdrammers, wij zijn pensioendrammers.”

Prachtig om te zien. Geen partijleider die zijn kiezers beter kent dan de heer Krol, dat bewijst hij nog maar eens met deze parel van een oneliner. Krol was ook de enige die het voor elkaar kreeg zijn pakzin als uitsmijter in het debat voor te dragen, een knap staaltje debatgogme. Een puntje van opbouwende kritiek: zorg ervoor dat de oneliner in het vervolg niet wordt voorafgegaan door “Je hebt de klepel horen hangen, maar je weet niet waar de klok hangt.”

  1. Kees van der Staaij, SGP: “We moeten ouderen eren en niet uitrangeren.”

Ik stond op het punt de heer Krol tot eindwinnaar uit te roepen, ware het niet dat Kees van der Staaij Krol overtrof. En dat met een onvervalst koekje van eigen deeg. Iemand op zijn eigen terrein aftroeven is een heel karwei, zo bewees Buma al. Bovendien: deze zin rijmt ook beter dan die van Krol. Chapeau Kees van der Staaij!

Als afsluiter nog een eervolle vermelding. Niet voor een politicus, maar wel voor een Haagse held: politiek verslaggever Ron Fresen. Na een lange dag op het Binnenhof vol peilingen en prognoses, sloot hij vandaag passend af, met zijn eigen inzending: “De echte peiling, zeg ik maar altijd, is morgen op de dag zelf.” En zo is het.