Spring naar de content
bron: Gabriël Kousbroek

Ontredderde correspondent legt hand op geheim Brexit-dossier

Omdat de apotheose van de Brexit zich aankondigt, heeft HP/De Tijd freelance EU-correspondent Hans Haversmid bereid gevonden verslag te doen vanuit Londen. Lees hier zijn onthullende reportage.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Hans Haversmid

Normaliter begeef ik me zelden buiten de Europese hoofdstad, maar genoodzaakt door een dwingend verzoek van Tom Kellerhuis had ik weinig keus. Het is een uitzonderlijke situatie: op 29 maart dreigen de Britten de Europese Unie – het bastion van vrijheid, gelijkheid en Europese Waarden – te verlaten. Een oudbakken spreekwoord zegt: eerst zien, dan geloven. En ik zag.

Dinsdag nam ik voor de verandering de trein in plaats van het vliegtuig van Brussel naar Londen, een experiment dat ik niet spoedig zal herhalen, gezien de vertragingen, eindeloze paspoortcontroles en een deprimerende gang langs het nauw van Calais. Bij het aanzicht van de kilometers hekwerk met prikkeldraad naast het spoor, was het een vreemde gewaarwording dat de Britten niet allang vertrokken zijn uit de ever closer union.

Eenmaal in Londen, na een tocht die meer dan tien uur duurde, begaf ik me in een door de HP/De Tijd uitgekozen hotel. Dit bleek een misgreep: een hotel zo groot en statig, dat het me herinnerde aan de gotische kostschool waar ik ooit een bijspijkercursus Europees Recht volgde. Het werd vooral gebruikt door modellen om spontaan verleidelijke kiekjes te maken voor hun sociale mediapagina’s. Wat moet een serieus freelancer tussen al dit camerageratel? Niets. Dus nam ik de taxi naar Whitehall, waar de regering zitting neemt.

Nu moet u weten dat ik als correspondent Brussel de transparante EU-torens gewend ben, en niet was voorbereid op de kastelen met Harry Potter-achtige allure. Een zoektocht naar Boris Johnson, Michael Gove en Jacob Rees-Mogg leverde niets op. Ja, Nigel Farage zag ik, maar die zie ik altijd overal. Bij Clingendael leerde ik: bij twijfel, bel nooit maar dan ook nooit Farage. Daar houd ik mij aan.

Gechoqueerd was ik over het protest buiten de muren van het Parlementsgebouw. In Brussel zou zoiets on-denk-baar zijn. Gelukkig wist ik, mede dankzij feilloos richtinggevoel, Pub the Red Lion te vinden. Een etablissement met uitzicht op Downing Street 10. Handig, want zo legde ik contact met een groeiend aantal wachtende journalisten die rond het middaguur al aan de eerste pint waren begonnen. Ik ontmoette er een interessante man, ene Sir Oliver, die, gehuld in blokjeshemd en corduroy-pak begon te snoeven dat hij nu alle touwtjes in handen had. Hij was pas drie jaar geleden tot ridder geslagen, ontdekte ik, maar toch gebruikte hij zijn titel met verve.

Een gegeven paard moet je niet in de bek kijken, en nooit was dit spreekwoord meer van toepassing dan in dit geval: wat een gebit. Hij praatte me bij over de situatie van de regering, de vraag of er nu een doorbraak zou komen, beantwoordde hij met hoofdschudden. Alsof het daar om gaat, zei hij in Cambridge Engels. De snoever begon te raaskallen over een debat dat hij vroeger het liefst in toga voerde. Het debat als kunstvorm is weg, zei hij. Toen ik mijn schouders ophaalde vertrok hij halsoverkop.

Ik bleef achter met een hoeveelheid bier die me deed denken aan de tijd dat ik gestationeerd was in het rustieke Poolse dorpje Gdansk. Toen ik goed keek, bleek dat Sir Oliver zijn plastic tasje was vergeten. Nadere inspectie wees uit dat ik een aantal Brexitstrategieën in hand had: TOP SECRET.

Juist toen ik deze primeur wilde publiceren, kwam ik erachter dat het Lagerhuis alle mogelijke Brexit-varianten had weggestemd, dat Theresa’s May voortbestaan aan een zijde draad hing, en dat de pers zich weer naar het Lagerhuis spoedde voor een nieuwe ronde van wanorde. Ik leerde maar een ding in Londen: niemand krijgt grip op de Brexit; zelfs uw freelance correspondent niet. Snel terug naar Brussel.

Onderwerpen