Spring naar de content
bron: ANP

De stront druipt er vanaf: 750.000 euro voor een Scheißbild

Wekelijks schrijft Joke de Wolf op zaterdag een column over kunst. Deze week: een rel in de Duitse kunstwereld. 750 000 Euro voor een Scheißbild

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Joke de Wolf

Niet meer dan één zin wijd ik aan die goedkope pr-stunt van het Nederlands Fotomuseum over het zogenaamde censureren van een Ed van der Elsken-naaktfoto door Facebook en het daaraan gekoppelde blokkeren van de Facebookpagina van het museum, een onrecht waarover het museum tot in het Radio-1-journaal mocht huilen, alsof niet iedereen weet dat de censoren puriteinse algoritmes zijn die het niets uitmaakt of fotografie kunst is of niet, dat Ed het zelf ook gewoon een lekker wijf vond, zodat het museum op het hoogtepunt van de komkommertijd aandacht kon vragen voor een middelmatige tentoonstelling die, zoals ik hier al eerder schreef, uit dia’s bestaat en niet uit foto’s.

Ik keek deze week liever naar een echte foto. Een heerlijk ongemakkelijke foto. Een Duitse. Links twee mannen in pak, staand, de man met de microfoon had nog kans z’n jasje dicht te knopen, de grotere man, daarnaast, was daar te opgewonden voor. Het is zo’n Derrick-type: net iets te glad, net iets te witte tanden, net iets te rijk, net iets te dicht op de vrouw naast hem. Hij heet Christoph Gröner, ‘Immobilienunternehmer’, vastgoedhandelaar dus, en hij heeft net driekwart miljoen euro uitgegeven aan een ‘Scheißbild’, zo noemde boulevardblad Bild het tenminste.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Twee blonde dames met korte rokjes, blote armen, oranje sjaaltjes en een grote glimlach op hun gezicht houden het doek omhoog. Op het schilderij staat een hurkende man met z’n billen bloot, hij poept. Met één arm houdt hij zich vast aan een schilderdoek, met de andere doopt hij z’n kwast in de po die onder z’n kont staat. Op het doek voor de man zijn poppetjes te zien die een arm omhoog hebben, ze brengen de Hitlergroet. De man heeft het schilderij alvast in stront gesigneerd met zijn initialen: W.U. .

Hier wordt iets of iemand belachelijk gemaakt. Te kakken gezet. Tegelijkertijd gaat er achter deze foto en dit schilderij een brede, ernstige discussie aan vooraf, die in ons germanofobe landje ondanks de komkommertijd nog niet is doorgedrongen. Dat is jammer, want het gaat over links en rechts extremisme, en over hoe je meningsverschillen verwoordt en publiek maakt, over kunstenaars en hun politieke overtuiging, allemaal zaken waar we in Nederland ook mee te maken hebben. Op de foto, achter het echte schilderij, zijn nog net wat flarden van woorden te zien die duidelijk maken over wie het bij deze veiling ging, vorige week. ‘Neo Rauch’, de man die het schilderij maakte, en ‘Der Anbräuner’, de naam die hij het schilderij gaf toen hij het afgelopen juni maakte.

Neo Rauch (Leipzig, 1960) is na Gerhard Richter en Anselm Kiefer de bekendste en best verkopende levende kunstenaar van Duitsland. ‘Malerstar’ wordt ‘ie genoemd. Hij had vorig jaar een tentoonstelling in onze eigen Fundatie in Zwolle (waar doorgaans alleen topkunstenaars als Jeroen en Jasper Krabbé een plekje krijgen, dan weet je het wel). Rauch groeide op in de DDR, studeerde aan de kunstacademie van Leipzig en is daar altijd blijven wonen. Hij schildert surrealistisch-realistische situaties van mensen in gedateerde kleding op grote, museumzaalvullende doeken.

Nu schreef Wolfgang Ullrich (1967), voormalig hoogleraar kunstgeschiedenis, tegenwoordig zelfstandig kunsthistoricus en schrijver, half mei een artikel in weekkrant Die Zeit over hoe, nadat het eerder vooral linkse en liberale kunstenaars waren die voor hun vrijheid vochten, nu rechts-geörienteerde kunstenaars zijn die zich uitspreken voor autonomie in de kunst. Over hoe bijvoorbeeld Pegida-activist en kunstenaar Sebastian Hennig zich drukmaakt over de ‘Picasso-Freaks’ onder zijn docenten, roept dat vrouwen net zo lelijk worden als de kunst die ze maken, en zich tegen de ‘Franzosenwirtshaft an der Kunsthochshule’ verzet door stillevens en naakte mensen te schilderen.

‘Enkele rechtse motieven’ wist Ullrich ook bij ‘iets succesvollere’ kunstenaars als Neo Rauch waar te nemen. Niet dat hij schreef dat Rauch antisemiet is of zich politiek uitspreekt, maar hij past volgens Ullrich wel in de groep mensen die het huidige Duitsland een ‘DDR 2.0’ vinden: Rauch laat blijken dat hij vindt dat er te veel ‘Gesinnungsschnüffler’ (gedachtenpolitielui) rond de beeldende kunst hangen. Ook noemde Rauch schrijver Uwe Tellkamp, die bij de Frankfurter Buchmesse in 2017 een petitie ondertekende waarin hij de uitsluiting van nieuwe rechts-geörienteerde uitgevers veroordeelde, een hedendaagse versie van Generaal von Stauffenberg. Een verzetsheld dus tegen een dictator, en dat is volgens Ullrich een indirecte aanklacht tegen de huidige democratie.

Rauch was not amused en reageerde zoals alleen een schilder dat kan doen: met een schilderij. Hij stuurde eind juni een foto ervan op naar Die Zeit, die werd afgedrukt met de titel ‘Der Anbräuner’. Dat betekent letterlijk ‘de bruinmaker’, waarbij bruin staat voor nationaal-socialisme, het is ook een citaat. Ernst Jünger (1895-1998) werd bekend vanwege zijn eerstewereldoorlogdagboeken, zijn houding tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam in de jaren tachtig breed ter discussie. Jünger noemde die critici Anbräuner – door die naam over te nemen stelt Rauch zich dus in een traditie.

Rauch was not amused en reageerde zoals alleen een schilder dat kan doen: met een schilderij.

Meteen bij het schilderij kwam in de krant al nuancering. Rauch heeft zich, schreef de Zeit-journalist, al vaak uitgesproken tegen de links-georiënteerde Kunst en Cultuurwereld, de ‘gendersensibelen Jünglinge’ zetten bij maatschappelijke debatten meteen een guillotine klaar. Zo ver ging het deze keer niet, toch kwam er nog veel reuring.

Er zijn mensen die Ullrich verdedigen, door te stellen dat hij het niet over links tegenover rechts heeft, maar over cultuurconservatisme tegenover progressieve houdingen. De AfD die bijvoorbeeld een affiche ophangt waarop ‘Kein Cent für politisch motivierte Kunst’ stond. Een illusie om te denken dat daar slechts een boodschap van rechts aan rechts stond: het was een boodschap aan alle cultuurconservatieve burgers, mensen die hun kinderen vertellen hoe de partijsecretarissen ooit de partij-ideologie onder controle hielden.

De Sächsische Zeitung vond (onder de titel ‘Der fäkalfarbene Hitlergruß – en dan nog zijn er mensen die Duits een lelijke taal vinden) dat Rauch te ver is gegaan met zijn beeldkritiek op Ullrich. Er is een mooie traditie waarin mensen die het oneens, elkaar en public bestrijden in woord en beeld, maar om daarbij de tegenstander zo onwaardig af te schilderen, ‘Herabwürdigender als beim Defäkieren kann man einen Menschen kaum darstellen‘. De stront druipt eraf.

Ik vind het prachtig. Het is banaal, inderdaad, maar ook precies raak. Rauch is geen redenaar, wil ook nooit interpretaties van zijn kunstwerken geven, hij is een schilder. En hij verdedigt zichzelf in de taal die hem daarvoor het beste ligt. De boodschap is een beetje ranzig, maar dat was de beschuldiging zelf ook. Bovendien kwam er een discussie uit voort waar we er in Nederland ook wel eentje van zouden mogen hebben.

Volgens Rauch zelf is het ‘het enige niet strafbare equivalent van een welverdiende oorvijg’. Ullrich, die ook in Leipzig woont, heeft het namelijk al vaker nare dingen over Rauch geschreven. Rauch zou een salonschilder zijn, een profiteur van de neofeodale machtsstructuren. Rauch blijft er terecht rustig onder. ‘Zowel flirten met fascisme als met communisme is jezelf opstellen als vijand van de democratie,’ vindt de kunstenaar. Het geld dat de veiling ervan opbrengt gaat naar een kinderziekenhuis, zodat er toch nog iets goeds uit voort komt. Verder wil hij er niets over kwijt.

Volgens Rauch zelf is het ‘het enige niet strafbare equivalent van een welverdiende oorvijg’.

De koper tenslotte, Christoph Gröner, heeft al een plekje bedacht voor zijn aanwinst. Het schilderij komt te hangen in de hal van zijn ‘Vereniging voor het gezonde verstand’, die in september geopend wordt. Ik ben benieuwd wat er nog meer komt te hangen.

Onderwerpen