Half slapend zit Tim in een hoekje, capuchon op zijn hoofd, wanneer uw interviewer restaurant De Ysbreeker binnentreedt. Na de woorden ‘Ben jij Tim?’ veert hij ineens op. Vol enthousiasme schudt hij me de hand en vertelt hij dat hij net een gehaktbal heeft besteld als ontbijt, waarvoor hij zijn excuses maakt. Met volle mond beginnen we het gesprek.

Je hoort vaak dat meer vrouwen een talkshow moeten krijgen, ‘meer homo’s’ hoor je nooit. Waarom is dat?
Verbaasd: “Homo’s…? Omdat het ook niet hoeft. Er zijn natuurlijk al heel wat homo’s op tv. Ik heb er nog nooit zo over nagedacht. Nee, het maakt mij eigenlijk ook helemaal niet zoveel uit. Ik zie mezelf eerder als jongen of man op tv dan als homo – alhoewel anderen daar misschien anders naar kijken. Ik vind vooral dat de mensen die het goed kunnen, een talkshow moeten krijgen. Of dat een man, vrouw of wat dan ook is, daar ben ik helemáál niet mee bezig.”

Tim neemt af en toe een hap en slok van respectievelijk zijn broodje bal en Spa Rood, en vertelt dat zijn nieuwe talkshow een goede oefening is om aan live publiek te wennen. “Een beetje ben ik het wel gewend, maar ik ben natuurlijk altijd aan het draaien.” In het laatste seizoen van Tims ^ Tent interviewde hij een hele rits BN’ers, waaronder Eva Jinek en Maxim Hartman, in een knusse bungalow. “Ik vind het leuk dat ik me nu verder kan verdiepen in een talkshow, en er beter in kan worden. Het is leuk om uit te proberen.”

Angst om Humberto Tan en Twan Huys achterna te gaan, is totáál niet aan de orde: “Het is gewoon een talkshow met live publiek, niet voor een van de grootste zenders van het land. Nee, ik ben totaal niet bang Humberto Tan of Twan Huys achterna te gaan. Ik ga het gewoon eerst lekker uitproberen en daarna word ik Humberto Tan.” Hij lacht. “Ik hoef me daar nog geen zorgen over te maken. We zien over tien jaar wel weer verder.”

Ik ben héél rommelig, mijn pinpas ben ik iedere week kwijt.

Halverwege het interview komt goede vriend en documentairemaker Nicolaas Veul De Ysbreeker binnenlopen. “Hey Nicolaas! Nou ja… Wat gráppig!” Er volgt een begroeting alsof ze elkaar al jaren niet meer hebben gesproken. Met Nicolaas maakte hij meerdere documentaires, waaronder Super Stream Me, waarin de twee zich 24/7 lieten filmen als sociaal experiment. Als Nicolaas wegloopt en verderop zijn laptop openslaat, verklapt Tim dat ze bezig zijn aan een nieuwe documentaire, waarover hij verder nog niets wil vertellen. We hervatten ons gesprek.

Tijdens je interviews zorg je altijd dat er iets ludieks gebeurt. Waarom wil je grappig gevonden worden?
“Ik denk niet dat ik per se grappig gevonden wil worden. Ik maak graag grapjes; het is natuurlijk leuk als mensen daar om kunnen lachen, maar het is niet dat het bewust zo gaat – nou ja, als ik een grap maak hoop ik wel dat iemand het grappig vindt, anders is het een beetje zielig. Maar ik wil niet gráág grappig gevonden worden, al kan ik me wel voorstellen dat mensen denken dat ik dat wil.”

Hij is een paar seconden stil. “Zo’n interview als we nu hebben vind ik eigenlijk altijd een beetje ongemakkelijk. Ik hóór mezelf praten en dan denk ik: jeeeezus Tim, hou je bek. Ik zit liever aan de andere kant, dan heb je meer controle en ook meer te doen. Als je geïnterviewd wordt kun je eigenlijk niet zoveel.”

Wie is je gedroomde gast?
“Nou, dat is iemand die zich niet te bewust is van zichzelf. Het is vervelend als iemand heel erg op zijn woorden let. Je moet wel iets laten zien of horen, anders moet je niet meedoen. Dat heb ik ook weleens in Tims ^ Tent, dat je dan denkt: kom op! Je zit hier toch niet voor niets?! Zég even wat je ervan vindt, of geef écht antwoord.
“Ik vind het heel leuk als iemand grappig is, of gevat, dat er chemie is. Het hoeft niet per se dat je diegene heel aardig vindt, maar het liefst wil je vergeten dat je eigenlijk iemand aan het interviewen bent.”

Er zit een soort van kleuter in mij die ik altijd maar moet meesleuren.

Ondertussen heeft Tim zijn gehaktbal op, en neemt hij de laatste slokjes van zijn Spa Rood. We vragen hoe het is om Tim den Besten te zijn. “Oh joh! Die vraag krijg ik nóóit!” (Openingsvraag van zijn interviews in Tims ^ Tent – LD) “Wat een kutvraag… Dat ik dat altijd aan mensen vraag. Heel veel mensen zeggen dan: ik weet niet hoe het is om iemand anders te zijn, dus ik kan niet zeggen hoe het is om Tim den Besten te zijn. Dat vind ik altijd een goed antwoord.” Tim pauzeert. “Nou ja, vaak is het hartstikke leuk om Tim den Besten te zijn, en soms is het helemaal niet leuk.”

Wanneer is het niet leuk?
“Ik kan mezelf nog wel eens tegenwerken. Ik lijk misschien heel vrolijk en grappig, maar ik kan ook heel moeilijk zijn, en een beetje gek. Soms kan ik emotioneel reageren en ik ben héél rommelig, mijn pinpas ben ik iedere week kwijt. Ik moet nog steeds heel erg met mezelf leren leven, dat gaat meestal gewoon goed hoor, maar soms moet ik mezelf streng toespreken. Er zit een soort van kleuter in mij die ik altijd maar moet meesleuren.”

Waar uiten de leuke dingen zich in?
“Ik maak me niet zo snel zorgen, dat is fijn.” Lacht: “Maakte ik me maar wat meer zorgen, denk ik soms. Ik bekijk alles heel luchtig en ben positief ingesteld. Mijn standaardinstelling is: ‘Ah joh, komt wel goed, we zien wel.’ Soms is dat ook echt niet goed, maar voor veel dingen is het wel fijn. Ja, ik heb hele leuke vrienden, een leuk leven en ik word heel blij van mijn werk. Ik kan me niet voorstellen dat ik een normale baan zou hebben.”

Tims Talkshow vindt van januari tot juni 2020 iedere laatste zondag van de maand plaats in Forum Groningen.