
Boos boekenjaar
2021 was een goed voor jaar voor literaire prijzen, voor non-fictie en voor boze mannen. Intussen groeit de angst om het verkeerde te zeggen. O, en het papier is op. Een terugblik.
Afgaand op het aantal literaire bekroningen was 2021 een prijzenswaardig jaar. De Sybren Poletprijs, de Gerrit Krolprijs, de Poëziedebuutprijs, de European Union Prize for Literature, de Gouden Strop, de K. Schippers-prijs, het Gouden Boek, de Holocaust Literatuurprijs, de Hans Vervoort-prijs, de C. Buddingh’-prijs, de Jan Wolkersprijs, de Tzumprijs, de J.C. Bloemprijs, de Confituur Boekhandelsprijs, de Thea Beckmanprijs, de Gouden Ganzenveer, de Filter Vertaalprijs, de Prinsjes-boekenprijs – al deze literaire prijzen, en meer, werden het afgelopen jaar uitgereikt. Op één na. Die heb ik bedacht. Als u weet welke, bent u buitengewoon goed ingevoerd in de letteren, of een schrijver die wanhopig op zijn eerste bekroning wacht.*

Hoewel het aantal literaire prijzen dus niet tegenvalt, is er altijd ruimte voor nieuwe. In 2022, zo werd onlangs bekendgemaakt, zal de eerste Prijs voor het Belangrijkste Boek van het Jaar worden uitgereikt. Deze PBBJ zal gaan naar boeken die ‘een duidelijke maatschappelijke impact hebben: het is een boek dat je nu moet lezen om deze tijd te begrijpen; het is relevant, invloedrijk en biedt een nieuw perspectief’.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 4 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap