Spring naar de content

Een Hollandse gids voor Ingeborg Bachmann

Arjan Peters bespreekt op deze plek boeken die onlangs verschenen en die nog niet de aandacht kregen die ze verdienen. Deze keer: Nerveuze gejaagdheid – Ingeborg Bachmann door de jaren heen van Paul Beers en Ingeborg Dusar.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arjan Peters

In 1957 besloot de succesvolle Oostenrijkse dichteres Ingeborg Bachmann (1926-1973) over te stappen op proza, omdat gedichten haar te makkelijk af gingen. Die houding onthult veel over de auteur van gedichten, verhalen, hoorspelen en essays, die het beroemdst zou worden door de roman Malina (1971) die ze had willen laten volgen door twee thematisch verwante romans; een plan dat verijdeld werd doordat ze op 25 september 1973 in Rome in slaap viel met een brandende sigaret, hetgeen haar einde inluidde.

Er is naderhand veel geschreven over de auteurs die model zouden hebben gestaan voor de twee mannen in dat vermaarde boek met wie de vertelster een onmogelijke driehoeksverhouding heeft, te weten Paul Celan (in het boek Ivan) en Max Frisch (ofwel Malina). Wanneer we de briefwisselingen van Bachmann met de mannen erbij nemen, wordt die suggestie zo mogelijk nog aannemelijker. Maar het is óók te betreuren als de pikanterie van de onthulling voor de inhoud en daarmee ook voor de vorm komt te staan. Want het is die fragmentarische vorm, en de soms cryptische inhoud, die dit zelfonderzoek van een wankelende geest zo adembenemend maakt.

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap