Spring naar de content
bron: pakhuis de zwijger

Pakhuis De Zwijger: een ‘nationaal debatcentrum’ waar nooit gedebatteerd wordt

Pakhuis De Zwijger is ten onrechte afgewezen voor de status van ‘nationaal debatcentrum’, heeft de rechter bepaald. Dat is onzin, vindt Jan Kuitenbrouwer. Pakhuis de Zwijger ís helemaal geen debatcentrum, betoogt hij. ‘Mocht er tóch debat dreigen uit te breken, dan treedt het susprotocol in werking.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Het Amsterdamse zalencomplex Pakhuis De Zwijger (PDZ) heeft de ambitie om ‘nationaal debatcentrum’ te worden. Die status geeft recht op een stevige extra subsidie. PDZ ontvangt nu jaarlijks 4,5 ton aan subsidie van de gemeente Amsterdam, als ‘nationaal debatcentrum’ zou het ook nog 2,5 ton per jaar van het Rijk ontvangen. Het beleid wil dat er maar één ‘nationaal debatcentrum’ kan zijn, en dat predicaat draagt nu het Amsterdamse centrum De Balie. PdZ deed in 2020 een aanvraag voor die speciale subsidie, maar die werd afgewezen. Het voornaamste argument was dat PdZ te weinig landelijke relevantie heeft. PdZ ging tegen die beslissing in beroep en de rechter heeft dat beroep toegekend. De subsidiënt zal beter moeten beargumenteren waarom PDZ geen ‘nationaal debatcentrum’ mag worden. Ik wil het Rijk een beetje helpen. Het argument van landelijke relevantie is inderdaad dubieus. Een uurtje grasduinen op de website van PdZ maakt duidelijk dat veruit de meeste activiteiten een nationale en internationale scope hebben. Veel klimaat- en milieuthema’s, veel lhbti, vrouwenzaken, inclusiviteit, migratie en globalisering.

Maar er is een veel belangrijkere reden waarom Pakhuis de Zwijger geen nationaal debatcentrum moet worden, en wel: dat het geen debatcentrum ís. Ik ben er vaak geweest en een debat heb ik er nog nooit meegemaakt. Bij Pakhuis de Zwijger houden ze helemaal niet van debat. De gemiddelde bezoeker lijkt daar ook helemaal niet voor te komen. Die wil beleerd en gesticht worden. En daar wordt in voorzien.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Schoots en Hoogenboom zaten er inderdaad, tegenover… nóg drie transsupporters. Geen van de verdachten was opgeroepen! Het was dan ook slaap-ver-wek-kend.

Laatst was er bijvoorbeeld een avond over ‘Transfobie in de journalistiek’. Als je daarover wilt ‘debatteren’ heb je sprekers nodig die verschillend tegen dat onderwerp aankijken. Een journalist die over genderkwesties schrijft en iemand die die stukken ‘transfobisch’ vindt, bijvoorbeeld. Of andersom: een journalist die elke vorm van ‘transfobie’ vermijdt versus iemand die dat geen goede journalistiek vindt. Je kunt zonder enig probleem een panel samenstellen dat garant staat voor een onderhoudend twistgesprek. Er zijn transgender scribenten zoals Valentijn de Hingh (De Correspondent), Tammie Schoots (diversen) en Marte Hoogeboom (One World), en ‘transkritische’ journalisten als Renate van der Zee (Opzij), Sanne Kloosterboer (Het Financieele Dagblad) en Caroline van den Heuvel (1Vandaag). Ook is er de mediasocioloog Peter Vasterman, die de berichtgeving over transgenderisme bestudeerde. Keus genoeg. Schoots en Hoogenboom zaten er inderdaad, tegenover… nóg drie transsupporters! Geen van de verdachten was opgeroepen! De deskundige bij uitstek: afwezig! De sessie was dan ook slaap-ver-wek-kend.

Ook bezocht ik er laatst een ‘Meetup’ van VPRO’s Tegenlicht over gender en sport. Wereldwijd woedt een fel debat over de vraag of transvrouwen (biologische mannen) mee mogen doen aan vrouwelijke sportcompetities. Veel vrouwelijke sporters zeggen nee (als zij zich durven uitspreken), de transbeweging zegt ja. Het IOC zegt ja, diverse internationale sportbonden zeggen nee. Geweldig onderwerp voor een debat. Het kwam er niet, want ook voor deze avond waren uitsluitend voorstanders uitgenodigd. Het ‘tegen’-kamp was op geen enkele manier vertegenwoordigd. Toen vanuit de zaal toch een paar kritische opmerkingen gemaakt werden, trad het PdZ susprotocol in werking. Vaste bezoekers kennen het: kritische aanwezigen worden op passief agressieve toon geattendeerd op de mogelijkheid om te vertrekken. Het is immers de bedoeling dat er met ‘respect’ wordt gesproken, opdat iedereen zich ‘veilig voelt’. Daarom zitten er ook vaak medewerkers van Slachtofferhulp in de zaal. (‘Gaat het even niet, dan kun je bij hen terecht voor steun.’)

Voor u denkt dat dit euvel is voorbehouden aan PDZ-bijeenkomsten over ‘gender’, ben ik even de agenda voor de komende maanden doorgelopen.

Circulair Renoveren. Een workshop voor mensen in de klimaatneutrale bouw. Geen twistpunt te bekennen. (‘Het overgrote deel van de gebouwde omgeving in ons land bestaat uit reeds bestaand vastgoed’.)

De Russische Sancties. Een jaar later. Diverse deskundigen spreken over de sancties tegen Rusland. Interessant, maar een informatieavond, geen debat.

Full Circle, Een ‘systeemdag’ voor mensen in de circulaire economie. Geen debat.

Het Verhalen Lab. ‘Een avond om elkaar te versterken in het vertellen van verhalen.’ Workshop storytelling, geen debat.

We Are All Stewards. ‘How do we design in stewardship of the rest of nature? And how does this relate to decolonising design?’ Workshop gedekoloniseerd ontwerpen, geen debat.

Hollandse Bagger. ‘Zijn Nederlandse bedrijven zoals Boskalis verantwoordelijk voor schade aan mens, dier en milieu in het buitenland?’ Panel: drie milieukundigen, niemand van de baggerindustrie. Geen debat dus.

Dat Pakhuis de Zwijger niet verheven is tot nationaal debatcentrum, is volkomen terecht.

Ik zou nog even door kunnen gaan. Een boekpresentatie, een workshop, een lezing, een openbaar gesprek, ‘systeemdagen’, ‘meetups’ – niks debat. Het is natuurlijk mogelijk dat tijdens zo’n sessie een debat ontstáát, maar voor die eventualiteit is er dus dat susprotocol en/of de vrijwilliger van Slachtofferhulp. In een heus debatcentrum haalt de gespreksleider dan de blaasbalg tevoorschijn, in Pakhuis de Zwijger pakt hij de poederblusser. Een andere vaste oneliner uit het PdZ- draaiboek voor als er toch een levendig gesprek dreigt te ontstaan: ‘Er is vast nog veel over te zeggen, maar ik wil u uitnodigen om beneden in de bar verder met elkaar te praten.’ In die bar vinden vervolgens verhitte gesprekken plaats, van mensen die in het zaaltje niet mochten debatteren en hun adrenaline kwijt moeten. Dat bevordert dan weer de baromzet. Bier drinken voor een betere wereld.

Dat Pakhuis de Zwijger niet verheven is tot nationaal debatcentrum, is volkomen terecht. Op de agenda staan leerzame, laagdrempelige bijeenkomsten voor welmenende mensen die bijgepraat willen worden over een betere wereld. Educatie, ja, voorlichting, ja, maar discussie en debat – nee. Pakhuis de Zwijger is een vormingscentrum, geen debatcentrum.

Op de programmering van De Balie valt best iets aan te merken, maar als debatcentrum heeft het één belangrijke pre: er vindt nog wel eens een debat plaats.