Spring naar de content
bron: nationaal archief

Het leger was voor losers. Hoe boomer-socioloog en pacifist Herman Vuijsje mettertijd veel meer begrip kreeg voor onze krijgsmacht. Aanvallen!

Arthur van Amerongen is van kindsbeen af vertrouwd met het leger en zijn manschappen, maar is zelf nooit in dienst geweest. 'Ik vond het leger vooral dom, voor losers. En laat dat nou precies de ondertitel zijn van het nieuwe boek van Herman Vuijsje.'

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arthur van Amerongen

Ik ben van kindsbeen af vertrouwd met het Nederlandse leger en zijn manschappen, want ik groeide op in garnizoensplaats Ede. De soldaten van de zeven kazernes, plus de hitsige verpleegsters van de ontelbare bejaardenhuizen, gekkenhuizen en andere zorginstellingen in de oneindige wouden rond Ede zorgden voor wat leven in de brouwerij. Verder was er geen reet te doen in de Parel van de Veluwe. Mijn enige vermaak was het Protestants Militair Tehuis (PMT), uitgebaat door de ouders van mijn schoolvriendje Bobbie de Boer: een pretpark vol flipperkasten, biljarttafels en kaartende militairen. Ik heb daar leren zuipen, vloeken én de soldatentaal geleerd, met nostalgische aandoende begrippen zoals achteruit eten (kotsen), rukbunker (slaapzak), nukubu (nutteloze kutburger), neukteugels (bretels), lulijzer (microfoon), loho (lompe hond) en kutsoppen (douchen). 

Mijn hele jeugd was doordrenkt met militarisme. Zo was ik een piepjonge figurant in de kassakraker A Bridge Too Far, die deels werd opgenomen op de Ginkelse Heide. Alle broers van mijn moeder werden naar ons Indië gestuurd, maar vreemd genoeg werd daar nooit over gesproken tijdens verjaardagsfeestjes. Eentje had er een stoma aan overgehouden, ook niet echt een leuk onderwerp om aan te horen als je op een kaasstengel sabbelt. Op 4 mei moest ik met de hele school naar de dodenherdenking bij het mausoleum in Ede op de Paasberg. In de schaapskooi op de Ginkelse Heide werd een tentoonstelling over de Holocaust georganiseerd en die was dermate confronterend dat de helft van de meisjes kotsend naar buiten kwam. Veel vaders van vriendjes zaten in het leger. Dat waren vaak niet heel snuggere tiepjes maar het leger bood hen de kans carrière te maken. Veel van die wat boertige mannen verkregen hun kennis via de Encyclopedie voor Zelfstudie. De vier blauwe delen stonden te pronken naast een goudkleurig doosje boeken: wereldliteratuur ingekort tot een behapbare 10.000 woordjes. 

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap