Spring naar de content
bron: anp

Het pijnlijke contrast tussen Mark Rutte en Elad Bar Noy

Ilja Leonard Pfeijffer werd geïnterviewd door journalist Elad Bar Noy uit Tel Aviv. Het gesprek ging natuurlijk ook over de oorlog in Israël. ‘Elad is ronduit angstig, maar niet vanwege een Arabische dreiging, maar vanwege de misdadige politiek van zijn regering, die moedwillig uit is op escalatie.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ilja Leonard Pfeijffer

Eergisteren sprak ik Elad Bar Noy, een journalist van de Israëlische krant Yedonot Achronot. We voerden ons gesprek via Zoom. Ik draaide de camera en liet hem de kathedraal van Genua zien, die blaakte in de bleke winterzon. Hij toonde mij zijn uitzicht op een regenachtig Tel Aviv. 

Omdat hij nu eenmaal de journalist was en ik de geïnterviewde, praatten we vooral over mij. Mijn roman Grand Hotel Europa is zojuist verschenen in de Hebreeuwse vertaling. Dat was de aanleiding. Daarover ging het voornamelijk. Voor mij was dat het minst interessante onderdeel van het gesprek, want dat wist ik allemaal al. 

Maar Israël bleek als gespreksonderwerp niet helemaal te vermijden en daar werd het leerzaam voor mij. Wij zouden geneigd kunnen zijn om van een veilige afstand te redeneren dat het dilemma van Israël uit de keuze bestaat tussen veiligheid en mensenrechten, alsof het land verdeeld is tussen Israëliërs die de Palestijnen als brute beesten zien en bang voor hen zijn en zij die zich veilig voelen en Palestijnen als broeders zouden wensen te beschouwen. Maar ik had kunnen weten dat dat veel te simplistisch gedacht was en Elad bevestigde dat. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Elad begrijpt dat de kritische houding jegens Israël in Europa niets te maken heeft met antisemitisme. Het drama van Israël is nu juist dat kritiek op de regering door de regering wordt gelijkgesteld aan antisemitisme. 

Hij is bang, zei hij. Hij is uiterst bezorgd en ronduit angstig, maar niet vanwege een Arabische dreiging, maar vanwege de misdadige politiek van zijn regering, die moedwillig uit is op escalatie. Er zijn krachten die aan een oogwenk genoeg zouden hebben om die regenachtige wijk van Tel Aviv die hij mij had laten zien van de aardbodem te doen verdwijnen, maar als dat gebeurt, zou hij Netanyahu daarvan de schuld geven. De buitenproportionele militaire acties die Israël op dit moment onderneemt, kunnen misschien bedoeld zijn om de eigen bevolking een gevoel van veiligheid te geven, maar ze hebben, in elk geval op mijn gesprekspartner, een averechts effect.

En natuurlijk is het ook zo. Hij heeft gelijk. Als we iets beter nadenken, snappen wij ook zelf wel dat respect voor volwaardige burgerrechten van de Palestijnse bevolking niet alleen iets is wat wij de Palestijnse bevolking verschuldigd zijn, maar ook de enige garantie voor duurzame vrede en veiligheid voor Israël zelf. Andersom is het ook waar. Hoe hartvochtiger Israël op dit moment optreedt jegens de Palestijnen, hoe zekerder Israël kan zijn van voortdurende dreiging en onveiligheid. 

Elad zei mij dat hij er zelfs aan dacht om Israël te verlaten, hoewel dat een nachtmerrie voor hem zou zijn, want zijn leven is daar. Hij schrijft in het Hebreeuws. Al zijn talenten en inspanningen heeft hij geïnvesteerd in een loopbaan ter plekke. In den vreemde zou hij opnieuw moeten beginnen met zijn leven, waarschijnlijk als vakkenvuller in de supermarkt. Desalniettemin houdt hij er serieus rekening mee dat hij zich op een dag in de nabije toekomst gedwongen zal zien om dit scenario te omarmen. 

Hij kwam net terug uit Berlijn, vertelde hij mij ook. Als mensen hem daar vroegen waar hij vandaan kwam en als hij naar waarheid antwoordde dat hij uit Israël kwam, viel er een pijnlijke stilte. Hij begrijpt dat de kritische houding jegens Israël in Europa niets te maken heeft met antisemitisme. Het drama van Israël is nu juist dat kritiek op de regering door de regering wordt gelijkgesteld aan antisemitisme. 

Anonieme ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben hun zorgen geuit over het feit dat onwelgevallige feiten over mensenrechtenschendingen van Israël op bevel van Rutte onder het tapijt worden geveegd.

De complexe worsteling van deze zachtmoedige en vriendelijke Israëlische intellectueel uit Tel Aviv stond mij helder voor de geest toen ik de onthullingen las van NRC over de intensieve persoonlijke bemoeienis van onze demissionaire premier Mark Rutte met het Nederlandse Israël-standpunt. Anonieme ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben hun zorgen geuit over het feit dat onwelgevallige feiten over mensenrechtenschendingen van Israël op bevel van Rutte onder het tapijt worden geveegd. Hoewel het ministerie van Algemene Zaken alles ontkent, hoeven we niet lang te raden naar de motieven die Rutte zou kunnen hebben voor zijn opmerkelijke inspanningen. Hij doet er alles aan om het Nederlandse standpunt inzake Israël in overeenstemming te brengen met de visie van Washington, omdat hij hoopt om Stoltenberg te mogen opvolgen als secretaris-generaal van de NAVO. En daarvoor is de stem van Washington doorslaggevend. 

Het pijnlijke contrast tussen het cynisme van een Nederlandse machtspoliticus, die ten koste van Palestijnse mensenlevens zijn eigen carrière najaagt, en een gevoelige literaire journalist in Tel Aviv, die zich niet langer veilig voelt in een land dat Palestijnen onderdrukt en uitmoordt, zou een verschrikkelijk onderwerp zijn voor een column, zo dacht ik. Maar toch moet het worden gezegd.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.