Spring naar de content

De executie van de foute jodin

Diverse kogels maken exact 65 jaar geleden een eind aan het leven van Ans van Dijk, de Joodse lesbienne die minstens tientallen Joden de dood in heeft gejaagd. Hoe een slachtoffer een dader werd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

In een laatste wanhoopsdaad liet Ans van Dijk zich op de avond voor haar executie dopen en inschrijven bij de katholieke kerk. Ze hoopte vurig dat ze op deze manier aan de kogel kon ontsnappen. Maar het mocht niet baten: in de koude winterochtend van 14 januari 1948 werd zij vlak na zonsopkomst in Fort Bijlmer door een vuurpeloton onder vuur genomen. De eerste en laatste vrouwelijke collaborateur werd gefusilleerd.

Slachtoffer
Ans van Dijk leidt tot het begin van de Tweede Wereldoorlog een vrij normaal leven. Ze is getrouwd, heeft geen kinderen en woont vredig met haar man Abraham Querido in Amsterdam. In 1940 gaat het roer drastisch om: ze laat zich na dertien jaar huwelijk scheiden en begint haar eigen dameshoedenzaak (Maison Evany) aan de Nieuwendijk in Amsterdam. En passant krijgt ze een relatie met Miep Stodel, een jonge vrouw met wie ze al snel gaat samenwonen in een appartement boven haar winkel.

Dan breekt de oorlog uit in Nederland. Joden wordt het dagelijks leven langzaam maar zeker onmogelijk gemaakt. In november van 1941 moeten alle Joodse textielzaken sluiten, zo ook de hoedenwinkel van Van Dijk. Haar eveneens Joodse vriendin kan de Duitse overheersing niet langer aan en vlucht in het voorjaar van 1942 naar Zwitserland. Van Dijk besluit om in Nederland te blijven en helpt andere joden, onder meer met het vinden van geschikte onderduikadressen.

In januari 1943 wordt Ans van Dijk zelf gedwongen om een schuilplaats te zoeken. Dat doet ze op een onderduikadres in de Marco Polostraat in Amsterdam. De familie waarbij ze op zolder zit blijkt ‘van de verkeerde kant’: ze wordt verraden en op eerste paasdag 1943 opgepakt door het Bureau Joodsche Zaken, een bureau dat werd opgericht om ondergedoken Joden op te sporen. Van Dijk krijgt na haar aanhouding een aanbod: te werk gesteld worden in het Oosten of gaan werken voor dit bureau. Ze kiest voor het laatste. “Uit pure angst,” verklaart ze na afloop van de oorlog in de rechtszaal. En om te overleven.

Valse tactiek
De methode die Van Dijk erop nahield was zeer vals: ze deed zich voor als Ans de Jong van verzetsgroep Vrij Nederland en wekte door haar Joodse uiterlijk meteen het vertrouwen van haar toekomstige slachtoffers. Ze vertelde haar slachtoffers dat ze wilde helpen met het vinden van een onderduikadres en lokte hen zo in de val. Op deze manier zijn er in ieder geval 145 mensen mede door haar inzet opgespoord; 84 van hen overleden in diverse kampen.

De persoonskaart van Ans van Dijk.

Het werk voor het Bureau Joodsche Zaken gaf de schuchtere Van Dijk erkenning: ze werd overladen met complimenten en had eindelijk het idee dat ze gewaardeerd werd en ergens goed in was. Daarnaast zag ze het werk als iets zeer lucratiefs: per opgespoorde onderduiker kreeg ze ƒ7,50. Dat was een mensenleven dus waard: drie rijksdaalders. Ze kreeg zoveel plezier in haar werk dat ze door haar baas werd omschreven als een van de meest gedreven werknemers die hij had. Daar was ze trots op, het gaf haar een identiteit. Zelfs haar eigen broer en zijn familie werden door haar verraden – wat dat betreft ze kende geen enkele schroom.

Het proces
Als de oorlog voorbij is verhuist Ans van Dijk is met haar nieuwe vriendin Mies de Regt naar Den Haag. Daar wordt ze op 20 juni 1945 gearresteerd. Anderhalf jaar later, februari 1947, begint haar rechtszaak. Van Dijk worden 23 gevallen van verraad ten laste gelegd. Ze bekent alles. Verzoeken tot psychologisch onderzoek worden door de rechter afgewezen en in september van dat jaar wordt ze ter dood veroordeeld. Ze stuurt koningin Wilhelmina een gratieverzoek. De Bijzondere Raad voor Cassatie schrijft: “De raad meent uwe majesteit tenslotte er nog eerbiedig op te moeten wijzen dat de naam Anna van Dijk in Nederland synoniem is geworden met jodenverraad.” Haar verzoek wordt dan ook afgewezen.

Op 8 januari 1948 tekent Wilhelmina het doodvonnis. Als enige vrouwelijke collaborateur wordt zij een kleine week later ter dood gebracht. Had zij een paar maanden speling gehad, en Juliana had op de troon gezeten, dan was haar gratieverzoek  hoogstwaarschijnlijk wél gehonoreerd. Maar dat geluk had Ans van Dijk niet. Een paar uur na haar executie werd de voormalige hoedenverkoopster anoniem begraven op de Noorderbegraafplaats in Amsterdam.

Lees het uitgebreide verhaal van Ans van Dijk in Als slachtoffer daders worden: de zaak van de joodse verraadster Ans van Dijk door Koos Groen.