Spring naar de content
bron: ANP

Don Arturo bedankt reisbureau CIDI voor gratis vakantie in Israël

Een studiereis met het CIDI werkt op Twitter als een rode lap op een stier. Ik ben nu bijna een week onderweg in Israël en Palestina en zodra ik een gezellige vrolijke twiet over het vermeende snoepreisje plaats, barst het digitale riool open. Meestal zijn het obscure reaguurders met vermoedelijk een vuistdik dossier bij het Riagg maar ook zijn er venijnige reacties van een Ander Joods Geluid. Wat is er trouwens met Greetje Nieuwenhuizen-Duisenberg gebeurd, haar frisse kijk op de internationale Jodenheid en het CIDI wordt node gemist.

Een gekkie noemde mij de opperracist, zonder te vermelden van wat of van wie, en een andere mesjoggene schreef schuimbekkend dat ik mij 8 dagen aan de rand van een zwembad in een vijfsterrenhotel in Tel Aviv liet vollopen met champagne, omringd door Russische kommersjele sekswerksters en op kosten van het het Internationale Zionisme (allemaal de kift, Tuurtje, zou mijn mammie zeggen, dat haar herinnering tot een zegen mag zijn).

Was het maar waar, vrienden! Het is een pittige, afpeigerende reis, met elke dag minimaal drie lezingen van wetenschappers en deskundigen uit het linkse en rechtse spectrum van Israël en verder heel veel gereis en gewandel, in de bloedhitte. Ik ben weer terug in de schoolbanken en spijbelen is er niet bij.

De afgelopen twee dagen brachten we door op de Westelijke Jordaanoever en had het CIDI ontmoetingen geregeld met vertegenwoordigers van Hamas, de PLO en met de vooraanstaande wetenschapper Khilal Shikaki. Shikaki is directeur van het Palestinian Center for Policy and Survey Research, in Ramallah. Zijn broer Fathi was de oprichter van de Islamitische Jihad en werd in 1995 op Malta geliquideerd door de Mossad.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Ik kan smakelijk lachen om de bagger die ik virtueel over mij heen krijg gestort omdat ik op studiereis ben met het CIDI

Ons reisgezelschap bestaat uit zo’n twintig journalisten, romancier Pieter Waterdrinker, René Cuperus (mijn gewaardeerd collega-columnist bij de Volkskrant) en politici als Samira Bouchibti. Cuperus is verbonden aan Internationaal Instituut Clingendael en was voorheen senior wetenschappelijk medewerker in dienst van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid. Hij schreef kort voor ons vertrek een column waar ik mij geheel in kan vinden.

Cuperus: “de komende twee weken doe ik een columnisten-experiment. Ik ga op een pikante studiereis en zal daarover vooraf en achteraf schrijven. Over de botsing van vooroordelen en verwachtingen en wat men daadwerkelijk ‘in de realiteit’ aantreft. Laat ik er maar direct bij zeggen: het gaat om een enigszins omstreden excursie. Want georganiseerd door het CIDI, het Centrum Informatie en Documentatie Israël. Die organiseert deze reis al jaren. Speciaal voor journalisten en beleidsmakers om hen meer achtergrondkennis bij te brengen over het ­Israëlisch-Palestijns conflict. Het mag duidelijk zijn: het CIDI is bepaald geen neutrale stem in deze. Integendeel, het vertegenwoordigt de pro-Israël-stem. Het brengt begrip bij voor het Israëlisch perspectief en belang. Het moet gezegd: het CIDI doet erg zijn best om er geen ordinaire propagandareis van te maken. Zo moeten deelnemers een flink deel van hun kosten zelf dragen. En krijgen ze voorbereidende colleges van onbesproken universitaire ­docenten die alle moeite doen het Israëlische én het Palestijns/Arabische perspectief evenwichtig te presenteren.”

Cuperus krijgt net als ik de wind van voren op Twitter, terwijl ik hem nog geen één keer heb gesignaleerd bij mijn scabreuze champagnesessies aan de rand van het zwembad. Ik tik dit cursiefje in de hotelbar en kijk naar de heer Cuperus die net keurig zijn eigen biertje betaalde.

Ik kan smakelijk lachen om de bagger die ik virtueel over mij heen krijg gestort omdat ik op studiereis ben met het CIDI. Alsof ik een extreem onzekere borderliner ben die in een week tijd helemaal word ingepalmd. 

Om mij onbekende redenen (roflol & proest) word ik door Jan en alleman afgeschilderd als een scabreuze, schuinsmarcherende dronkelap met een klein drugsprobleem maar in een vorig leven was ik correspondent in het Midden-Oosten, met standplaatsen Jeruzalem en Beiroet. Aan de Universiteit van Amsterdam studeerde ik Semitische Talen en alles wat met het Midden-Oosten te maken had. Tijdens mijn studie bewoog ik me veel in kringen van het Palestina Komitee. Ik studeerde af op het Front Islamique du Salut in Algerije bij professor dr. mr. Ruud Peters, een van de oprichters van dat Palestina Komitee. Ik was bijna twintig jaar met een joods-Amsterdams-Algerijnse vrouw. Een van mijn beste vrienden was en is Hani, telg uit een roemrijk Palestijns geslacht. Zijn vader Fouad was generaal in het Jordaans leger en stond er knarsetandend bij toen Israël de Westelijke Jordaanoever én Jeruzalem, zijn stad, bezette. De moeder van Hani woonde tot 1967 in een huis op de Zionsberg. In haar geboortehuis zit nu een ultra-orthodoxe jeshiva, daarnaast bevindt zich het (vermeende) graf van koning David. De familie van Hani’s moeder bezat de sleutel van de Heilige Grafkerk, een symbolisch maar bijzonder hoog aangeschreven erebaantje.

Ik had altijd uitstekende contacten met Hamas, de Islamitische Jihad en de Hezbollah maar ook met de Joodse Ondergrondse, de terreurorganisatie die de Al Aqsa-moskee wilde opblazen. Ik kwam regelmatig over de vloer bij sheik Ahmed Yassin, de geestelijk leider van Hamas die door de Israëli’s uit zijn rolstoel werd geschoten. Ik ga natuurlijk niet van mijzelf zeggen dat ik fair & balanced ben maar als Midden-Oosten-correspondent bleef ik redelijk neutraal.

Zoals gezegd doet het Twitter-gekrijs over mijn CIDI-studiereis mij helemaal niets.

Wat mij steeds weer verbaast, is het stuitend lage niveau van de gekkies van de BDS-beweging, antifa en andere notoire antisemieten. Ze zijn irrelevant en met ze in discussie gaan heeft geen enkele zin, temeer omdat ze geen aanhang hebben. Ik ben natuurlijk schitterend klikaas en genereer een boel ‘traffic’ maar ik heb het zoals ik al schreef razend druk en op de schaarse momenten dat ik vrij krijg van de strenge doch rechtvaardige reisgidsen van het CIDI, ga ik niet in het twitterriool zwemmen maar in het meer van Galilea.

Misschien moet het Palestina Komitee net als het CIDI ‘gratis snoepreisjes’ voor deze diehards organiseren in Gaza. Daarom sluit ik af met de wijze woorden van mijn gewaardeerde Volkskrant-collega René Cuperus:

“Ik zou liever op studiereis zijn gegaan met het Centrum Informatie en Documentatie Israël en de Palestijnse Staat (CIDIPS), maar dat bestaat helaas niet, en het zal ook nog wel een eeuw duren voor die er is.”