Spring naar de content

Creepy: niet-bestaande EU-veiligheidsdienst hoeft aan niemand verantwoording af te leggen

Schimmige ontwikkelingen op het gebied van veiligheidsdiensten in Europa. In het kader van de terrorismebestrijding is er een officieel ‘niet-bestaande’ veiligheidsdienst in Europa, SitCen, ofwel het Joint Situation Center, actief. Na de eerdere onmogelijkheid om samen te werken op het gebied van veiligheid in de EU, moest deze dienst dat probleem oplossen. Intussen is SitCen uitgegroeid tot een niet-transparante organisatie, die aan helemaal niemand verantwoording hoeft af te leggen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Dat de dienst überhaupt bestaat is al vreemd. Een medewerker van D66 europarlementariër Sophie in ‘t Veld mailde wat links naar verbijsterende stukken en een samenvatting hiervan aan HP/De Tijd: Hier lezen we onder andere: “SitCen heeft politieke steun van de Council, maar geen formele legitimiteit omdat de Raad helemaal geen besluit heeft genomen tot de oprichting van SitCen als een EU agency. Daarnaast is het mandaat van SitCen onbekend en is er absoluut geen democratische legitimiteit (geen controle vanuit het EP of vanuit de Parlementen in de lidstaten).”

De EU werkt met een pillar structure,  Waardoor het in het verleden voor de EU onmogelijk was om samen te werken in tweede pijler en derde pijler op gebieden van veiligheid en inlichtingen. Veiligheidsdiensten staan nu eenmaal niet bekend om hun drang om dingen te delen, en wetgeving maakte dit ook onmogelijk. SitCen moest deze tweede en derde pijler met elkaar verbinden. Dit verbinden was al eerder geprobeerd met een EU counterterrorism coordinator, maar die heeft geen macht, geen budget en geen initiatiefrecht, en blijkbaar wordt de EU counterterrorism coördinator nog niet door de helft van de lidstaten serieus genomen. Er werd dus naar andere verbindingsmogelijkheden gezocht, met name door Javier Solana, toenmalig secretaris-generaal van de West-Europese Unie (WEU), zelf. 

Het gevolg? Waar SitCen eerst onderdeel uitmaakte van de WEU, is de dienst in 1999 overgeheveld naar het General Secretariat van de EU. Dit gebeurde echter niet op basis van een Council Decision, maar dit was een initiatief van diezelfde Javier Solana. Hierdoor kreeg het General Secretariat er ook een uitvoerende taak bij, namelijk het analyseren van inlichtingen en het monitoren van ‘mogelijke’ crisissituaties.

Deze ‘mogelijke’ crisissituaties behelzen inmiddels heel veel, want sinds 2004 heeft Solana ingesteld dat nationale veiligheidsdiensten hun inlichtingen over internal threats ook moeten delen met SitCen. En hieronder kan dus van alles vallen. Hierbij werd zowel aan SitCen als aan de Counter Terrorism Group (CTG), een Nederlands initiatief van de ‘Club de Bern‘, die volledig buiten de EU opereert en samenwerkt op basis van ‘extra-legal’ en ‘geheime Memoranda of Understanding’. verantwoording agfelegd. Anno nu valt de CTG echter ook onder SitCen. Zij stuurt al hun analyses aan de dienst door. Hierdoor worden de inlichtingen van nationale inlichtingendiensten gekoppeld aan het EU-instrument SitCen. Dit levert natuurlijk een enorme schat aan informatie op, en de analyses van de inlichtingen beïnvloeden direct de mate van dreiging en de formulering van countermaatregelen.

SitCen heeft dus echter totaal geen transparantie, en hierdoor geen accountability. Het is onmogelijk om de inhoud en de impact van het werk van SitCen te analyseren, want alles is dus geheim. Het werk van SitCen bepaalt daarentegen wel in grote mate het Europese antwoord op terrorisme en heeft daarmee grote impact op burgers en de politieke en sociale richting die de EU opgaat. Transparantie en accountability zijn dus noodzaak, zou je denken.


Gek genoeg lijkt dat in Nederland niet het geval. Hier is in de Tweede Kamer nooit een eis gekomen tot meer openheid of een vraag over wat SitCen precies doet, en er werd vooralsnog steeds geaccepteerd dat de Nederlandse regering zich in algemeenheden uitliet.

SitCen is dus een dienst die nergens onder valt en die geen verantwoording hoeft af te leggen, omdat alles wat ze doen zó geheim is dat niemand het mag weten. Aan de andere kant is er geen mandaat, dus is ook niet duidelijk wat de ongeveer 100 medewerkers van de dienst zouden moeten doen. Gek genoeg kunnen ze echter wél putten uit de schatten aan informatie die andere veiligheidsdiensten hebben. De baas van de dienst, Patrice Bergamini, toucheert voor zijn werk rond de 15.000 euro per maand, maar wat hij daarvoor doet weet dus niemand, want het is geheim.

Volgens Sophie in ‘t Veld hebben nationale overheden indertijd juichend gereageerd op het in het leven roepen van deze dienst, want de dienst heeft, zo zegt ze op Twitter, “Onbeperkte mogelijkheden, zonder lastige parlementaire pottekijkers.”

SitCen zal in de toekomst onderdeel gaan worden van de External Action Service. Voordat dit echt kan gaan gebeuren moet Verordening 1049/2001 – die handelt over (publieke) toegang tot documenten – worden herzien en moet er een nieuw framework worden opgezet voor de omgang met EU classified information. Veel transparanter zal het er dus in de nabije toekomst niet op worden.

Onderwerpen