Spring naar de content

Waarom zou je lijden?

In de tijd voor Pasen gedenken gelovigen het lijden van Christus. Lijdzaamheid is vooral een christelijk begrip. Gelovigen hopen te begrijpen welk plan God heeft met de omstandigheden waarin Hij hen heeft gebracht. Omdat ze vertrouwen op God, zien ze hun lijden ook als iets dat kan worden overgedragen aan Gods verantwoordelijkheid: “Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve.” (Psalm 10:14.) Deze houding kan in moeilijkheden veel troost bieden, maar anderen kunnen er ernstig misbruik van maken. Vrouwen werden binnen het huwelijk aangespoord tot zwijgzame zelfopoffering ten bate van een ander, net als arbeiders in slechte werkomstandigheden en kinderen in handen van pedofielen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Waarom wordt lijden verheerlijkt, terwijl het uit de aard der zaak pijnlijk is? Kun je het niet beter proberen te vermijden en je lot zelf vormgeven, voor zover mogelijk? Is lijdzaamheid als houding eigenlijk wel een deugd?

“Lijdzaamheid is absoluut geen deugd. Het betekent eigenlijk berusting, onderwerping of passiviteit, vandaar ook de uitdrukking ‘iets lijdzaam ondergaan’. Het wordt nog altijd toegepast in christelijke kringen.

Maar op veel ogenblikken is opstaan en spreken een plicht. Immanuel Kant heeft ooit de uitdrukking gebruikt: Du kannst, denn Du sollst. Daarmee wilde hij zeggen dat in het begrip vrijheid een verplichting ligt besloten. De verplichting om ethisch te handelen en medemensen te helpen.

Binnen de katholieke kerk is die plicht veronachtzaamd. De houding van paus Pius XII tijdens de jodenvervolging was er een van lijdzaamheid, van stilzwijgen, wat erop neerkwam dat hij de andere kant op keek tijdens de Holocaust. Door zijn stilzwijgen werd de moordlust van katholieke soldaten niet afgeremd. Nu hanteert de kerk opnieuw de doofpotpolitiek bij de pedofilieschandalen. Slachtoffers werden opgeroepen tot ‘lijdzaamheid’ en zouden geëxcommuniceerd worden als ze iets zouden vertellen, aldus een richtlijn uit 1962 die is herhaald in 2001. De belangen van het instituut kerk worden boven het welzijn van een mens gesteld.

Er zijn ook voorbeelden van positieve lijdzaamheid: dat je onaangename omstandigheden kalm verdraagt. Dit kan heel nuttig zijn. Ook zelfbeheersing is iets goeds. Maar dat is nog geen lijdzaamheid. Passiviteit tegenover onrecht is echt een ondeugd, omdat je bij onrecht niet mag zwijgen.”

“Ik ben in de Biblebelt opgegroeid. Daar heb ik me van afgekeerd, maar er zit nog steeds een restant calvinisme in mij waar ik niet gelukkig mee ben. Het is goed dingen voor andere mensen te doen, zeker wanneer ze in de sores zitten. Maar dat is iets anders dan lijdzaamheid. Het is toch bizar dat je overal, tot in je slaapkamer toe, een afbeelding hangt van een gekruisigde man met bloed en doornen op zijn hoofd, om je daar aan te herinneren?


Elke religie probeert mensen in een bepaalde rol te dwingen. Het instituut kerk is in het leven geroepen door mensen die macht willen uitoefenen over anderen, en hun angsten gebruiken om hen in het gareel te dwingen. De behoefte om iets te geloven is heel menselijk, omdat het leven je voor veel vragen stelt: waarom ben ik hier, wat is de zin van dit alles? Maar dat is nog geen geïnstitutionaliseerde religie. Dat iemand meent namens een god te spreken, vind ik echt foute boel.

Het idee van Pasen – sterven en weer geboren worden – is in veel mythen verweven, bijvoorbeeld in die van Isis en Osiris. ‘Sterven’ en opstaan doen we eigenlijk elke dag. Als je wakker wordt, is er nog niets. Dan ontwaakt je bewustzijn en begin je jezelf opnieuw te scheppen: welke dag is het, wat ga ik doen vandaag? Niet elke dag dezelfde rol spelen maakt het leven veel luchtiger.

Mijn wens om lang door de woestijn te reizen, was ingegeven door de vraag wat het is om mens te zijn. Wat ben je zonder een ander? Wat gebeurt er met je als je de weg kwijt bent, als je gaat raaskallen? Het was voor mij een laboratorium, waarin je opereert op de grens tussen leven en dood.”

“Lijden is niet goed. Het leidt niet automatisch tot het goede, en kan dus niet als een morele waarde worden aangeprezen. De filosoof Spinoza geeft hierop een interessante visie. Zijn devies was: bene agere et laetari, goed doen en blij zijn. Zelfopoffering impliceert gevoelens van medelijden, schuld en schaamte. Dit zijn wel natuurlijke menselijke emoties: wie niet in staat is tot medelijden, aldus Spinoza, is een beest. Maar in vrijheid leven kan pas als je de impact van deze negatieve emoties vermindert.


Dit betekent echter niet dat we maar moeten proberen zonder risico’s te leven. Ons denken en doen brengen die risico’s nu eenmaal met zich mee. Onvermijdelijk gebeuren dingen waartegen je geen verweer hebt, omdat ze sterker zijn dan jezelf. Hier is een juist inzicht in de oorzaken – waardoor en hoe gebeurt dit? – cruciaal. Er zijn dan twee mogelijkheden: ofwel zonder zelfmedelijden aanvaarden waar je geen invloed op hebt, bijvoorbeeld een natuurramp, ofwel actie ondernemen op de terreinen waar je wél invloed op hebt.

Spinoza probeert ook de verheerlijking van het lijden te verklaren. Volgens hem wil ieder mens weten wat zijn lot is. Omdat we dat juist níet weten, schommelt ons gemoed tussen hoop en vrees. Waar dient ons lijden toe?

Religieuze systemen hebben het geïnterpreteerd als plan van God, maar helaas geven zij geen juist inzicht in hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Zo hebben we geen manier om een volgende keer beter te reageren.

Natuurlijk is deze ‘naturalistische’ boodschap moeilijk. Eigenlijk kun je niet over lijden nadenken zonder dat de grond onder je voeten wegzakt. Zou het niet fantastisch zijn, mocht er toch een beloning zijn voor al wat we hier meemaken? Beseffen dat dat er niet in zit, is voor Spinoza erg belangrijk: ergens is het ook een opluchting.”