Spring naar de content

Vier tegen twee: Joris Demmink was wel degelijk in het vizier

Emile Broersma, voormalig medewerker van de De Centrale Recherche Informatiedienst (CRI), zei vanmorgen tijdens de getuigenverhoren te Utrecht Joris Demmink in het vizier gehad te hebben gedurende de paar dagen die het Rolodex-onderzoek naar mogelijk kindermisbruik in 1998 mocht duren.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Peter Olsthoorn

Voormalig rechercheur Leen de Koter beweerde dit eerder eveneens, maar een collega sprak hem direct tegen. Vervolgens zei toenmalig hoofdofficier van Justitie van Amsterdam Hans Vrakking tegen NRC Handelsblad dat Demmink ook genoemd was in deze zaak. Nadat in de Volkskrant René Ficq, in 1998 als procureur-generaal verantwoordelijk voor ‘Rolodex’, daarover van Vrakking een telefoontje kreeg.

Tegenover HP/De Tijd beweerde Harry Borghouts, Demminks baas bij Justitie in 1998, dat Demmink niet in beeld was. Wel had Borghouts, zei hij, minister Donner gewaarschuwd dat Demmink als zijn opvolger een risico betekende gezien de geruchten.

Dus het aantal personen dat zegt dat Demmink wél geobserveerd werd in het onderzoek staat nu op drie, plus Ficq die erover gebeld is. Overigens is ‘onderzocht worden’ geen enkel bewijs van schuld van Demmink aan kindermisbruik. En al helemaal niet op de achterbank van zijn dienstauto; de malle verdenking alleen al.

Het Rolodex-onderzoek liep volgens Broersma stuk omdat politiebaas Joop de Wijs lekte naar OM-baas Hans Holthuis die aan het stoptouwtje trok al dan niet met hulp van Borghouts die het niet pikte dat naar Demmink onderzoek werd gedaan.

Geestig is wel dat opeenvolgende ministers zich zo makkelijk in het nauw laten brengen. Wat zou daarvoor de reden zijn? Opstelten zei recent in de Kamer dat Demmink geen onderwerp van onderzoek was, maar speelde handig met de scheiding der machten met zijn verwijzing naar het OM in de formulering:

“Het Rolodex-onderzoeksdossier is door het Openbaar Ministerie recent wederom bestudeerd. De voorzitter van het College van procureurs-generaal heeft mij bij ambtsbericht van 24 maart 2014 laten weten, dat opnieuw is vastgesteld dat de oud-secretaris-generaal op geen enkele wijze in dit onderzoek naar voren is gekomen.”

Het staat kennelijk niet zwart-op-wit. Reden voor Opstelten om toch even te vragen hoe het zit. Met alvast de conclusie: “Ik ben overtuigd van de onschuld van Demmink. Het was niks, is niks en wordt niks.”

De kans is groot dat het tweede deel van die bewering juist is. Juridisch gezien is dan ook het eerste deel waar. Maar politiek ook? Hoe zit het dan met de beweringen van Vrakking dat hij is gebeld door Borghouts? En diens ontkenning daarvan?

Het gaat inmiddels niet meer over Demmink, maar over al dan niet een doofpot.