Spring naar de content

Het futloze Brooklyn heeft wat weg van Toen Was Geluk Heel Gewoon

Elke week selecteert HP/De Tijd de meeste opmerkelijke films uit het nieuwe bioscoopaanbod. Deze week: de Nederlandse documentaire Ik wil gelukkig zijn en het Amerikaanse drama Brooklyn

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nico van den Berg

Ik wil gelukkig zijn (****)
“Ze was een panter, met ogen van vuur.” “Ongrijpbaar en mateloos.” “Ze gooide boeketten met emoties de zaal in.” “Het was tovenarij.” “Ze was twee vrouwen: een onmogelijk mens én een juweel.”

Zomaar wat uitspraken van theatermensen uit een ver verleden als Jo Spiers, Martie Verdenius en Jenny Pisuisse over één van de weinige echte diva’s die de Nederlandse film- en toneelwereld ooit heeft gekend: Fien de la Mar. De naam leeft voort op de plek waar ze na de Tweede Wereldoorlog zelf een theater begon, het tegenwoordige DeLaMar theater. Maar Fiens hoogtijdagen lagen in de jaren twintig en dertig, eerst op toneel en later ook in film. Het theater was haar met de paplepel ingegoten, vooral door haar vader Nap de la Mar die een grote rol speelde in de vooroorlogse toneel- en cabaretwereld. Haar grote liefde was de architect Piet Grossouw, die echter niets van het artiestenleven moest hebben en die Fien na zijn dood in een inktzwart gat terecht liet komen, met een tragisch einde als gevolg.

Filmmaakster Annette Apon heeft met Ik wil gelukkig zijn (een liedje van Fien uit de film Bleeke Bet) een mooie ode aan haar gebracht, geen standaarddocumentaire geworden met een plaatje en een praatje. Apon heeft, net als bij haar vorige film Droom & Daad over Henriette Roland Holst, gekozen voor een meer poëtische aanpak. Acteurs van nu spreken teksten van Fiens toenmalige theatervrienden uit, die een gelaagd maar grillig beeld van haar laten zien. “Ze was een vlam, losgedraaid van het vuur, ze brandde zichzelf op.” En: “Ze was een talent dat over drie levens verdeeld had moeten worden”. Apon probeer het verhaal ook naar het heden te trekken door actrice Johanna ter Steege in de persoon van Fien de la Mar te laten kruipen. Het doet geforceerd aan. Ter Steege is een compleet andere actrice en wordt door de oude beelden van Fien de la Mar alsnog compleet overvleugeld. Fien had zich een gelukkig mens mogen prijzen met zo’n prachtig eerbetoon.

Brooklyn (**)
Bakvisfilms op niveau, daar staan de verfilmingen van Nick Hornby’s verhalen (High Fidelity, About a Boy) om bekend. De Britse auteur schrijft eveneens scenario’s. Het laatste is Brooklyn, de bewerking van het gelijknamige boek van Colm Tóibín. Brooklyn is geregisseerd door John Crowley.

Brooklyn vertelt het verhaal van het jonge Ierse meisje Eilis Lacey (een mooie rol van Saoirse Ronan) die in 1951 het verstikkende milieu van de kleine Ierse kunstplaats Enniscorthy wil ontsnappen en naar New York vertrekt, waar zich inmiddels een grote Ierse gemeenschap heeft gevestigd. Na een onwennige start kan ze steeds beter aarden in de wereldstad, ze slaat zelfs een leuke Italiaanse jongen aan de haak. Maar dan roept een familietragedie haar weer terug naar Ierland en staat ze voor een grote keuze in haar leven: geboortegrond of nieuwe grond.

Het prima acteerwerk, de aardige dialogen en de mooie beelden kunnen helaas niet verhullen dat het verhaal niet meer is dan een veredelde chick flick. Zeker omdat de personages totaal geen gelaagdheid kennen, waardoor je als kijker geen idee hebt waarom het personage bepaalde dingen doet. Nergens wordt echt invoelbaar waarom Eillis de stap naar Amerika heeft gemaakt. Ook wordt er wel een erg rooskleurig beeld van New York getoond, wat toch ver af moeten hebben gestaan van het gemiddelde migrantenbestaan. Het verhaal, de beelden en de karakters zijn te afstandelijk, te gepolijst.

Ronan zet een prima acteerprestatie neer, maar het materiaal waar ze het mee moet doen, is simpelweg te mager. Het New York van de jaren ’50 heeft in Brooklyn meer de sfeer van Toen Was Geluk Heel Gewoon dan dat het aan het werk van Scorsese doet denken. Het interessante verhaal – met veel potentie – lijkt zo op de automatische piloot te zijn bewerkt. Wat duidelijk als een tear jerker bedoeld is, loopt uit op een futloos drama. De keuze waar Eillis voor staat, laat ons koud.