Spring naar de content

De houdbaarheid van pop-art

‘You've lost that lovin' feeling," reutelt de jukebox in The Beanery.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Hans Righart

Muziek is de enige ervaring van tijd in dit spookachtige eethuisje, waar het altijd tien over tien is en de hoofden van de verstijfde cliëntèle in klokken zijn veranderd. Dertig jaar geleden schiep de Amerikaan Edward Kienholz dit object, dat in het heftige pop-art jargon van toen een environment heet. Normaal staat The Beanery in het Stedelijk Museum, maar voor de onlangs geopende tentoonstelling van pop-art is het overgebracht naar de Kunsthal in Rotterdam. Het is druk bij het huisje van Kienholz; schoolkinderen en 65-plussers staan in een lange rij voor het eetcafeetje, waar slechts twee personen tegelijk naar binnen mogen. "Als je d'r lang in blijft, krijg je ook zo'n klok-kop," zegt een jolige senior tegen zijn vrouw, die daar niet om kan lachen. 

Pop-art heeft iets met tijd, dood en eeuwigheid. Veel Amerikaanse pop-art schilders trachtten hun werk van iedere tijdsdimensie te ontdoen. Tijd was voor hen niets anders dan verkleefde emoties en de pop-arters wilden vooral cool zijn. In een pijnlijk realistische stijl beeldden ze daar-om spiksplinternieuwe produkten af zoals ijskasten, koele colaflesjes en vrieskoude pin-ups. 

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap