Spring naar de content
bron: anp

Barman, kan ik schrijven?

Schrijverskroegen, ze schijnen nog te bestaan. Wie naar de hoofdstad reist en zijn neus tegen het raam van café Hoppe, De Zwart of bar-bodega Keyzer drukt, ziet de muze aan het werk: schrijvend, drinkend, versierend, en het liefst een combinatie van de drie.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Stijn Aerden en Jan Zandbergen

Het schrijverscafé is op zijn best een geestestoestand; als etablissement is het even realistisch als de herberg van Anton Pieck op de vaderlandse koektrommel. Achter de ruiten van het schrijverscafé borrelt het van de creativiteit; het bon mot is troef en de roemers van de vriendschap lopen over — maar alleen als de toeschouwer op gepaste afstand blijft. Op het moment dat hij de deurkruk omlaagduwt, is de mythe verdwenen. Het schrijverscafé lijkt daarbij verrassend genoeg op het leerstuk van de stigmata, dat stelt dat de kruisigingswonden van de heiland onzichtbaar zijn voor ongelovigen; waarnemen kan men ze uitsluitend op het gevoel. 

Een ander leerstuk stelt dat het schrijverscafé zich in de hoofdstad bevindt, in topografisch opzicht immer aan de linkeroever van de rivier die de stad in tweeën deelt. De beroemdste schrijvers-cafés gaan daarbij in paren. In Parijs zijn Les Deux Magots en Le Flore buren op respectievelijk nummer 170 en nummer 172 aan de boulevard St. Germain. Beide cafés danken hun faam aan het feit dat Sartre er rond 1950 korte tijd te vinden was. Sindsdien is een niet-aflatende stroom pelgrims het gevolg: tot op de dag van vandaag zitten de terrassen afgeladen met buitenlandse bezoekers die het onzichtbare wensen te voelen. 

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap