Spring naar de content

Mooie benen!

Weinigen hebben behoefte aan feedback over hun uiterlijk. Geef die dus maar niet.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

Twee mensen komen elkaar tegen onder omstandigheden die vragen om een (korte) gedachtewisseling. Bekenden op straat, op een feestje, een receptie of bij de koffieautomaat op het werk, dan wel onbekenden die ineens tot elkaar veroordeeld zijn. Op zo’n moment is een conversatieopener nodig. Men staat tegenover elkaar, schudt handen, wisselt kussen, zegt ‘hallo’ of stelt zich voor, en vervolgens heb je minder dan een seconde de tijd om het gesprek te openen. Wanhopig tast de geest rond naar een geschikt onderwerp en blijft kleven aan het eerste het beste wat opvalt: het uiterlijk van de ander.

Er vallen altijd dingen op aan iemands uiterlijk. Toch is het geen goed idee om het te gaan hebben over hoe de gesprekspartner eruitziet. De belangrijkste reden is dat je de ander niets nieuws vertelt. Mensen van een bovengemiddelde lengte bijvoorbeeld zijn zich daar maar al te zeer van bewust. Ze hebben er persoonlijk ervaring mee. Ze hebben al honderdduizend keer gehoord dat ze zo lang zijn en ze hebben al honderdduizend keer de voor- en nadelen uitgelegd. Je mag iemand niet dwingen tot het bewandelen van steeds weer diezelfde dodelijk saaie gespreksroute. Hetzelfde geldt voor huidskleur (“U spreekt perfect Nederlands en woont in Dordrecht, maar waar komt u nu eigenlijk vandaan?”) en handicaps (“Ach, u zit in een rolstoel; hoe is dat zo gekomen?”).

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

De meeste mensen weten wel dat ze met hun opmerkingen over andermans uiterlijk binnen de marges van het positieve moeten blijven. Je gaat iemand niet vertellen dat zijn gezicht knalrood is van de couperose (gevolg van stevig drinken) en ook niet dat-ie veel te dik is. Voor grijs haar geldt dat gek genoeg niet. Misschien omdat zoveel mensen hun eigen haren verven, vinden ze het heel normaal om tegen een (relatief jonge) vrouw met grijs haar eerst te zeggen: “Tjonge, wat zijn je haren grijs!”, om te vervolgen met: “Je zou er echt vijftien jaar jonger uitzien als je je haar zou verven.” Maar die vrouw heeft daar allang over nagedacht. Ze is niet gek. Ze weet precies hoe ze eruitziet en ze heeft haar redenen om geen maatregelen te treffen.

Beschrijvende opmerkingen over het uiterlijk hebben geen enkele informatieve waarde. Kritiek op het uiterlijk is pijnlijk. Het enige dat overblijft, is het compliment, en dat is eigenlijk óók behoorlijk vervelend. Je hebt van die mensen die ter begroeting zonder veel aanzien des persoons ‘Wat zie je er goed uit!’ roepen. Anderen zijn kwistig met lofprijzingen voor kleren of kapsels. Het uiterlijk complimenteren is de makkelijkste en goedkoopste manier om aardig gevonden te worden en is daarmee bij voorbaat een beetje suspect. Als flirttechniek valt het onder obligaat beginnelingenwerk. Het compliment dat ertoe doet, is zeldzaam, wat betekent dat je je vooral niet te scheutig moet betonen.

Waarmee het hele uiterlijk wegvalt als geschikt gespreksonderwerp. Wie er toch mateloos in is geïnteresseerd, zal het uiterlijk van derden moeten nemen. Dat kan weer wél: “Niet meteen kijken, maar achter je staat een man met een heel raar jasje.”