Spring naar de content

Elite-feminisme

De vliegende start van de neofeministische actiegroep Women on Top wekt geen verbazing. De opvallende achterstand van vrouwen in de hogere regionen is al langer bekend, maar het bleef bij gejammer over het glazen plafond.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door J.A.A. van Doorn

Wat tot nog toe ontbrak, was iemand die het probleem zo bot en brutaal mogelijk aan de orde stelde. In dat opzicht past Heleen Mees, de initiatiefneemster van Women on Top, in het rijtje Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders: harde taal en zeer gelukkig met zichzelf. De bijval is navenant. Neem het kersverse Kamerlid Mei Li Vos: “Ik werk zestig uur per week, ik heb geen kinderen. Niets houdt me tegen om de top te bereiken.” Proficiat, denk ik dan.

Wat critici stoort, is de overschatting van materiële voordelen en de gelijktijdige onderschatting van de aandacht die in elk geval jonge kinderen van de moeder vragen. Het kan geen toeval zijn dat Heleen Mees ongehuwd en kinderloos is: dat praat makkelijker over hoge ambities.

Eén kanttekening. Deze nieuwe feministische golf is méér nog dan de voorgaande een elite-aangelegenheid. Ze vormt een netwerk waarin hoogopgeleide en reeds maatschappelijk succesvolle vrouwen elkaar vinden. Hun actie zal andere hoogopgeleide vrouwen zeker inspireren, maar de grote massa kan er niets mee. Hun voorkeur voor een deeltijdbaan is rationeel doordacht: ze vinden het prettig regelmatig buiten de deur te komen, ruimere contacten te hebben en geld in te brengen, maar hun werk is in veel gevallen te wenig boeiend om er met fanatisme tegenaan te gaan En dat is maar gelukkig ook. Jeugdigen zijn meer dan voorheen een kwetsbare groep geworden. Juist in onze nogal ordeloze samenleving hebben zij continu een zeer aandachtige begeleiding nodig, niet van wisselende figuren zoals crêchemedewerksters en docenten, maar van hun ouders. Een massale vlucht van de moeders in volledige en alles absorberende banen zou weleens voor problemen kunnen zorgen die geen jeugdzorginstantie de baas zou kunnen. Kortom: wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen.

Onderwerpen