Spring naar de content

Non-probleem

Beste Joris, wat heb je al die jaren in het Midden-Oosten gedaan?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

De scriptie waarmee ik ‘afstudeerde’, ergens ver in de vorige eeuw (maar nog na de Tweede Wereldoorlog), droeg een motto afkomstig van Hunter S. Thompson, een vermaard Amerikaans journalist die leefde van 1937 tot 2005. Niet zo oud geworden dus, en voor degenen die zijn loopbaan volgden was dat ook geen verrassing, want Thompson kon in een etmaal een hoeveelheid drugs tot zich nemen waar menigeen een leven mee toe kan, en dan gebruik ik de term ‘drugs’ in de ruimst denkbare zin, inclusief suiker, rood vlees, menstruatiepillen, haarlak en hobbylijm. Zijn geheim was dat zijn taalcentrum en zijn typespieren gewoon doorgingen als zijn centrale zenuwstelsel allang was uitgeschakeld. Dat motto komt uit het meesterlijke Fear and Loathing in Las Vegas, als Thompson zijn visie geeft op journalistieke objectiviteit:

Objective journalism is a hard thing to come by these days. We all yearn for it, but who can point the way? The only man who comes to mind, right offhand, is my good friend and colleague on the Sports Desk, Raoul Duke. Most journalists only talk about objectivity, but Dr. Duke grabs it straight by the fucking throat.

(Raoul Duke was één van Thompsons pseudoniemen.) Joris Luyendijk, voormalig Midden-Oosten-correspondent van NRC Handelsblad, heeft sinds zijn terugkeer aandacht gevraagd voor het gebrek aan ‘objectiviteit’ van de berichtgeving over de conflicten daar. De eisen van de moderne journalistiek, stelt hij, maken het onmogelijk om eerlijk en genuanceerd over die conflicten te berichten, want daarvoor moet je zo veel uitleggen en clausuleren, daar is geen ruimte voor. Luyendijk maakt furore met zijn boek over dit onderwerp, en dat heeft me verbaasd, want zijn verhaal is niet overtuigend.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Hij geeft de nodige voorbeelden van wat er misgaat in de berichtgeving over het Midden Oosten, maar nooit komt hij met een geval waarvan je denkt: ja, daar staat zelfs de meest consciëntieuze journalist machteloos. Luyendijk bekreunt zich om problemen die inherent zijn aan elke vorm van journalistiek. Manipulatie, propaganda, partijdigheid, het is the name of the game!

Luyendijks verhaal kun je ook schrijven na vijf jaar handelscorrespondentschap voor Dagblad de Typhoon, al zou dat natuurlijk veel minder aandacht trekken, maar dat is omdat wij nu eenmaal zo in onze maag zitten met het Midden-Oosten, en een journalist die wat schuld van onze schouders neemt van harte welkom is.

In het septembernummer van Onze Taal staat een stuk van Luyendijk waarin hij zijn thema toespitst op taalgebruik. Waarom spreken de media wel van ‘bloedige aanslagen’ door Palestijnen maar niet van de ‘bloedige bezetting’ door Israël, vraagt Luyendijk zich af. Tja. Zouden er door het ontbreken van dat adjectief veel krantenlezers zijn die niet beseffen dat bezetters ook slachtoffers maken?

“Is dat stukje land ‘bezet’ of ‘betwist’, en moet het worden ‘opgegeven’ of ‘teruggeven’?’”

Ik zou zeggen, Joris, beste oud-correspondent: als je daar na al die jaren nog niet uit bent, wat heb je daar dan gedaan? Je hebt betwist land, dat als gevolg van die twist op een gegeven moment bezet kan worden. Is het land wel betwist maar niet bezet, dan noemen we het ’t liefst ‘betwist’. Is het tevens bezet, dan kun je het best van ‘bezet’ spreken. Nee, daarmee ontken je niet dat het betwist is, je impliceert het reeds.

En de ene partij spreekt van opgeven en de andere van teruggeven, ook daar is niets geheimzinnigs aan, dat is gewoon een kwestie van perspectief. Met perspectief is niets mis, als je het maar duidelijk aangeeft. Net als in een schilderij, zeg maar.

“Moeten we zeggen Israël of Zionistische Entiteit?” Weer zo’n quasi-gewetensvraag.

Wat dacht je van: “Israël, of zoals de Palestijnen zeggen: de Zionistische Entiteit.” Andersom kan ook: “De Zionistische Entiteit, zoals Israël door de Palestijnen genoemd wordt.”

“Waarom spreekt de pers van ‘president Moebarak’ en niet van ‘dictator’ Moebarak?” Tja, beste Joris, is dat misschien omdat ‘president’ zijn titel is en ‘dictator’ een kwalificatie? We zeggen toch ook ‘president’ Bush en niet ‘Republikeinse redneck’ Bush? Of ‘de middels twijfelachtige verkiezingen aan het bewind gekomen’ Bush?

Je denkt telkens: had Luyendijk die vragen nu maar vóór zijn vertrek gesteld, dan had iemand hem nog een beetje kunnen helpen. Nu schuift hij zijn eigen worsteling met pesudo-problemen in de schoenen van de journalistiek als geheel.

Een journalist die moet opereren in een schimmig krachtenveld kan eigenlijk maar één ding doen: the right thing. Proberen dwars door de rookflarden het monster bij de strot te grijpen, precies zoals Thompson zegt. Al het andere zijn krokodillentranen.