Spring naar de content

Nozemdressuur

Terwijl Koningin en Prins zich met hun gevolg vanaf het Amsterdamse Paleis op de Dam in glimmend-zwarte AA-limousines op weg begaven naar de Stadsschouwburg, gadegeslagen door een geïnteresseerd publiek dat enkele dagen geleden op dezelfde plaats de verrichtingen van de nozems bekeek, liep een kleine donkere man in een der twintig zalen van Krasnapolsky bedisselend rond tussen een kleurig, 550 man sterk, teenager- en nozempubliek.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Het was de in Amsterdam overpopulaire, overactieve jeugdleider en nozemdompteur Sanny S. Hemerik (35), ditmaal in functie als ‘clubpresident’ van de ‘Officiële Nederlandse Elvis Presley Fanclub’ (5000 leden), die, na haar shows in vele provincieplaatsen losgelaten te hebben, nu Amsterdammers amuseerde met rock-‘n-roll. De opbrengst van deze shows was bestemd voor Amsterdams ongeorganiseerde massa (volks)jeugd.

Nadat een bejaarde toneelknecht met stofjas, met de microfoon op de Bühne verschenen, begroet werd met ‘Hé, nozem!’, klonk de doorregen stem van ‘terrorganisator’ Sanny Hemerik, die het openingswoord sprak en over, wat hij noemde, het ‘nozisme’ filosofeerde, met af en toe een sneer naar de wat zure perstafel links voor het podium.

Met een ‘Ik ben niet voor de kolommen van de pers, maar voor de jeugd van de volksbuurten’ werd hij ten slotte weggeapplaudisseerd door ‘t al onrustig wordende, weinig problematieke publiek (bestaande uit teenagers en nozems, een handjevol stille vaders en moeders en enkele overjarige, verbale nozems als schrijvers Armando, Harry Mulisch, Cees Nooteboom en Simon Vinkenoog) en de eerste klanken tuimelden de zaal in. Felle dynamiek en zacht-sentimentele, melancholieke klanken, bij gedempt licht ademloos beluisterd door een onomwonden publiek, dat pas echt serieus werd bij het schokkende en eigenlijk kuise, moderne dansen. Met af en toe een klein branieschoppertje dat wat demonstratief gaapte, niet applaudisseerde en ‘honger’ riep als de ober langs kwam.

Muziek die staat of valt met het gebruik van microfoons, uitgevoerd door geraffineerd-muzikale – meest Indische – jongens met het (al meer dan tien jaar oude) zazoukapsel: de zwart-rood geklede Hot Jumpers (onder leiding van de slapbenige lasser Oscar Rexhäuser), de 21-jarige zanger Jimmy Pownall; The Shakin’ Hearts met o.a. constructiebankwerker en voormalig Soerabaya’s rock-‘n-rollkoning Eric van Eldik (19), lasser Goos de Boer (23) en drummer Simon Twin (22), die elkaar op de Merwededijk toevallig musicerend ontmoetten en toen een combo vormden.


Hoofdschotel van de show: de vijftienjarige Nederlandse Elvis, Pim Maas (riep ‘Ome Sanny’ tegen de pers: “Ik heb nog nooit zo’n bescheiden en beschaafde jongen gezien”), die zijn idool Elvis in West-Duitsland eigenhandig de hand heeft mogen drukken en verschillende malen in het buitenland optrad, fel begeleid door vader, tenorsaxofonist Pim Maas met zijn ‘Presley Cats’. Zei een met Coca-Cola rondlopende, verbaasde ober, toen hij de sidderende Pim Maas zag: “Het lijkt wel of die kleine meneer een wesp in zijn broek heeft.”

Grammofoonplatenmaatschappij RCA had bij de Presleyshow voor wat publiciteit gezorgd. Zei RCA-bedrijfsleider J. Mascini: “Eigenlijk was het een rare avond. De stemming was er ergens niet. Maar die Sanny Hemerik vind ik groots: wat twintig agenten met blanke sabel niet voor elkaar krijgen, doet Sanny in z’n eentje op het toneel.”

Sanny’s dompteurshow was geslaagd, vond ook de Krasnapolsky-directie: “Het is allemaal rustig en keurig gegaan.”

In 1959 wint Pim Maas de Nederlandse Elvis Presley-verkiezingen met de nummers Tutti Frutti en Baby, I Don’t Care. Maas mag vervolgens als de Nederlandse Elvis Presley in 1959 met de echte ‘King’ optreden in Duitsland.

In 1973 verhuist Pim Maas naar de Verenigde Staten. Daar begint hij een antiekwinkel en behaalt hij zijn makelaarsdiploma. Toch keert hij begin jaren negentig terug naar Nederland. De liefde voor de muziek van Elvis is nooit bekoeld. In 1995 brengt hij een eigen cd uit, onder de titel Pim Maas sings Elvis, en tegenwoordig treedt hij nog zo’n zes keer per jaar in Nederland op als Elvis-imitator.