Spring naar de content

De censuur regeert

Het knevelen van journalisten begint veel te gewoon te worden in Nederland. Zelfs de liberaal Henk Kamp doet eraan mee.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Boudewijn Geels

Er zijn voor een journalist onaangenamer klussen denkbaar dan een reportage maken op de Antillen. Het beoogde onderwerp was Henk Kamp. De ex-minister van Defensie is daar sinds januari bezig Bonaire, Sint-Eustatius en Saba om te vormen tot bijzondere Nederlandse gemeenten. Eind 2010 neemt de Nederlandse regering alle taken van de Antilliaanse regering over.

Hoe gaat de als rechtlijnig bekendstaande Kamp om met de elastieken bestuurscultuur op de Antillen? Wat vinden de Antillianen van de strenge veldwachter uit Nederland? Denkt Kamp nog weleens aan de VVD, waarvan hij voor velen de gedroomde leider is? Allemaal vragen waarop dit blad graag antwoorden wilde.

Ja hoor, kom maar, mailde Kamp op 29 juni. “Op één voorwaarde: dat u alleen citaten van mij plaatst die ik na lezing van het conceptartikel geaccordeerd heb.”

Pardon? Kamp eiste dus officieel het recht op om gedane uitspraken naar believen door te halen? Dit blad liet de libera-le ex-bewindsman weten dat een serieus journalistiek medium als HP/De Tijd met zo’n voorwaarde niet akkoord kon gaan. Omdat een reactie uitbleef, belden we met Kamps persvoorlichters bij Binnenlandse Zaken. Zij mompelden dat ze wel begrepen dat Kamps eis te ver ging, en beloofden te zullen bemiddelen. Opnieuw bleef het wekenlang stil. Begin september stuurden we Kamp nog maar eens een e-mail, waarin we hem voorhielden dat zo’n schrapcontract indruist tegen de belangrijkste wet in de journalistiek: de journalist doet naar eer en geweten zijn werk, ongehinderd door enige vorm van censuur.

We verzekerden Kamp dat hij voor verkeerd citeren niet bang hoefde te zijn; de verslaggever zou een taperecorder gebruiken. Wilde Kamp het stuk voor plaatsing inzien? Geen probleem. Wilde hij het recht om feitelijke onjuistheden uit de tekst te halen? Uiteráárd kreeg hij dat recht. De blad was ook best bereid om tijdens het bezoek off the record-momenten in te bouwen.


Maar een wurgcontract ondertekenen dat Kamp het recht gaf om elk citaat van zichzelf op te leuken, af te zwakken of zelfs botweg te schrappen, kon en wilde de verslaggever niet. Dan maar geen Antillen-reportage.

Uiteindelijk mailde de VVD’er terug dat hij er in dat geval van afzag.

De casus-Kamp staat voor iets breders: het verlangen om de inhoud van journalistieke producties te beïnvloeden en journalisten soms zelfs ronduit te knevelen. Het gebeurt steeds vaker. Voorbeelden te over.

Neem hoogleraar Meindert Fennema. Niet lang geleden ging een HP/De Tijd-redacteur bij hem op bezoek voor een interview. Fennema, ex-communist te Aerdenhout, had een contractje klaarliggen. Hierin stond dat hij à la Kamp elke uitspraak zou mogen intrekken als hij dat wenste. De verslaggever maakte direct rechtsomkeert.

Ander voorbeeld: toen het in-brave School TV vorige week een item wilde maken over de OV-chipkaart, wenste de afdeling Communicatie van het Coördinatiepunt OV-chipkaart inzage in het script alvorens ze haar medewerking toezegde. Controle boven alles. Oók als de doelgroep uit kinderen van tien tot twaalf bestaat.

Voorbeeld nummer drie: Johan Derksen, hoofdredacteur van Voetbal International, beklaagde zich half september maar weer eens over pr-jongens van voetbalclubs die erop staan dat ze interviews van ‘hun’ voetballers mogen bewerken. Als VI dit niet toestaat, krijgt het blad geen interviews meer. Let wel, de voorlichters in kwestie zijn zelf meestal niet bij die interviews aanwezig.

Het dagblad Trouw is het gelazer inmiddels zo beu dat het heeft besloten om interviews uitsluitend nog ter inzage te geven, en niet meer ter autorisatie, een subtiel maar belangrijk verschil. Voor de goede orde: in een land als de Verenigde Staten doen journalisten zelfs het eerste niet eens.


Maar mag iemand dan niet het recht opeisen om zijn (en in het geval-VI ook andermans) uitspraken in te trekken? Ja, op zich mag dat. Alleen al omdat nergens in de wet staat dat het niet mag. En is het niet volkomen logisch dat iedereen probeert om zo positief mogelijk in de media te komen? Natuurlijk is dat logisch. Maar er is een grens aan wat journalisten die zichzelf en hun vak serieus nemen, kunnen toestaan.

Rockzangeres Anouk en haar platenmaatschappij EMI bleven afgelopen maand net binnen de grens die dit blad stelt. EMI mailde de volgende voorwaarden voor een interview: 1: “Anouk krijgt de tekst vooraf te zien.” 2: “Feitelijke onjuistheden kunnen aangepast worden.” 3: “In goed overleg is er ook inspraak over de opmaak/opbouw van de tekst.”

Met de punten 1 en 2 had HP/De Tijd geen enkele moeite. Na intern beraad gingen we ook akkoord met eis 3. Er stond namelijk niet dat Anouk mocht beslissen hoe het artikel eruit kwam te zien. Gesproken werd alleen over ‘goed overleg’ en ‘inspraak’. Uiteindelijk was het dus nog steeds de interviewer die besloot hoe de tekst zou worden.

Dat is de crux: de journalist gaat over zijn eigen tekst. Iedereen heeft uiteraard het volste recht om een interview te weigeren, maar wie zich wel laat interviewen, moet niet verwachten dat hij de tekst later naar eigen goeddunken kan opsieren of afzwakken. Het lijkt wel een virus. Tegenwoordig roepen zelfs doodgewone Nederlanders die op weg naar de supermarkt door een verslaggever worden aangesproken op hoge toon dat ze diens pennevrucht ‘uiteraard nog wel even willen zien’.

Dat VVD’er Henk Kamp eist dat hij elke quote mag aanpassen, is onliberaal. In zijn geval is het ook totaal onnodig, want de stijve Achterhoeker staat er om bekend dat hij uitsluitend zegt wat hij wíl zeggen.


Zelf ziet hij het anders. “Omdat ik nu werk als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering onder de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van BZK, ben ik niet bereid risico’s te nemen die de zaak – het in goede banen leiden van de overgang van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba naar Nederland – kunnen schaden,” schrijft hij. “Bovendien heb ik geen belang bij publiciteit.”

Dat is gek, in een eerder stadium liet hij weten dat HP/De Tijd van harte welkom was. Conclusie: Kamp heeft uitsluitend behoefde aan pósitieve publiciteit.

Benieuwd wat voor soort medium binnenkort met een fijne reportage over Kamps werkzaamheden in de tropen op de proppen komt.

Onderwerpen