Spring naar de content

Studio Studio

Onder voetbalprofessoren: ‘Als analyticus is Van der Sar een grote flapdrol.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Presentator: “Het is weer maandag, het weekend ligt weer achter ons, alle analytici zijn weer in actie gekomen en er staat ons weer een week vol Europese analyses te wachten. Tijd voor Studio Studio!”

Jingle.

Presentator: “Welkom aan onze vaste gasten Johan Derksen, Ton Boot en Jan Mulder, en natuurlijk aan onze speciale gast Willem van Hanegem. Heren, wat is jullie in de afgelopen week opgevallen? Jan?”

Mulder: “Ik heb een fragment van Edwin van der Sar. Van der Sár, fantástische keeper geweest. En dan dit.”

Presentator: “Laten we maar even gaan kijken, Jan.”

Fragment.

Derksen: “Dit is geen analyseren meer.”

Boot: “Een wanprestatie.”

Presentator: “Negen keer het woord ‘eigenlijk’ in 1 minuut 25, dat kan niet op dit niveau vind je, Jan?”

Mulder: “Ei-gen-lijk. Práchtig Nederlands woord, ei-gen-lijk. Zit alles in, jááá. Ik neem mij voor vaker het woord ‘eigenlijk’ te gebruiken. Schítterend, man. Véél mooier dan ‘in principe’, ei-gen-lijk.”

Derksen: “Kijk, niemand zal ontkennen dat Edwin van der Sar een niet onaardige carrière als ballenvanger heeft gehad. Hij had niet de uitstraling en de flair van een Jan van Beveren of een Frans de Munck…”

Mulder: “De Zwarte Panter, Frans de Múnck. Fantástisch. Heeft Jayne Mansfield nog eens enorm… Jáááá.”

Derksen: “…maar als analyticus vind ik het een flapdrol eerste klas.”

Presentator: “Willem, als Johan zegt ‘Edwin van der Sar is een flapdrol’, wat zeg jij dan?”

Van Hanegem: “Nou, die gozer heb zich natuurlijk wel bewezen op het allerhoogste niveau. Die mag er wel wat van vinden, vind ik.”


Presentator: “Dus als oud-topkeeper heb je een grotere geloofwaardigheid als analyticus? Vat ik het zo goed samen?”

Van Hanegem: “Wat ik bedoel te zeggen is: die Johan, die analyseert al honderd jaar op de tv. Dus als er dan zo’n gozer opeens ook denkt te kunnen analyseren, omdat-ie toevallig recordinternational is, dan mag Johan daar wel wat van vinden, vind ik.”

Mulder: “Die stropdas van Edwin is ook schítterend. Willem, die stropdas, kijk nou zélf.”

Van Hanegem: “Daar gaat het niet om bij een analyse, Jan. Dat leg ik toch net uit?”

Derksen: “Recordinternational… Dat zegt mij eerlijk gezegd niets, hoor. Het blijft een keeper.”

Boot: “Nou Johan, ik vind dat je niet zomaar over iemand kan zeggen dat hij een keeper is. Van der Sar is duidelijk geen keeper meer, toch?”

Presentator: “Hij is officieel met voetballen gestopt, Ton.”

Boot: “Dat bedoel ik. Dus als zo’n jongen analyticus wil worden, staat hem dat natuurlijk vrij. Al zou het wel héél toevallig zijn als hij ook daarin de top zou halen. Analyseren is niet zomaar een bal in je handen pakken natuurlijk.”

Presentator: “Jullie zijn van mening dat hij te vroeg voor de leeuwen wordt gegooid door de NOS?”

Van Hanegem: “Jonge analytici moet je altijd langzaam brengen.”

Derksen: “Laat zo’n man eerst maar eens een tijdje op zaterdagochtend bij Radio Noord-Holland analyseren. Op dit moment ben ik er niet erg van onder de indruk.”

Mulder: “Gewéldige zender.”

Boot: “Nederland is marktleider als het gaat om het opleiden van jonge analytici. Als je ziet wat er de laatste jaren allemaal is doorgebroken – Mario Been, Ron Jans, Youri Mulder…”


Mulder: “Jááá.”

Boot: “Daar mogen we best een beetje trots op zijn.”

Van Hanegem: “Wie ben jij eigenlijk?”

Presentator: “Gaan we door met jou, Willem. Jij wilde een fragment zien uit de analyse van Rapid Boekarest-PSV. Zullen we maar meteen gaan kijken?”