Spring naar de content

‘Europa wordt een achtergrondkoor’

Terwijl de grote jongens van de G20 afgelopen week in Cannes zaten, moest de Tweede Kamer het doen met eurocommissaris Stefan Füle, belast met uitbreiding van de Europese Unie. Pikant, want wie zit nog op uitbreiding te wachten? Op nog meer ‘Griekenlanden’?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Geen land, geen mens praat nu over uitbreiding van de Europese Unie. Dat is ongepast. Smakeloos bijna, want de huidige leden kunnen het al niet eens worden over de aanpak van de crisis, en juist dezer dagen wordt steeds zo pijnlijk duidelijk dat onderlinge solidariteit in de EU niet vanzelfsprekend is. Sterk uiteenlopende staatshuishoudingen blijken niet te verenigen met één gemeenschappelijke Europese gedachte, met één munt. De Verenigde Staten van Europa? Een lachertje. Dus wat nou, uitbreiding van de Unie?

De timing van Stefan Füles bezoek, begin november, is onhandig en de belangstelling van de Kamerleden houdt dan ook niet over. Van regeringspartij CDA en van een eurofiele partij als D66 is zelfs niemand komen opdagen. De keuze van de locatie getuigt evenmin van veel respect: een iel commissiezaaltje dat is vernoemd naar het kleurrijke voormalig CHU-Kamerlid freule Wttewaall van Stoetwegen, en waar de bezoekers erbij zitten als Griekse sardines in een blik.

Gelukkig zijn daar Harry van Bommel van de SP en Nebahat Albayrak van de PvdA, ervaren volksvertegenwoordigers die kennis van zaken hebben, kritisch durven te zijn en, niet onbelangrijk, zich goed kunnen uitdrukken in het Engels.

Nee, dan de eurocommissaris. Hoe hebben ze zo’n man zo’n belangrijke functie kunnen geven? In de verte lijkt hij op het oudere neefje van onze eigen Ernst Hirsch Ballin, maar daarmee houdt elke gelijkenis op. De heer Füle is een technocraat en dat zullen wij weten. Op de vraag hoe hij de uitbreidingsmoeheid duidt na de toch allerminst vlekkeloos verlopen inpassing van lastpaklanden als Roemenië en Bulgarije in 2007, komt geen antwoord. Moet Servië eerst Kosovo erkennen, wil het ooit toegelaten worden, want niemand zit te wachten op een tweede Cyprus? Füle maakt omtrekkende, procedurele bewegingen en heeft het steeds over ‘framework’.


En Turkije, hoe staat het daarmee? De regering van premier Erdogan staat steeds vijandiger tegenover Israël, zegt PVV-Kamerlid Johan Driessen, die eraan toevoegt dat Turkije ‘never, not in a thousand years’ tot de EU mag worden toegelaten.

Füle kan of wil niet ingaan op de hoofdpijnlanden Servië, Kosovo en Turkije, en staat liever uitvoerig stil bij de kleine maar fijne vorderingen in landen als Kroatië, Macedonië, Montenegro, Bosnië en Herzegovina, Albanië en IJsland. Füle slaagt erin om van de beschikbare anderhalf uur meer dan de helft van de spreektijd te vullen met nietsigheden. Nou ja, spreektijd; Füles beheersing van het Engels is belabberd, wat mogelijk verklaard wordt door zijn Tsjechische achtergrond.

Daarbij pauzeert de man in elke zin minstens drie keer opzichtig, kennelijk om na te denken over een formulering, herhaalt hij een vraag en brengt daarin nogal eens een nuance aan, en ten slotte hakkelt hij aan één stuk door. Het is vervelend om aan te horen, en slaapverwekkend. Terwijl de Europese Unie, zou je zeggen, juist nu aansprekende, inspirerende voormannen nodig heeft om de Europese droom van Jean Monnet en Robert Schuman, die eruit bestond dat de verschillende Europese nationale staten op den duur op allerlei gebieden zouden samenwerken, nieuw leven in te blazen.

Zo’n Füle had ook mooi de gelegenheid te baat kunnen nemen om stil te staan bij een andere ontwikkeling, die onder andere columnist Henk Hofland verwoordde in NRC Handelsblad: “Gaan we weer een tijdperk van grote oorlogen tegemoet? (-) Op een heel andere manier doet de wereldsituatie van nu denken aan die van 1938, toen de oorlog al niet meer viel te vermijden.” Paul Kennedy, hoogleraar geschiedenis aan Yale en auteur van de klassieker The Rise and Fall of the Great Powers, schreef vorige week eveneens in de NRC dat het ‘verval van het Westen’ veel sneller gaat dan verwacht. De aanwijzingen liegen er niet om: de dollar verliest aan betekenis, de Europese dromen verbleken, in Azië is een ongekende wapenwedloop aan de gang, en de Veiligheidsraad van de VN raakt meer en meer verlamd. “Azië treedt in de schijnwerpers. Europa wordt een achtergrondkoor,” aldus Kennedy. De Franse president Sarkozy voorzag op zijn beurt dat ‘als de euro ontploft, ook Europa zal ontploffen’, en daarbij verwees hij naar de vele oorlogen die in Europa zijn uitgevochten.


We begeven ons in nieuwe, onbekende wateren, in een woelige wereld. De crisis zou weleens het voorspel kunnen zijn van een nieuwe oorlog, denkt Hofland, al geeft hij niet aan wie dan precies tegen wie ten strijde zou moeten trekken. Zitten we inderdaad in een interbellum? Wanneer weet je zoiets eigenlijk?

De gelauwerde Nederlandse fotograaf Erwin Olaf maakte vorige week bekend dat hij zich in Berlijn wil vestigen. Berlijn, dé stad tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, waar alles gebeurde waar iedere kunstenaar en intellectueel bij moest zijn. Europa zit weer in een interbellum, denkt Olaf, en opnieuw speelt Duitsland, speelt Berlijn daarin een hoofdrol. De wereld verandert, zei Olaf. Er zit iets aan te komen. Iets groots, iets engs.

Stefan Füle maakt zich na afloop van het gesprek met de Kamerdelegatie razendsnel uit de voeten. Nebahat Albayrak en Harry van Bommel zijn nog wel bereid erover te reflecteren. Albayrak zegt in de samenleving vooral ‘veel laconieke reacties’ te bespeuren. De mensen vertrouwen blind op hun verworvenheden, ook al is daar volgens haar minder aanleiding toe dan voorheen.

Maar schuilt in die houding niet juist het gevaar van onderschatting? Ontstaat daardoor niet juist een klimaat waarin het verkeerde soort mensen populair kan worden? Albayrak gaat er niet in mee, maar vindt wel dat politici het ‘grote verhaal’ achter Europa moeten blijven verkondigen zonder dat te romantiseren.

Ook Harry van Bommel heeft weinig op met het doemdenken van de angstprofeten. Zijn analyse: de EU is te snel uitgebreid. Men dacht dat daarvan een convergerende, samenbindende werking zou uitgaan, maar het is een divergerende werking gebleken. Zijn remedie: “We moeten voorlopig niet meer uitbreiden en ons weer gaan richten op wat EU-lidstaten bindt: de gemeenschappelijke markt. Die staat als een huis, nog steeds.”


Kortom, we kunnen rustig gaan slapen. Er is volgens de Nederlandse politici voorshands geen reden voor bezorgdheid.